-3- De voorzitter merkt op dat hij nu begrijpt dat het raadslid Looijen de tariefstelling gewijzigd wil zien. Hiertoe had hij een heel ander amen dement in moeten dienen. Echter, dat is heel wat anders dan hier momenteel aan de orde is. Burgemeester en wethouders zijn van mening dat er rekening mee gehouden moet worden dat de reinigingsrechten, zijnde een billijke bijdrage in de lasten van de reinigingsdienst, in de komende jaren zullen worden opgetrokken Differentiatie naar persoon is, zoals in de grondwet geregeld, helemaal niet mogelijk. Hij zegt dat men waarschijnlijk zal bedoelen dat men een variatie in de tarieven wil aanbrengen. Wethouder Buijs zegt dat de gemeenteraad nog geen jaar geleden unaniem heeft besloten om de gemeenschappelijke regeling, waarmee nu gewerkt wordt, zo vast te stellen. Nu komt men met een amendement om de gemeenschappelijke regeling om te buigen. Het raadslid Looijen hoeft de C.D.A.-fractie er niet van te overtuigen dat zij de gemeenschappelijke regeling liever anders zouden zien. Er is echter besloten om de regeling zoals hij nu in werking is vast te stellen. Er moet nu dus aan de hand van die regeling gewerkt worden. De gemeente Putte moet zich in deze neerleggen bij een meerderheidsbesluit, daar de gemeenten Ossendrecht en Huijbergen wél voor deze regeling stemden. Zodoende komt men nu tot een verdeling van de reinigingsrechten naar rato van het aantal panden. Het aanvechten van de opzet van de gemeenschappelijke regeling wekt wel verbazing. De voorzitter vraagt of iemand het woord of stemming verlangt. Het raadslid Looijen zegt dat hij een amendement heeft ingediend. Hij wil hierover stemming. Het raadslid Adams zegt dat de heffing van de reinigingsrechten in Putte aan de orde is. Het amendement stelt de heffing van de reini gingsrechten in de 3 gemeenten aan de orde. Het stelt dus de gemeenschappelijke regeling als zodanig aan de orde. Het vindt dat de raad daar überhaupt geen uitspraak over moet doen. De voorzitter zegt dat dit middels het reglement van orde niet opzij gelegd kan worden daar het onderdeel is van agendapunt 3. Het raadslid Meijer Drees merkt op dat dit iets totaal anders is. Hier is namelijk een wijziging van de gemeenschappelijke regeling beoogd, hetgeen niet overeenstemt met de heffing van de reinigingsrechten zoals dat hier behandeld wordt. Dit laatste is nlhet uitvoeren van de gemeenschappelijke regeling. Het raadslid Looijen zegt dat iedereen er een andere draai aan probeert te geven, maar dat het enige beoogde in dit amendement is: middels redelijke argumenten komen tot een lagere heffing van de reini gingsrechten De voorzitter zegt dat hij dit dan wel duidelijk moet zeggen. Het raadslid Looijen merkt op dat dit in zijn amendement geschreven staat. De voorzitter zegt dat hij dus als amendement in stemming zal brengen: het verlagen van de heffing van reinigingsrechten per woning van 82,naar 73,85. Het raadslid Meijer Drees vraagt of de voorzitter nog eenmaal het amen dement exact wil formuleren zoals het in stemming gebracht zal worden. De voorzitter zegt dat het amendement als volgt luidt: Per deelnemer wordt een bijdrage gevraagd van 101.917,gedeeld door 1380, zijnde het aantal cohier dragers, hetgeen uitkomt op 73,85. In plaats van een verhoging van de heffing met 7,80 kan de heffing nu worden verlaagd met 1,15.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1988 | | pagina 218