2 De voorzitter zegt dat over deze aangelegenheid in het college van burgemeester en wethouders duidelijk is gesproken. De vraag is hoelang het welstandstoezicht bij Bouwtoezicht ondergebracht blijft. Het Bouwtoezicht is namelijk aan het "afkalven". Hij zegt dat het college er niet helemaal is uitgekomen. Het college heeft toen besloten naar het standpunt van de raad te informeren. Het college wil graag het standpunt van de raad weten, voordat een aanstaande ver- 4 gadering bezocht wordt. Hij vermeldt dat het welstandstoezicht door Bouwtoezicht West-Brabant gedurende de jaren 1983, 1984, en 1985 respectievelijk 6460,6448,en 6230,heeft gekost. Dat is niet zo'n dure aangelegenheid. Hij denkt dat wanneer Putte zich voor deze aangelegenheid aan zou sluiten bij een grote gemeente of een andere instantie, het de gemeente Putte meer geld zou kosten. 4 Het raadslid Seen vraagt waarom het college er niet uitkwam. De voorzitter zegt dat de meningen binnen het college in deze verdeeld waren. Hij stelt dat de raad geen besluit hoeft te nemen. Het college vraagt alleen naar het standpunt van de raad. Het raadslid Seen vindt het prima zoals het nu gaat. Het raadslid Buijs zegt te begrijpen dat er geen eensluidende mening is binnen het collegd# Hij vraagt waarom dat niet in een voorstel wordt gegoten. Hij stelt dat de raad toch ook het recht heeft kennis te nemen van minderheidsstandpunten. Hij vindt dat als de voorzitter zegt dat de raad zich niet uit hoeft te spreken, dit punt ook niet op de agenda geplaatst hoefde te worden. De voorzitter zegt nogmaals dat het college een standpunt van de raadsleden vraagt. Hij stelt dat het college dit kan doen. i Het raadslid Buijs zegt dat er dan geen college meer nodig is. Dan kunnen ambtenaren de agenda voor de raad voorbereiden. De heer Seen verwijst naar de regels die staan in de gemeentewet. Hij zegt dat het college hiernaar toch hoort te handelen. De voorzitter zegt dat het college dat ook wel doet. Het raadslid Buijs zegt dat het college dat niet doet. Hij zegt, dat als het college dan toch het standpunt van de C.D.A.-fractie wenst te weten, dan de voorkeur van I de C.D.A.-fractie uitgaat naar instandhouding van het Bouwtoezicht: liquidatie zal leiden toch het opnieuw moeten stichten van een adviesorgaan voor wat betreft de welstand. Dat zou aanmerkelijk meer gaan kosten. Bovendien zouden de gemeenten bij liqui datie op moeten draaien voor een aantal wachtgeldregelingen. Dat zou daar nog eens bovenop komen. Wethouder Looijen zegt niet goed te begrijpen hoe de heer Seen aan de veronderstelling komt dat er binnen het college anders over gedacht zou worden. Naar zijn mening is dat nergens in verwoord. Het raadslid Buijs zegt het de voorzitter zelf hebben horen zeggen. Het raadslid Seen zei dit te veronderstellen, en daarom heeft hij ook die vraag gesteld. Hierop heeft de voorzitter bevestigend geantwoord. De voorzitter zegt tenslotte dat het standpunt van de raad duidelijk is. PP 4 5. Voorstel inzake de wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en het Besluit op de Ruimtelijke Ordening. Zonder dat iemand het woord verlangt of stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. I 6. Voorstel tot verkoop woningwetwoning Nieuwstraat 36. Zonder dat iemand het woord verlangt of stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 7. Voorstel tot verkoop woningwetwoning Keizerstraat 77. t Zonder dat iemand het woord verlangt of stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 8. Voorstel tot aankoop van grond. Zonder dat iemand het woord verlangt of stemming wordt overeenkomstig het voorstel i van burgemeester en wethouders besloten.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1987 | | pagina 5