Die argumentering om te korten kwam voort uit de cijfers die de fanfare zelf opge geven heeft. De post voor dirigents- en administratiekosten was met 1200,opgevoerd. Hieromtrent werd zelfs een aantekening van de desbetreffende ambtenaar aangetroffen. Dan was er de veel te lage opbrengst van de kantine. De consumpties zijn meer dan 40* lager in prijs dan in andere horecagelegenheden of kantines van sportclubs. Tenslotte maakt hij nog een opmerking over de gang van zaken rondom de hoorzitting. Op de dag van de hoorzitting was hij 's morgens naar het gemeentehuis gegaan om de stukken die betrekking hadden op deze zaak in te zien. Hij is namelijk lid van de commissie voor de bezwaar- en beroepschriften. Toen werd hem door de heer van den Broek het dossier aangereikt, waarin alleen het bezwaarschrift en het subsidiebesluit zaten. 's Avonds, tijdens de hoorzitting, bleek dat de heer van den Broek een stapel papieren bij zich had welke betrekking hadden op het bezwaarschrift. Hij maakt dan ook bezwaar tegen het horen, als niet voor die tijd de gelegenheid is geboden om een volledig dossier in te zien. Verder maakt hij bezwaar tegen de procedure van het horen. De voorzitter van de commissie, de heer Seen, zou met de heer Gelten en spreker contact opnemen over de hoorzitting, en wel in de week van 9-13 maart 1987. Er zou dan een bijeenkomst komen om het verslag op te stellen. Dit is allemaal niet gedaan door de heer Seen. Het voorliggende verslag is een puur ambtelijk verslag. De commissie heeft er voor spek en bonen bijgezeten. In het verleden heeft de commissie altijd een advies uitgebracht. Hij vraagt of dit niet meer nodig is. Het spijt hem het te moeten zeggen, maar hij stelt dat weer de dienst wordt uitgemaakt door iemand die daarvoor niet is aangewezen. Het raadslid Gelten zegt, richting de heer Adams, dat er inderdaad een motivatie is gegeven tijdens de vergadering van de commissie financiën op 30-9-1986. Wellicht was de heer Adams toen niet aanwezig. De heer Quireyns heeft tijdens de raadsvergadering op 4-11-1986 precies dezelfde motivatie gegeven, als spreker zojuist naaf voren heeft gebracht. Wethouder Buijs stelt dat door de heren Looijen en Gelten wordt voorgesteld om dit voorstel terug te nemen. Hij maakt de raad erop attent dat het gemeentebestuur dan in moeilijkheden komt met de beroepstermijn. Er is namelijk een bezwaarschrift ingekomen, waarop binnen de bezwarentermijn een beslissing moet worden genomen. De heer Looijen stelt dat er 2 subsidies gegeven moeten worden: 1 subsidie volgens de SONMO-norm. Dat is precies volgens de subsidie-verordening. En een bedrag.per jeugdlid, en dat is ook precies volgens de subsidieverordening. Hij ziet niet1waarom het verzoek om subsidie weer terug naar de commissie financiën zou moeten. Bovendien zijn er geen nieuwe feiten qua cijfers, aangevoerd. De cijfers die nu bekend zijn, zijn exact dezelfde als die welke" ten tijde van de vergadering van de commissie financiën bekend waren. Ook daarom ziet hij het nut van het teruggaan naar de commissie niet in. Dan stelt de heer Looijen dat een instelling niet voor subsidie in aanmerking komt, als er meer dan 150* van het.laatstelijk vastgestelcfe exploitatietekort aan reserves is. Het laatstelijk vastgestelde exploitatietekort van 1985 was 16.000, Nu, 150* van 16.000,— 24.000, terwijl op de voorkant van het subsidie- aanvraagformulier voor 1987 staat vermeld dat er een reserve is van 9.952,07. Dat is dus helemaal geen 24.000, Het raadslid Quireyns zegt achter dit voorstel te kunnen staan, gezien de gemaakte procedure-fouten. Hij wil toch de hantering van de SONMO-norm in de toekomst ter discussie stellen. Dit heeft hij ook de wethouder laten weten. Echter, voor het jaar 1987 kan hij met het voorstel meegaan. Het raadslid Gelten neemt de mogelijkheid, dat een organisatie als de K.N.V.B. begint met normen vast te stellen, waarvoor de Grenswachters in aanmerking komen gezien hun subsidieaanvraag. Hij vraagt aan wethouder Buijs of deze norm dan ook in principe wordt gehonoreerd. De voorzitter zegt dat dit niet aan de orde is. Het raadslid Gelten vraagt wat voor betekenis het college hecht aan de term "in princi Hij vraagt of dat "in beginsel" als advies wordt gszien of als een bindende regel.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1987 | | pagina 57