GEMEENTE PUTTE (N.BR.) Notulen openbare raadsvergadering van 12 mei 1987. Aanwezig: burgemeester W.B.H. Bos, voorzitter, en de leden Mevrouw E. van Wees-TrümnerJ. Adams, L. Buijs, A. Gelten, E. Meijer Drees, H. Pasteuning, R. Quireyns, P. Schoonen, E. Schouteten en A. Seen. Afwezig met kennisgeving: de heer J. Looijen. Notuliste: M. Derksen-Timmermans 1. Opening. De voorzitter opent de vergadering met het gebruikelijke gebed en heet alle aanwezigen van harte welkom. Hij deelt de raad mede, dat de heer Looijen niet bij deze vergadering aan wezig is vanwege het overlijden van zijn schoonzoon.Hij leest de ontvangen brief voor. Hij spreekt zijn droefenis uit over dit overlijden, en wenst de heer Looijen en zijn familie sterkte toe bij het verwerken van dit verlies. 2. Vaststelling notulen openbare raadsvergaderingen van 7 en 14 april 1987. Zonder dat iemand het woord verlangt of stemming wordt besloten de notulen vast te stellen,onder dankzegging aan de notuliste. 3. Ingekomen stukken. het raadslid Schoonen zegt met betrekking tot punt 9 (Brief van het Vormingswerk Jonge Volwassenen te Utrecht met betrekking tot het Jeugdwerkgarantieplan), dat het hier gaat om jongeren met afgebroken schoolopleidingen, negatieve school ervaring, waardoor zij in een slechte inkomenspositie komen te verkeren. Mede daardoor wordt hen afhankelijkheid van ouderen opgedrongen, mede daardoor ontstaat een slechte thuis-ervaringen gaan ze gebrekkig sociaal functioneren. Daarbij komt nog dat ze geen werkervaring opdoen. Kortom: Er bestaat een kans, dat er een aantasting plaatsvindt van hun gevoel voor eigenwaarde. Hij zou graag zien dat het college daadwerkelijk aandacht aan deze jongeren zou besteden, teneinde deze groep een betere kans te geven. In het verleden heeft hij het college al eens gewezen op het banenplan "Vledder". Destijds heeft het college toegezegd met deze gemeente contact op te nemen. Hij vraagt of dit gebeurd is. Het zou nu wellicht een mooi moment zijn om een en ander te combineren. Met betrekking tot punt 20 (Beantwoording van vragen, gesteld tijdens de raads vergadering van 7 april 1987), zegt hij over de huisvesting van de Tamils. Zoals U misschien begrepen zult hebben, heb ik alleen de oproep van de gemeente Oud-Gastel verwoord, welke in het Streekgewest is gedaan. Ik-zelf heb in deze geen standpunt verwoord. Ik verzoek U het antwoord, welke U mij gegeven hebt, aan de gemeente Oud-Gastel te geven. Met betrekking tot het punt "reglement van orde voor de vergaderingen van het college van burgemeester en wethouders" zegt hij: Mijnheer de voorzitter, met deze vraag heb ik geen enkele kritiek laten horen op de besluitvorming binnen het college. Ik zou niet graag, daar ik aanneem dat de besluitvorming correct is. Of er behoefte is aan een reglement van orde voor de vergaderingen van burgemeester en wethouders, is niet relevant. Relevant is dat de gemeentewet nageleefd wordt, en dat is in deze duidelijk niet het geval. Met betrekking tot het punt "het verstrekken van informatie met betrekking tot de financiële positie van de gemeente in de loop van het begrotingsjaar", zegt hij: Mijnheer de voorzitter, met het beantwoorden van deze vraag heeft U me wel erg teleurgesteld. Het is toch normaal, dat leden van de raad weten wat de stand van zaken is ten opzichte van de gemaakte begroting?

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1987 | | pagina 88