De voorzitter zegt dat de woningen aan de Tulpstraat door Openbare Werken geïnventariseerd moeten worden, waarna een rapport betreffende de bevindingen binnen het college besproken kan worden. Wethouder Seen zegt er verheugd mee te zijn dat de heer Looijen zijn groenvoorziening iets minder uitbundig heeft gemaakt. Hij geeft hier voor een compliment. Voor wat betreft het groen in de Breestraat zegt hij toe dit beslist onder de aandacht van de betreffende afdeling te zullen brengen. Betreffende de suggestie van de heer Looijen aangaande het oude Battersterrein zegt hij dat dit een suggestie is die wellicht eens bekeken zou moeten worden. De voorzitter zegt dat het college naar de illegale camping in de Heidestraat een onderzoek zal laten instellen, waarna die maatregelen genomen moeten worden die noodzakelijk zijn. Hij verwacht dat dit op vrij korte termijn kan, zodat er met een gerust hart de vakantie ingegaan kan worden. Voor wat betreft de door het raadslid Looijen aangereikte stukken van de NOVIB, zegt hij dat hij deze inmiddels al wel bestudeerd heeft. Zij zijn echter nog niet binnen het college van burgemeester en wethouders besproken. Dit zal echter wel op vrij korte termijn gebeuren, zodat het college daaromtrent na de vakantie kan komen met een antwoord aan de gemeenteraad. Betreffende parkeermoeilijkheden waarover de heer Gelten sprak vraagt hij of het hier gaat om vreemde auto's. Het raadslid Gelten bevestigt dit. Het zijn vreemde auto's welke voor de garagedeuren gezet worden. Vanaf dat moment kan er niemand meer in of uit Wethouder Seen vraagt waar die auto's dan thuishoren. Hij snapt niet waar de bestuurders ervan dan naar toegaan. Het raadslid Gelten zegt hierop geen antwoord te hebben. De chauffeurs kunnen volgens hem niet gevonden worden. Het raadslid Looijen zegt dat het wellicht pendelaars zijn die met men sen meerijden welke daar in de buurt wonen. De voorzitter zegt dat er misschien een methode is om dit te voorkomen, namelijk door de buurtwoners huis aan huis een briefje te sturen, waarin gevraagd wordt of zij de auto's daar niet meer weg willen zet ten, omdat er anders onplezierige maatregelen getroffen moeten worden. Indien het voortkomt uit pooling, dan kan dit op een andere wijze wor den opgelost. Ten aanzien van de opmerking van de heer Schoonen zegt hij dat wethouder Buijs hierop wilde reageren. Het raadslid Schoonen vraagt of hij daar nu op mag reageren. Ten aan zien van het door de heer Buijs gesuggereerde, namelijk de voorzitter op de korrel wilde nemen, zegt hij dat dit niet waar is. Hij vindt dat een belachelijke zaak, want wanneer hij terugkijkt naar het begin van deze raadsperiode en men zou er de notulen bijnemen, welke de heer Buijs heeft volgesproken, dan was men nog lang bezig. Het gaat hem in deze echter om de realiteit. Hij zegt op bladzijde 13 een antwoord te krijgen van wethouder Seen. Hierop vraagt hij of dit een reden is om een Puts bedrijf te passeren. Hierop zegt de voorzitter tegen hem dat hij zich tijdens de rondvraag uitdrukkelijk moet beperken tot het stellen van vragen. De voorzitter zegt dat dit geen discussie is. De voorzitter heeft hem naar zijn mening dus gewezen op het alleen maar stellen van vragen en zich daartoe te beperken, hetgeen dus in strijd is met reglement van orden. Op bladzijde 14 gebeurt dit naar zijn mening nogmaals. Hij citeert "Vervolgens zegt hij tegen de heer Schoonen dat het hem spijt, maar dat hij niet nogmaals zal antwoorden op vragen die hij reeds schriftelijk beantwoord heeft. De voorzitter zegt dat de heer Schoonen dit niet allemaal hoeft te citeren. Iedereen kan dit in zijn eigen notulen lezen. Hij begrijpt dat de heer Schoonen het niet met hem eens is.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1988 | | pagina 136