-30- Het raadslid Gelten merkt op dat de fractie van de partij de Putse Belangen het eens is met de strekking van het betoog van de heer Looijen. Hij zegt dat daarop ook gewezen is in de voorgaande informele bijeenkomsten en commissievergaderingen, door de leden van zijn partij. Aangezien de gemeenteraad nog slechts een kleine stem in het kapittel heeft daar waar het gaat om het verlenen van subsidies, hebben zij het college om een argumentatie hieromtrent gevraagd. Hij merkt op dat de argumentatie welke zij tot op heden hebben gekregen nog steeds niet voldoende is geweest om met het voorstel akkoord te kunnen gaan. Aangezien hij ervan uitgaat dat ook deze verordening artikelsgewijs wordt doorgesproken, heeft het college volgens hem nog vanavond de kans om met betere argumenten te komen om met hen van gedachten te wisselen. Vervolgens merkt hij op dat ook andere fracties hard aan deze subsidie verordening gewerkt hebben, en dat zij een poging hebben gedaan om naar elkaar toe te groeien. Hij moet echter, zo zegt hij, helaas zeggen dat deze poging maar voor een klein gedeelte is gelukt. Hij zegt dat het hem erg verbaast, dat al hun meningen betreffende fondsvorming e.d. niet zijn overgenomen, behalve dan de bijstelling van het totale bedrag. Hij is verbaasd dat wel direct wordt opgenomen, op voorspraak van het C.D.A., lid 3 van artikel 5. Hij vindt dat daarmee een bepaalde vorm van willekeur uitgaat naar een bepaalde partij. Vervolgens merkt hij op dat de fractie van de partij de Putse Belangen niet van plan is om dit voorstel zoals het hier wordt gedaan te ondersteunen, echter misschien kan de beargumentering omtrent het hoe en waarom hen nog enig uitsluitsel geven. Het raadslid van Wees zegt ten zeerste verbaasd te zijn door de uitlating van de fractie van de partij de Putse Belangen, dat zij alsmede de partij van de Arbeid, zo hard aan de subsidieverordening hebben gewerkt Aangezien zij vindt dat deze fracties de subsidieverordening over heb ben geschreven, verbaast het haar dat zij nu niet met dit voorstel akkoord kunnen gaan. In de commissie-vergaderingen, zo zegt zij, konden de mensen van beide partijen hun zegje doen. Er moest nog wat achter de schermen bepraat worden. Nu zeggen beide partijen, dat zo hard aan de subsidieverordening gewerkt hebben, terwijl ze, zo zegt zij, het con cept alleen maar hebben overgeschreven en daarin wat punten gewijzigd hebben. Enkele punten welke ze nog niet veranderd hebben gekregen willen ze nu ook nog veranderen. Dit is naar haar mening te gek. Zij vindt dat, de fractieleden maar gewoon toe moeten geven dat zij de verordening hebben overgeschreven, ook de Partij van de Arbeid vindt zij ronduit belachelijk dat zij niet gewoon kunnen werken. Zij zegt dat de fracties twee-en-een-half jaar de tijd hebben gehad om zelf een nieuwe subsidieverordening te maken. Reeds voor de vorige verkiezingen, heeft de .partij de Putse Belangen aangekondigd een nieuwe subsidieverordening te gaan maken. Er kwam volgens haar echter niets uit de pen. Op het moment echter dat zij het concept onder ogen krgen, werd dit vlug overgeschreven, en liet men in de krant zetten dat het te lang duurde en dat ze daarom zelf maar iets moesten doen. Ze hebben het concept overgeschreven. Dat is volgens haar het gemakkelijkste. Dat leert men al in de eerste klas. Het raadslid Gelten merkt op dat hij het jammer vindt dat mevrouw van Wees zich onnodig kwaad maakt. Hij zegt dat de partij de Putse Belangen reeds bij de eerste bespreking zijn standpunt heeft toege licht, dat hun uitgangspositie een budgettaire-subsidie was. Het is, voornamelijk de bedoeling om met name de activiteiten die binnen een vereniging voor de jeugd worden ondernomen te subsidiëren. Aangezien de uitgangspositie wat dat betreft bij alle partijen gelijk waren, was wat dat betreft het voorstel van het college te volgen.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1988 | | pagina 170