Hij zegt dat de mankementen aan de noodlokalen, indien die zich voor
doen na 15 jaar, welke termijn reeds in 1987 afliep, bekostigd moeten
worden uit de algemene middelen, hetgeen hij niet reëel vindt.
Het raadslid Adams zegt in de rapporten te hebben gelezen over disloka-
ties welke gebouwd zouden zijn in 1978 en in een onbekend bouwjaar.
Zouden deze data het ministerie niet misleid kunnen hebben, waardoor
zij denken dat de dislokaties nog tot 1993 mee zullen gaan?
De voorzitter merkt op dat het bouwjaar 1971 is en dat er daarvoor ook
geen onderhoudsgeld meer verkregen wordt. Hij zegt dat dit punt in het
beroepschrift te zullen vermelden.
Het raadslid Meijer Prees zegt weinig fidusie te hebben in succes in
deze. Hij vraagt of het onderhoud, waarvoor geen geldmiddelen meer
beschikbaar worden gesteld, uit de algemene middelen moet worden
betaald. De gemeente is dus verantwoordelijk voor de onderhoud van het
lokaal
De voorzitter zegt dat men bij het ministerie uitgaat van het niet
gewogen aantal leerlingen.
Het gewogen aantal leerlingen, hetgeen van jaar tot jaar kan
verschillen, moet worden opgevangen in noodlokalen of in bestaande
lokalen van gesloten scholen of andere instellingen.
Het raadslid Meijer Prees merkt op dat men gezien de verwachte
leerlingenaantallen waarschijnlijk altijd met 1 noodlokaal moet blijven
werken. Voor dit noodlokaal krijgt men geen bijdrage meer, dus het
wordt niet meer onderhouden. Echter een nieuw lokaal krijgt men niet.
De voorzitter zegt dat men dit zal proberen af te dwingen.
Het raadslid Meijer Drees zegt dat men minstens moet proberen dan het
onderhoud van het bestaande noodlokaal af te dwingen. Hij vraagt wat
voor een procedure men moet volgen om langer dan de genoemde 15 jaar
het onderhoud verzekerd te krijgen.
De voorzitter zegt dat men daartoe in beroep moet gaan. Hij merkt op
dat er dus vanuit de gemeenteraad aansluiting bestaat bij het
schoolbestuur, maar dat er een eigen motivering zal worden meegestuurd
met het beroepschrift.
Het raadslid Looi jen merkt op dat het gemeentebestuur in de eerste
aanvraag om deze extra 105 m2 vermeldde dat de noodlokalen, aangeschaft
door het schoolbestuur, op een na zijn afgeschreven en niet meer passen
binnen een systeem van goed functionerend basisonderwijs. De
afschrijving van de in 1975 geplaatste noodeenheid loopt af in 1989.
Dit is wat anders dan 1978.
Vervolgens vraagt hij of het rapport dat aan het ministerie werd gezon
den en dat volgens hem toch vrij technisch de situatie omschreef,
volgens wethouder Buijs geen enkel nut heeft.
Wethouder Buijs zegt dat dit zeker nut heeft. Dat is het uitgangspunt
van waaruit bekeken wordt of het bevoegd gezag recht heeft op het 11e lokaal.
Hij merkt daarnaast op dat het rapport op het ministerie niet is aangevochten.
Er is volgens hem nooit gezegd dat het rapport niet juist is. Hij zegt
daar geconstateerd te hebben dat de uitgangswaarden te laag waren,
waardoor men ook in de rest van de berekening te laag uitkomt
Het raadslid Looijen zegt dat dus van doorslaggevende aard zou moeten
zijn het extra te bouwen aantal woningen tussen nu en 1992, dat nog
niet op het ministerie bekend was. Hij dacht dat er tot 1992 nog eens
50 woningen extra gebouwd zouden worden in Putte, hetgeen toch een heel
ander beeld zou geven.
Wethouder Buijs merkt op dat hij dacht dat er meer extra woningen
gebouwd zouden gaan worden, zo'n 92. Dit zijn 7 woningen meer dan
waarmee rekening werd gehouden voor het uitgangspunt van de prognose.