Het raadslid Gelten zegt dat de fractie van de partij Putse Belangen evenals de voorgaande sprekers een toelichting zou willen op het te voeren beleid vanuit het college. Hij zegt dat men het echter wel eens is met het voorstel. De voorzitter zegt dat het raadsbesluit van 15 april 1986 inderdaad 2 dagen te laat was en op die gronden niet ontvankelijk werd verklaard. Vervolgens zegt hij dat er met betrekking tot de brief van 25 november 1987 regelmatig contact is geweest tussen het ministerie en de afdeling financiën-onderwijsbetreffende welke stukken meegestuurd zouden moeten worden. Hij zegt dat het schoolbestuur had laten weten dat hij nog geen zekerheid had omtrent het krijgen van toestemming. Indien er wel een kostenraming zou moeten worden gemaakt zou dit betekenen dat er een zeer nauwgezette architectonische tekening zou moeten worden gemaakt, hetgeen inhoudt dat er grote kosten zouden moeten worden gemaakt. Men vond deze stap niet direct nodig bij het ministerie. Echter, hier mee moet men altijd voorzichtig zijn. Hetzelfde geldt, zo zegt hij, voor het open eind aan deze briefwaarin gezegd wordt dat men alsnog bereid is om met nieuwe argumenten tot overleg te komen. Er wordt echter wel gesproken van een maximale bezwaartermijn van 30 dagen, waaraan de gemeente zich volgens hem moet houden. Wethouder Buijs merkt op dat er in de beschikking van 31 augustus j.l. inderdaad staat dat er op 15 augustus telefonisch contact is geweest tussen het ministerie en onze afdeling financiën. Tijdens dit telefo nisch contact werd een afspraak gemaakt voor een onderhoud op het ministerie op 24 augustus j.l. Hij merkt op dat bij dit gesprek aanwezig waren, 2 leden van het schoolbestuur, hijzelf als afgevaardigde van de gemeente, Dhr. van Tilborg, de opsteller van de prognose, Mevr. van Zandvoort namens het ministerie en een vertegenwoordiger van het centraal bureau. Hij zegt dat het hem was opgevallen dat er bij de prognose uitgegaan was van een te laag aantal nieuw te bouwen woningen de komende 5 jaar Hij beloofde dat de toen pas vastgestelde planningslijsten voor nieuwbouwwoningen zouden worden aangereikt op het ministerie. Dit is inmiddels gebeurd, maar kennelijk hebben ook deze nieuwe cijfers te weinig indruk gemaakt. De beschikking lag toen al wel in concept gereed. Echter, het ministerie zou in samenwerking met de heer van Tilborg gaan bekijken of aan de hand van de nieuwe cijfers de beschikking gewijzigd zou kunnen worden. Aangezien er dus tot op heden nog geen gewijzigde beschikking is binnengekomen, kan men twee mogelijkheden veronderstellen: of de nieuwe cijfers hebben te weinig indruk gemaakt, of men kan alsnog een gewijzigde beschikking verwachten. Echter zoals de voorzitter reeds zei, men zit aan de 30 dagen termijn vast. Dus men moet tijdig in beroep gaan. Vervolgens merkt hij op dat in op 5 jaar tijd 7 woningen extra zullen worden gebouwd, hetgeen volgens de heer van Tilborg misschien voldoende zou kunnen zijn om wel het leerlingenaantal te halen dat nodig is voor de extra uitbouw. Het raadslid Schoonen vindt ook dat men de 30 dagen termijn in de gaten moet houden en tijdig een bezwaarschrift in moet sturen. Echter, hij vraagt of er desondanks ook gebruik gemaakt zal worden van de aangebo den overlegsituatie. Dit zou een overbodig proces kunnen voorkomen de komende maanden. De voorzitter zegt dat uit overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten gebleken is dat men zeker in beroep moet gaan, daar de vergoedingen voor het onderhoud van noodlokalen slechts 15 jaar kunnen worden verkregen. Het ministerie gaat nu echter al uit van een periode van 20 jaar. Hij merkt op dat onbehoorlijk bestuur te vinden van de kant van het ministerie en zegt dat de gemeente toch vast wil houden aan een termijn van 15 jaar.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1988 | | pagina 184