Het raadslid Schoonen merkt op dat in het nieuwbouw-programma in de vrije sector voor 1990, 3 woningen, voor 1991 1 woning, voor 1992 5 woningen en voor 1993 1 woning staan. In de ongesubsidieerde sector eindigt het op 0. Bij de sector van de "premie koopwoningen" staan er voor 1990 12 woningen, voor 1991 7 woningen, in 1992 1 en in 1993 1 woning gepland om gebouwd te worden. Vervolgens merkt hij op dat in het blad "Cobouw" van die week geschreven staat dat de woningbouw in de vrije sector met bijdrage toeneemt met 20 Volgens het C.B.S. zijn de onderlinge verschillen: 6 bij voltooide woningen in de sociale huursector, tegen 19 waaraan begonnen is. In de vrije sector met bijdrage ziet hij als uitkomsten: voltooid 31 tegen begonnen 14 In de inkomensafhankelijke gesubsidieerde bouw merkt hij een vermindering op van 12 voltooid, tegen 11 begonnen. Hij vraagt of het niet belangrijk is om meer in de vrije sector te gaan werken indien deze tendens in de cijfers van het C.B.S. zich voortzet. Vervolgens merkt hij op dat hij het woningverbeteringsprogramma in dit voorstel mist. Hij vraagt of er in de periode 1989 tot en met 1993 geen woningen verbeterd moeten worden in Putte, en waarom hiervoor geen contigenten zijn opgenomen. De voorzitter zegt dat er ten opzichte van de woningverbetering nu nog niets gezegd kan worden. Dit hangt geheel af van het aantal aanvragen dat jaarlijks binnenkomt. Deze aanvragen worden vervolgens bekeken aan de hand van de subsidieverordening stads- en dorpsvernieuwing. Voor wat betreft de vrije sector-woningen en de contingentering in de vrije sectorbouw, zegt hij, dat dit afhangt van de beschikbare bouwgrond. Het bestemmingsplan "Hoge Berg II" is beperkt. Ten aanzien van het evenwicht in de planningslijst is voor ons van belang het terugdringen van de achterstand in het bouwen van huurwoningen. Dit laatste is dan wel niet te vergelijken met de weergave omtrent de koopwoningbouw van het raadslid Schoonen. Het raadslid Schoonen merkt op dat hij de landelijke tendens naar voor brengt. De voorzitter zegt dat het plan zich elk jaar wijzigt, en dat de moge- lijkheid aanwezig is het eens bij te stellen, en eens te kijken hoe het zich ontwikkelt. Naast het feit dat dit een planningslijst voor het ministerie van V.R.O.M. is, is het ook goed dat hij door de leden van de gemeenteraad bekeken wordt. Hierdoor kunnen ook zij zich volgens hem een mening vormen betreffende de onwikkeling van de woningbouw binnen de gemeente waarnaast zij ook na kunnen gaan of de bestemmingsplannen welke in werking zijn volledig voldoen aan de wensen van destijds. Zodoende kunnen de gemeenteraadsleden bekijken of de bestemmingsplannen eventueel bijgesteld moeten worden, of er eventueel nieuwe grond bij- gekocht moet worden, en of er eventueel nieuwe plannen moeten worden ontwikkeld, of een combinatie ervan. Het raadslid Schoonen merkt op dit laatste gedoeld te hebben tijdens zijn betoog. Het raadslid Looijen vraagt in het kader van deze planningslijsten voor het ministerie van V.R.O.M., hoe op dit ogenblik de woningurgentie is bij mensen die geboren zijn in ons dorp of welke een economische binding met ons dorp hebben. De voorzitter zegt dat de gemeente Putte zoveel mogelijk bouwt. Ten aan zien van de premie-woningbouw zegt hij, dat hiervoor een duidelij- kie aanvraag aanwezig is. Daarnaast wordt voor wat betreft de sociale woningbouw duidelijk de hand gehouden aan de contingentering. Hierbij wordt tevens rekening gehouden met de lijst van woningzoekenden. Hier mee rekening houdend zal er zich in de toekomst een verschuiving voordoen. Verdere urgentiebepalingen hangen af van de woonruimte, hetgeen niets met deze planningslijsten te maken heeft.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1988 | | pagina 114