Het raadslid Schouteten zegt dat het officieel niet vast te stellen is wat een jeugdige in zijn vrije tijd verdient. Hij zegt dat dit overwogen kan worden bij de aanvraag. Echter, officieel is het volgens hem niet vast te stellen. Volgens hem zijn er veel jeugdigen die een krantenwijk of een ander bijbaantje hebben om wat extra zakgeld te verdienen. Het raadslid Looijen zegt dat in artikel 4 toch heel duidelijk vermeld staat dat iedereen verplicht is alle medewerking te verlenen. Het moet toch volgens hem mogelijk zijn om hierop een vorm van sociale controle van toepassing te laten zijn, daar het naar zijn mening niet de bedoeling is dat de gemeente bij de neus genomen kan worden. Hij sluit de mogelijkheid niet uit dat er jongelui zijn die een krantenwijk heb ben en die toch denken voor deze regeling in aanmerking te komen. Het raadslid Adams zegt dat er een groot verschil bestaat tussen het jeugdlid waarvoor de subsidie wordt aangevraagd en de aanvragers c.q. verzorgers, die de aanvragers zijn van de subsidie. De aanvrager, dus de ouders c.q. verzorgers, zijn verplicht alle medewerking te verlenen en kunnen volgens hem makkelijk zeggen dat zij niet weten wat het jeugdlid voor extra inkomsten heeft. De jeugdleden hoeven echter volgens hem toch geen medewerking te verlenen. Dat staat nergens te lezen. De voorzitter merkt op dat kinderen die enige inkomsten hebben buiten de regeling vallen. Het raadslid Adams zegt het daarmee eens te zijn. Hij vraagt zich echter af hoe dit gecontroleerd kan worden. Wethouder Buijs merkt op dat dus zelfs kinderen met een dubbeltje rente inkomsten al de klos zijn. Zij komen al niet meer in aanmerking voor deze regeling. Het raadslid Schoonen zegt dat deze vraag op het aanvraag-formulier erbij moet worden gesteld. Het raadslid Gelten merkt op dat een jeugdlid met een spaarrekening bij de zilvervloot ook buiten deze regeling valt. De voorzitter merkt op dat men het spaargeld hierbij pas op mag nemen nadat men 18 jaar is. Het raadslid Gelten merkt op, dat er wel elk jaar rente bij wordt geschreven. Hij vindt dat er voor de ambtenaren die straks met deze regeling moeten gaan werken een onderscheid moet worden aangebracht. Er moet duidelijk gemaakt worden wat er nu wel en wat er nu niet gedaan kan worden. Hij zegt dat een dergelijke spaarrekening vaak door de ouders of grootouders wordt geopend, en dat een jeugdlid er niets aan kan doen dat daar jaarlijks rente bij wordt geschreven. Het raadslid Schoonen zegt dat dit artikel hetgeen zojuist door het raadslid Gelten gezegd is uitsluit. Er staat namelijk "die niet over enig inkomen beschikken". Hetgeen wil zeggen dat de jeugdleden volgens hem niet kunnen beschikken over dit inkomen tot hun 18 jaar. De voorzitter zegt dat de jeugdleden dan wel niet over het spaarbedrag kunnen beschikken, echter wel over de rente. Het raadslid Schoonen merkt op dat de jeugdleden welke een zilvervloot rekening hebben ook niet over de rente kunnen beschikken. Wethouder Buijs merkt op dat het er niet om gaat of een jeugdlid even tueel zou kunnen beschikken over inkomen. Er staat namelijk: het jeugdlid dat enig inkomen heeft, geen jeugdlid meer is volgens de regeling en dus ook niet in aanmerking komt voor subsidie. Wethouder Seen zegt te verwachten dat de situatie welke door wethouder Buijs zojuist is geschetst, namelijk dat een jeugdlid dat zelfs maar 1 dubbeltje rente krijgt van een spaarrekening geopend door iemand, zonder dat het jeugdlid daar misschien iets vanaf wist, niet in aan merking komt voor de regeling, niet beoogd wordt door het raadslid Schoonen.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1988 | | pagina 161