7. Behandeling bezwaarschrift van de Heer J.W.M. Looijen tegen het besluit van de raad van 17 maart 1987. Het raadslid Meijer Prees zegt dat de fractie van de V.V.D.voorstelt het bezwaar schrift ongegrond te verklaren. Volgens de fractie van de V.V.D. heeft zijn mondelinge toelichting, gegeven tijdens de hoorzitting, geen nieuwe aspecten toegevoegd. Verder meent de fractie dat de ju risprudentie in dit opzicht heel duidelijk spreekt. Het raadslid Adams zegt dat de fractie van het C.D.A. dit voorstel steunt. Het raadslid Schoonen zegt het navolgende: Mijnheer de voorzitter, naar aanleiding van de algemene beschouwingen van Putse Belangen over het goed leven in Putte, heeft U destijds gefilosofeerd. Uw filosofie zette daar vraagtekens bij, met de woorden: Hoe goed is het leven in Putte? Mijnheer de voorzitter, het agendapunt dat nu voor ons ligt, daarvan is nu al voor spelbaar hoe het behandeld zal worden, en hoe de uitslag zal zijn. Maar formaliteit moet doorgang vinden. Maar ja goed, hoe goed is het leven in Putte? De heer Looijen heeft een bezwaarschrift ingediend tegen het aan hem verleende ontslag als wethouder. Het bezwaarschrift is gebaseerd op enkele hoofdpunten: Het niet horen van de appellant. Appellant maakt hiertegen terecht bezwaarAppellant had zeker gehoord dienen te worden. Dit laatste is duidelijk bevestigd door de rechts1 van de Raad van State bij de behandeling van het schorsingsverzoek van appellant. De rechter, die de zaak voorzatheeft de gemeenteraad van Putte met duidelijke, niet mis te verstane, woorden te kennen gegeven, dat het hier wel degelijk om een schriftelij besluit gaat en dat het wel degelijk rechtsgevolgen heeft. Alleen al om deze uitspraak van deze rechter dient de gemeenteraad het bezwaarschrift gegrond te verklaren. Ten tweede. Appellant wijst erop, dat, staande de vergadering van 17 maart 1987, de verordening is aangepast aan de wijziging van de wet AROB, gedateerd 18-12-1986, en ingaande 1-1-1987. Het tijdens een lopende procedure aanpassen van een verordening kan gewoon niet. Het bezwaarschrift diende behandeld te worden naar de bestaande verordening. Ten derde. Appellant vindt dat de 7 motivatiepunten niet staande gehouden kunnen worden. Hij heeft ze dan ook duidelijk allemaal weerlegd. De conclusie van de Putse Dorpspartij is, dat de gemeenteraad van Putte niets anders doen kan dan het bezwaarschrift van de heer Looijen gegrond verklaren. Het raadslid Gelten spreekt de navolgende woorden uit: Mijnheer de voorzitter, het zal U duidelijk zijn, dat de fractie van de partij Putse Be langen zich van begin af aan heeft verzet tegen de ontslagredenen en de ontslagproced^e zoals deze is gelopen ten opzichte van de 'heer Looijen als wethouder. Ik kan dan ook volledig achter de woorden staan die zojuist zijn uitgesproken door de heer Schoonen. De fractie van de Partij Putse Belangen vindt eveneens dat het bezwaar van de heer Looijen gegrond verklaard dient te worden. Het raadslid Schoonen verlangt stemming. De voorzitter constateert dat dit verzoek wordt ondersteund. Uit een hierna gehouden mondelinge stemming blijkt dat de leden Adams, Meijer Drees, van Wees, Quireyns, Buijs en Seen vóór en de leden Gelten, Pasteuning, Schoonen en Schouteten tegen ongegrondverklaring van het bezwaarschrift hebben gestemd, zodat het bezwaarschrift, ingediend door de heer J.W.M. Looijen, ongegrond is verklaard. 8. Rondvraag. De voorzitter deelt mede dat het college zich beraden heeft over de aanpak van de beantwoording van de vragen, gesteld tijdens de rondvraag. Het college zal in het vervolg trachten dit op een soepele wijze te hanteren, dat wil zeggen dat eenvoudige vragen direct zullen worden beantwoord, en dat gewichtige of ingewikkelde vragen, waarvoor nader onderzoek vereist is, schriftelijk zullen worden beantwoord. Het raadslid Gelten vraagt hoever het staat met de signalisatie van de vluchtheuvels op de Antwerpsestraat. Voorts stelt hij de hoek bij Albert Heijn aan de orde. De paaltjes op de beide hoeken zijn er inmiddels uitgereden. Hij stelt dat die hoek afgekort zou worden, in samenspraak met de uitvoerder en Provinciale Waterstaat. Al deze werken zouden medio april 1987 uitgevoerd worden. Tot op heden heeft men daar weinig van kunnen merken.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1987 | | pagina 91