Het raadslid Schoonen zegt alleen te kunnen zeggen dat dit voorstel is afgeleid van regelingen uit gemeenten die een dergelijk defensief beleid al wel op poten hebben staan. Hij legt uit dat het voor hem dan ook een raadsel is waarom hij charitatief wel 10,weg mag geven en geen schoen. Die 10,kunnen net zo goed charitatief zijn. Hij vindt niet dat dit het overheidsbeleid doorkruist, en zeker niet artikel 47a van de Algemene Bijstandswet. Hij zegt dit nergens in terug te hebben kunnen vinden. Vervolgens citeert hij een richtlijn van het ministerie "Ten aanzien van instelling van een steunfonds waaruit op verzoek uitkeringen kunnen worden verstrekt, wordt opgemerkt dat het kabinet de uitvoering van dergelijke besluiten nauwlettend zal volgen, er vanuitgaande dat in deze gevallen individuele beoordeling", hetgeen volgens spreker ook geldt voor de sportkleding"van aanvrager zal plaatsvinden, waarbij niet alleen op de draagkracht, maar ook op de betalingscapaciteit kan worden gelet etc., etc.". Uit het voorgaande citaat van de heer Thanes, de directeur van het ministerie van Buitenlandse Zaken, blijkt duide lijk dat er op geen enkele manier een doorkruising van het landelijk beleid is. Hij verwacht ook dat men daar niet zo bang voor moet zijn. Anders zou het zo niet zijn aangegeven. Hij denkt dat ook de heer van Kaam hier op doorgeborduurd heeft, en merkt daarnaast op dat ook andere gemeenten welke reeds een defensief beleid voeren nog totaal geen problemen hebben gehad in deze richting. Wethouder Seen vraagt zich af waarom er dan in de bijlagen alleen gesproken wordt over contributie. Hij zegt verwacht te hebben dat daar dan ook wel gesproken zou worden over kleding en schoeisel. Hij zegt dat het erop lijkt dat de bijlagen zijn overgenomen uit een andere sub sidieverordening welke dan niet aansluit bij hetgeen in deze contributie-subsidieregeling staat. Hij vraagt of dat klopt, en of deze bijlage dan aangepast moet worden. Het raadslid Schoonen zegt dat de bijlage inderdaad moet worden aangepast. Er moet nog een blad bijgevoegd worden, dat aangeeft dat uitbetaling kan plaatsvinden in andere spullen dan contributie. De voorzitter vraagt of er een amendement moet komen ten aanzien van artikel 6 lid 5 op pagina 3. Indien dit lid wegvalt kan men alleen verder praten over de contributie-regeling. Het raadslid Looijen geeft te kennen dat naar zijn mening lid 5 van artikel moet blijven staan. Het raadslid Gelten geeft aan dat de fractie van de partij de Putse Belangen dezelfde mening heeft. Het raadslid Adams geeft te kennen dat het lid 5 van artikel 6 volgens de fractie van het C.D.A. raag komen te vervallen. Het raadslid Meijer Drees zegt dat het lid 5 van artikel 6 volgens de fractie van de V.V.D. mag komen te vervallen. Het raadslid Quireyns zegt dat wat hem betreft artikel 6, lid 5 mag blijven staan. Wethouder Buijs merkt op dat men nu over zaken besluiten zit te nemen waarvan men niet op voorhand weet of ze haalbaar of niet haalbaar zijn. Hij merkt op dat het volgende agendapunt, de subsidieverordening, indertijd door het college ter toetsing is aangeboden aan de Verenigde Nederlandse Gemeenten. Hij wil bij deze een tussenvoorstel doen om daarmee de discussie omtrent het wel of niet haalbaar zijn van deze verordening te ondervangen, namelijk om een juridische toetsing van dit concept te laten verrichten door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Hij zegt dat de toetsing gratis gedaan wordt. Hij zegt ook te weten dat dat waarschijnlijk een maand vertraging met zich mee zal brenge Maar hij ziet liever een goed onderbouwd stuk dat een maand vertraging heeft opgelopen, dan een stuk, dat door de raad gejaagd is en waarvan de consequenties nog onbekend zijn.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1988 | | pagina 159