-10- 15. Voorstel tot aanschaffing van nieuwe vloerbedekking ten behoeve van de kamer van het hoofd algemene zaken Het raadslid Pasteuning vraagt waarom er steeds toch maar 1 offerte te vinden is bij dergelijke voorstellen. Hij merkt op dat dit herhaalde lijk gebeurt. Er is volgens hem een plaatselijke firma die ook de vloerbedekking zou kunnen leveren. Waarom ligt er van die firma geen offerte bij? Hij denkt dat die firma alleen mag leveren wanneer er met spoed een stukje vloerbedekking moet worden gelegd in het gemeentehuis, anders niet. De voorzitter zegt dat de oppervlakte van die kamer even groot is als de oppervlakte van de kamer waarin hij zelf werkt. Toen de vloer in zijn kamer opnieuw bedekt moest worden zijn er wel twee offertes uitgebracht. Echter de leverancier waarvan nu de offerte op tafel ligt was toen het goedkoopste. Hij zegt dat deze ook nu het goedkoopste is en dat het college zich daarom daarbij heeft gehouden. De werkzaamheden die deze leverancier verricht heeft waren volgens hem uitstekend. Hij zegt dat ook dit voorstel goed overwogen is. Het raadslid Pasteuning vindt dat de plaatselijke firma een kans gege- ven moet worden. Hij zegt niet dat die firma zonder meer het werk aan besteed moet krijgen. Echter hij vindt dat het college hem een kans moet geven ook een offerte uit te brengen. De voorzitter zegt dat wanneer men iemand een offerte laat uitbrengen er wel een redelijke kans in moet zitten dat hij het werk toegewezen zal krijgen. Het raadslid Looi jen vraagt of er ook inderdaad een offerte gevraagd is aan deze plaatselijke firma. De voorzitter zegt dat er dit keer geen offerte is gevraagd, maar de vorige keer wel. Het raadslid Looijen vindt dat het college, wanneer zij een idee had van de stof welke nu gebruikt gaat worden, ook aan de plaatselijke firma had kunnen vragen. De voorzitter zegt dat de plaatselijke firma toen duurder was. Hij zegt wel toe dat er de volgende keer weer een kans gegeven zal worden aan de plaatselijke firma en dat er dan rekening gehouden zal worden met de opmerkingen vanuit de raad. Aangezien niemand meer het woord verlangt of stemming wordt fl overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 16. Voorstel tot wijziging van het besluit d.d. 7 juni 1988 inzake de bouw van 8 driekamerwoningen aan de Breestraat Het raadslid Pasteuning zegt de stukken bestudeerd hebben, waarbij hem de term kopkosten is opgevallen. Hij zegt wel te weten wat koopkosten zijn, echter wat kopkosten zijn zou hij graag vernemen. Wethouder Seen weet niet goed hoe hij hiervan een omschrijving moet geven. Hij legt uit dat de ambtenaren op het ministerie in eerste instantie zeiden dat hieromtrent een raadsbesluit moest zijn genomen voor 15 augustus, anders zou de gehele bouw niet doorgaan. Dit alleen omdat er 37, minder uitgegeven zou moeten worden dan uit de eerste aanvraag bleek. Hij vertelt dat het college aan het ministerie gevraagd heeft deze aanvraag terug te zenden zodat deze kosten er van afgetrokken zouden kunnen worden. Dit werd volgens hem niet geaccepteerd. Men wilde perse dat aan alle formaliteiten werd voldaan. Hij zegt dat er dus een nieuw raadsvoorstel moest komen. Het gemeentebestuur kreeg, na overleg, tot aan deze raadsvergadering uitstel om een nieuw besluit te nemen. Hij zegt dat het gaat om 37,per woning hetgeen naar zijn mening te? belachelijk is om nog over te praten.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1988 | | pagina 150