GEMEENTE
PUTTE (N.Br.)
Notulen van de openbare raadsvergadering d.d. 27-09-1988.
Aanwezigen: burgemeester W.B.H. Bos, voorzitter en de leden mevrouw E.
van Wees-TrümnerJ. Adams, L. Buijs, A. Gelten, J. Looijen, E. Meijer
DreesH. Pasteuning, R. QuireynsF. Schoonen, F. Schouteten en A. Seen.
SecretarisA.C.J. van Kaam.
Notulist: L. Hoendervangers
1Opening
De voorzitter opent de vergadering met het uitspreken van het gebruike
lijke gebed, waarna hij iedereen hartelijk welkom heet.
2. Voorstel tot het aantekenen van beroep tegen de beschikking van de
staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen tot weigering van
goedkeuring van de voorziening in de huisvesting van de R.K. Basis
school "Op Dreef".
De voorzitter verklaart dat op 26-09-1988 een copie van een
beroepsschrift werd ontvangen van de Stichting Katholiek Onderwijs
Putte, hetgeen gericht is aan de afdeling geschillen van bestuur van de
Raad van State. Hierna leest hij de brief in zijn geheel voor.
Het raadslid Schoonen vraagt waarom het beroepschrift van 15-4-1986
dagen te laat werd ingezonden. Vervolgens zegt hij dat de gemeente bij
brief van 11 mei 1988 het ministerie, op diens verzoek, volledige
informatie heeft gegeven betreffende deze huisvesting. Echter deze
informatie werd gegeven aan de hand van tekeningen, terwijl er ook naar
een kostenberaming werd gevraagd. Het college schreef in de betreffende
brief, volgens hem, dat de kostenraming pas zou worden gemaakt op het
moment dat de toestemming voor de bouw binnen zou zijn. Hij zegt dat
het ministerie wel om deze kostenberekening heeft gevraagd, en vindt
dit dan ook een procedurele misstap. Vervolgens merkt hij op dat in de
afwijzende beschikking de mogelijkheid tot het voeren van overleg wordt
aangeboden. Hij vraagt het college of hiervan gebruik is gemaakt, want
hij heeft hieromtrent niets in de stukken aangetroffen.
Het raadslid Adams merkt op dat er op 15 augustus telefonisch contact
heeft plaatsgevonden tussen een vertegenwoordiger van het ministerie en
een vertegenwoordiger van de gemeente, waarin de mogelijkheid tot mon
deling overleg werd aangeboden. Uit dit overleg zouden eventueel nog
overwegingen naar voren kunnen komen om de beschikking te wijzigen. Hij
merkt op nergens iets tegen te komen over een dergelijk gesprek. Hij
vraagt of er een gesprek is geweesten zo ja wat daar dan is uitgeko
men
Het raadslid Looijen zegt het eens te zijn met het voorstel. Hij zegt
zich af te vragen of het college nieuwe argumenten ter tafel kan
brengen waardoor de beschikking van het ministerie zou kunnen worden
teruggedraaid
Uit het rapport en de cijfers betreffende de BAOKAO en
GEOLO-generaties blijkt dat er toch ongeveer evenveel leerlingen zullen
blijven als er momenteel zitten. Wanneer hij daarbij in ogenschouw
neemt dat er tendensen waarneembaar zijn dat de klassen in de toekomst
minder leerlingen zullen gaan krijgen, en er dus meer klaslokalen nodig
zullen zijn, vindt hij het vreemd dat er zo is besloten. Hij vraagt of
het college misschien iets kan vertellen over eventueel nieuw aan te
dragen argumenten.