GEMEENTE
PUTTE (N.BR.)
Notulen openbare raadsvergadering van 7 april 1987.
Aanwezig: burgemeester W.B.H. Bos, voorzitter, en de leden Mevrouw E. van Wees-
Trümner, J. Adams, L. Buijs, A. Gelten, J. Looijen, E. Meijer Drees, H. Pasteuning,
R. Quireyns, P. Schoonen, E. Schouteten en A. Seen.
Secretaris: A.C.J. van Kaam.
Notuliste: M. Derksen-Timmermans.
1. Opening.
De voorzitter opent de vergadering met het gebruikelijke gebed en heet alle
aanwezigen van harte welkom.
2. Vaststelling notulen openbare raadsvergadering van 17 maart 1987.
Het raadslid Pasteuning zegt bij de rondvraag van de vergadering van 17-3 te hebben ge
vraagd of er al een rapport binnen was gekomen omtrent eventuele betonrot in
de riolering.
Het antwoord zou hem schriftelijk toegezonden worden. Helaas heeft hij nog niets
hiervan vernomen. Het bedoelde rapport lag ock niet bij de ingekomen stukken.
De voorzitter zegt dat het onderzoek reeds verricht is, maar dat het rapport nog
niet door het gemeentebestuur is ontvangen. Het zou vriendelijker geweest zijn,
als de heer Pasteuning een briefje had gekregen.
Aangezien niemand meer het woord verlangt of stemming wordt besloten de notulen
vast te stellen.
3. Ingekomen stukken.
Het raadslid Pasteuning vraagt n.a.v. punt 4 (Besluit van Gedeputeerde Staten van
Noord-Brabant tot goedkeuring van de 10e begrotingswijziging 1986 (plaatsen A
containers t.b.v. de afvoer van tuinafval)waar en wanneer de containers zullen
worden geplaatst. Tevens vraagt hij de bevolking hiervan op de hoogte te stellen.
In het bericht moeten ook de tijden,waarop gestort kan wordenvermeld worden, en ook
wat voor afval er gestort mag worden.
Wethouder Seen zegt dat deze aangelegenheid hedenmiddag in de collegevergadering
is besproken. Eerst zal tot publicatie worden overgegaan, en daarna zullen de
containers geplaatst worden op de afgesproken plaats.
Het raadslid Schoonen zegt m.b.t. punt 1 (Uitspraak van de Afdeling rechtspraak van
de Raad van State in het geschil tussen T. Verhoeven te Rotterdam en de raad van
de gemeente Putte), dat dit een duidelijk voorbeeld is van hoe een rechtsgang bein-
vloed is geworden doordat wethouder Buijs zijn overcapaciteit aan tuindersgebouwen
wist te promoveren tot fabrieksgebouwen.
Hij zegt: Mijnheer de voorzitter, het is toch in-triest dat wij deze procedure hebben
moeten verliezen door een bestemmingsplan zo te veranderen, dat alleen de wethouder
er voordeel aan had.
Wat kost het ons als gemeenschap om op een dergelijke manier te moeten verliezen?
Wat heeft het de appellantgekost? En wat gaat het nog velen onda: ons kosten,met
deze wethouder?
De voorzitter zegt dit voor kennisgeving aan te nemen.
Het raadslid Pasteuning vraagt m.b.t. punt 9 (Brandrapporten nrs. 1, 2, 3, A, en
3 van 1987) of het mogelij<is om in het informatieblad
aandacht te besteden aan brandgevaar in bos en heide, nu de warme tijd aanbreekt.
De voorzitter zegt dit mee te nemen. Hij merkt op dat de brandweer dit ook regelmatig
zelf vermeldt in de Putse Stencilkrant.
Bezien zal worden of er nog aanvullende informatie verstrekt kan worden. Hij stelt,
dat niet teveel dubbele informatie verstrekt moet worden. Het gaat erom, dat de
mensen het lezen.