-16- Hij hoopt hiermee een beetje redelijk over te komen. Zijn bedoeling hierachter is ervoor te zorgen dat het stuk het haalt. Indien de beste manier om dit voor elkaar te krijgen is om dit via de commissie te doen, dan vindt hij dat het maar op die manier moet, ook al vindt hij dat heel jammer. Het raadslid Adams merkt op dat één van de onvolkomenheden van dit voorstel bijvoorbeeld is dat er wel gesproken wordt over inkomsten en minimum lonen, maar niet over het eventuele vermogen dat een aanvrager achter de hand zou kunnen hebben. Hij vindt dit een principieel punt. Hij verwacht dat wanneer dit soort zaken er nu ingevoegd moeten worden er stuk gecreëerd wordt dat juridisch niet helemaal in orde is en waar van Gedeputeerde Staten ook op bepaalde punten zullen zeggen dat het niet klopt. Hij denkt dat het echt beter is dit stuk eerst in de com missie te behandelen zodat al deze onvolkomenheden naar voren komen en opgelost kunnen worden. Het raadslid Looijen herhaalt zijn standpunt dat hij ook reeds voor de schorsing heeft verkondigd, namelijk dat dit voorstel tijdens deze raadsvergadering dient te worden behandeld. Hij voegt daaraan toe dat PP het raadslid Meijer Dreeswelke zijn standpunt gedurende de raads vergadering wijzigt, volgens hem het recht heeft zo over te komen als hij is. Hij lacht hem daarom niet uit. De voorzitter vraagt of hij uit dit debat kan concluderen dat er niet meer gesproken hoeft te worden over deze materie welke politiek gevoelig is en tamelijk op de spits gedreven wordt in deze vergadering. Hij stelt de raad voor te stemmen voor of tegen het doorsturen van dit stuk naar de commissie financiën, zodat deze commissie het in haar oktobervergadering kan behandelen. Het raadslid Gelten zegt de mening van het raadslid Quireyns nog niet te hebben gehoord. Hij zou deze ook graag vernemen. Het raadslid Quireyns zegt het voorstel in stemming te willen brengen. Uit een hierna gehouden mondelinge stemming blijkt dat 6 leden te weten Pasteuning, Schouteten, Gelten, Quireyns, Schoonen en Looijen) voor en 5 leden (te weten Adams, van Wees, Meijer Drees, Buijs en Seen) tegen de onmiddellijke behandeling van het stuk in deze raadsvergadering heb ben gestemd zodat er door wordt gegaan met de behandeling. De voorzitter zegt dat de toelichting op het initiatief-voorstel reeds is gegeven door de heer Schoonen, hetgeen betekent dat het voorstel ^P artikelsgewijs doorgenomen kan gaan wonen. Wethouder Buijs zegt dat hij zich het advies van de Verenigde Nederlandse Gemeenten herinnert met betrekking tot het volgende punt dat op de agenda staat, namelijk dat in de kop van de verordening tot uitdrukking dient komen wat het beleidsterrein ervan is. Hij merkt op dat de kop van deze verordening is "Contributiesubsidieregeling", ter wijl hij contateert dat er in de rest van de. verordening veel verder gegaan wordt dan het contributiesubsidiëren. Hij vindt dan dat of de kop of de inhoud van de regeling gewijzigd moet worden, daar in de regeling ook over het subsidiëren van kleding en schoeisel gesproken wordt. Wethouder Seen merkt op dat hij aansluiting zou willen bij de Algemene Bijstandswet op het gebied van uitsluiting van diegenen met een groot vermogen. Het raadslid Looijen vraagt wat wethouder Seen met een groot vermogen bedoelt: mensen met een groot banksaldo, een onroerend goed, of zeer kapitaalkrachtige roerende goederen? Wethouder Seen zegt dat dat exact in de Algemene Bijstandswet omschre ven staat en dat hij daarop graag aansluiting zou willen zien. De voorzitter vraagt onder welk punt dit dan opgenomen zou kunnen worden. Wethouder Seen merkt op dat hij dit niet direct zou kunnen zeggen. Hij heeft de verordening wel goed doorgelezen, maar is echter zijn aan tekeningen vergeten.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1988 | | pagina 156