- 4 - door de toenmalige oppositie kan worden verweten. Ziedaar het verschil in politiek inzicht. Er rest mij nog slechts de mogelijkheid om een beroep, dat ik op 27 februari reeds op het C.D.A. en de V.V.D. heb gedaan, nog eens te herhalen: neem de heer Looijen op in de nieuw gevormde coalitie, en versterk daarmee de basis waarop deze is gevormd. Gezien de financiële positie van onze gemeente en de te hanteren begroting, zal er ook nauwelijks ruimte zijn om de verschillende politieke inzichten in werkelijkheid te kunnen omzetten. Het raadslid Schoonen zegt dat dit voorstel goed gemotiveerd had moeten zijn, volgens artikel 87a der gemeentewet. Hij kan in het voorstel geen enkele motivering voor het slecht functioneren van wethouder Looijen terugvinden. Hij stelt dat er gewoon niets van het voorstel klopt. Hij haalt punt 7 van het voorstel aan, waarin naar een kranteartikel wordt verwezen. 0 Hij vindt dat je op deze manier geen voorstel tot ontslag-verlening motiveert. Hij weigert dit voorstel serieus te behandelen. Wethouder Looijen vraagt de heren Seen, Adams en Quireyns veel preciezer en met voorbeelden aan te geven wat zij allemaal bedoelen met de 7 punten die zij in hun voorstel opsommen. Het raadslid Seen zegt m.b.t. punt 1, dat het sinds jaar en dag gebruik is, dat wanneer een wethouder niet meer het vertrouwen geniet van de raad, hij uit eigener beweging opstapt. Dat wordt bedoeld met politieke zede. Toen er, even voor 1948, communistische wethouders waren die dat gebruik niet naleefden, heeft de wetgever daarvoor speciale regels gemaakt. T.a.v. punt 2 zegt hij dat met "conflicten" o.a. het conflict over de peep-show wordt bedoeld. Wethouder Looijen had in de "oude coalitie" toch een zeer zwaarwegenl^ stem. Hij citeert wethouder Looijen uit een krante-artikel"ik heb in ieder geval al een stempel op het college gedrukt. Degene die het hardst werkt overvleugelt de anderen een beetje". Wethouder Looijen had daar duidelijk meer invloed, dan men, op grond van het aantal stemmen wat hij heeft meegebracht in de raad, zou mogen verwachten. Wethouder Looijen heeft er ook niet aan meegewerkt die bestuurscrises te beheersen. M.b.t. punt 3 zegt hij, dat wethouder Looijen in zijn bezwaarschrift schrijft dat hij van mening is dat het voorbereiden van raadsvoorstellen een wettelijke plicht van de burgemeester is. Dat is natuurlijk niet zo. De gemeentewet geeft aan dat dat de taak is van het college van burgemeester en wet houders. Wethouder Looijen was daar dus duidelijk mede verantwoordelijk voor. Hij geeft ook nog een voorbeeld van een onvoldoende voorbereid raadsvoorstel. In de vorige raadsvergadering werd een voorstel tot het aangaan van een rekening- courant overeenkomst met de Postbank aangeboden. De condities waren erg betreurens waardig. Hij zegt nog tientallen andere voorbeelden te kunnen noemen. T.a.v. punt 4 zegt hij dat wethouder Looijen aan allerlei verordeningen en wetten zijn eigen uitleg geeft, tenminste daar lijkt het op. Bij voorbeeld m.b.t. de kwestie van de containers wist hij zeker hoe de zaak in elk^w: zat. Men heeft kunnen zien wat er gebeurd is. M.b.t. punt 6 zegt hij dat hier de aanschrijving voor het sluiten van de peep-show wordt bedoeld. Wethouder Looijen weigerde dit college-besluit te ondertekenen. M.b.t. punt 7 citeert hij de heer Looijen uit krante-artikelen:"Ik wil voorkomen dat de ambtenaren het doen. Ik wil iets van mezelf terugvinden in de besluiten. Daarom werk ik waarschijnlijk veel te veel. Het vorige college liet zich teveel leiden 9 door ambtenaren. Ik wilde dat niet, en daarover zijn harde gevechten gevoerd binnen het college. Ik trek na wat ambtenaren adviseren. Soms heb ik het gevoel dat andere leden van het college (wethouder F.Schouteten en burgemeester W.Bos) alleen de laatste regel van een advies lezen. Wie bestuurt dan de gemeente, de wethouder of de ambtenaar?". Hij kan zich voorstellen dat dit bij de ambtenaren verkeerd valt. En hij vindt het ook niet netjes. Het raadslid Adams zegt aan de woorden van de heer Seen niets toe te hoeven voegen. M.b.t. punt 5 zegt hij dat de heer Looijen goed zal weten wat hiermee bedoeld wordt. Wethouder Looijen weigerde gewoon op een uitdrukkelijke vraag van de heer Seen te antwoorden, hetgeen een wethouder toch wel verplicht is. Wethouder Looijen vindt het vanzelfsprekend dat hij voor zijn wethouderspositie vecht, nadat hij 12 jaar raadslid is geweest.. Hij zegt daarnaastdat hij een grote groep mense^ vertegenwoordigt, die er ook niet mee gebaat is als hij zijn wethoudersfunctie veriiest. T.a.v. punt 2 zegt hij, dat de conflicten in de coalitie niet voor een groot deel door zijn schuld zijn ontstaan. Bij eventuele problemen die ontstonden, maakte hij zich zo sterk mogelijk, teneinde de convenant uit te voeren.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1987 | | pagina 46