Zij vroegen echter wel antwoord op enkele vragen, alsmede een verdere uitwerking van het plan. Hij zegt dat dit laatste ook werd herhaald in de gemeenteraadsvergadering van 12 april j.l., waarbij opgemerkt werd dat na uitwerking er best nog eens over het voorstel gesproken kon worden. De fractie van het C.D.A. stelt derhalve voor het voorstel ter bespreking aan te bieden aan de commissie financiën alvorens het aan de gemeenteraad ter goedkeuring wordt aangeboden. Hij merkt op dat het voorstel eigenlijk in de commissie financiën is blijven steken. Het is in de gemeenteraad behandeld om dat anders de tijd zou verstrijken. Hij zegt dat het nu zo ver is uitgewerkt en ingevuld. Hij vindt dat het nu weer in de commissie financiën thuis hoort ter advisering. Het raadslid Meijer Drees vraagt welke mogelijkheden er zijn om hieraan uiteindelijk een voorstel te verbinden van het college van burgemeester en wethouders. Hij merkt op dat het raadslid Adams zojuist een moge lijkheid heeft aangedragen. Hij vraagt of er nog meer van dergelijke mogelijkheden zijn. De voorzitter zegt, dat hierover in het college vergadering reeds gesproken is. Zij vinden dat een initiatief-voorstel ook een initiatief-voorstel moet blijven. Hij merkt op dat het raadslid Adams heeft aangegeven het voorstel terug in handen te willen stellen van de commissie financiën, welke zich op 31 maart heeft uitgesproken voor nadere uitwerking van het voorstel alvorens er een advies over uit te brengen Hij denkt dat er aan de hand van dit advies gezegd kan worden dat de commissie financiën reeds toen gevraagd heeft het voorstel na behan deling terug te mogen ontvangen ter advisering. De voorzitter merkt op dat de commissie van advies over het algemeen gehouden is advies uit te brengen aan het college van burgemeester en wethouders. Het is dus mogelijk dat het voorstel terug gaat naar de commissie van advies, zijnde de commissie financiën, waarna er door hem een advies wordt uitgebracht. Hij zegt vervolgens echter dat burgemeester en wethouders niet gehouden zijn het initiatief-voorstel van het raaslid Schoonen over te nemen. Het zou dan ook geen intitiatief-voorstel meer zijn. Hij vindt, dat indien het voorstel terug moet naar de commissie van advies, zij derhalve niet aan burgemeester en wethouders dienen te adviseren, maar aan het raadslid Schoonen. Op deze wijze is het raadslid Schoonen, volgens hem, dan nog in de gelegenheid het voorstel aan te passen en eventueel te verbeteren alvorens het aan de raad aan te bieden ter vaststelling. Dit lijkt hem de meest juiste weg. Hij is namelijk van mening dat een initiatief-voorstel een initiatief voorstel moet blijven. Het raadslid Meijer Drees vraagt of er nog een tweede weg isdaar de voorzitter zojuist eigenlijk de weg nader verklaarde welke het raadslid Adams voorstelde te volgen. De voorzitter zegt dat de tweede mogelijkheid is dat er direct een besluit wordt genomen door de raad op het voorstel zoals het nu wordt aangeboden Het raadslid Looijen zegt het spijtig te vinden dat het raadslid Adams pas nu met het voorstel komt dit initiatief-voorstel terug te nemen en het wederom de commissie ter beoordeling aan te bieden. Hij vindt dat de heer Adams dit reeds eerder kenbaar had kunen maken, zowel aan de heer Schoonen als aan het college van burgemeester en wethouders. Hij merkt op dat er momenteel door de fracties lang is vergaderd over dit voorstel, waarbij veel vragen en opmerkingen naar voren zijn gekomen, hetgeen dan waarschijnlijk in de commissievergadering doorgesproken had kunnen worden. Hij legt uit dat ook de fractie van zijn partij dit voorstel uitvoerig heeft doorgenomen en een standpunt heeft ingenomen.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1988 | | pagina 153