GEMEENTE
PUTTE (N.BR.)
Notulen openbare raadsvergadering van 17 maart 1987.
Aanwezigburgemeester W.B.H. Bos, voorzitter en de leden Mevrouw E. van Wees-
Trümner, J. Adams, L. Buijs, A. Gelten, J. Looijen, E. Meijer Drees, H. Pasteuning,
R. Quireyns, P. Schoonen, F. Schouteten en A. Seen
Secretaris: A.C.J. van Kaam.
Notuliste: M. Derksen-Timmermans
1. Opening.
De voorzitter opent de vergadering met het gebruikelijke gebed en heet alle
aanwezigen van harte welkom.
2. Vaststelling notulen openbare raadsvergadering van 3 Februari 1987.
Het raadslid Adams wenst de laatste regel van blz. 8 als volgt geformuleerd te
zien: Aangezien niemand meer het woord verlangt of stemming wordt overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders, met inachtneming van het door
de hear Gelten ingediende amendement, besloten.
Aangezien niemand meer het woord verlangt of stemming wordt besloten de notulen
vast te stellen.
Vaststelling notulen openbare raadsvergaderingen van 24 en 27 februari 1987.
Zonder dat iemand het woord verlangt of stemming wordt besloten de notulen,
onder dankzegging aan de notuliste, vast te stellen.
2a. Voorstel om de Heer J.W.M. Looijen, Begoniastraat 1, alhier in zijn
bezwaarschrift d.d. 12 maart 1987 niet ontvankelijk te verklaren.
De voorzitter zegt dat dit voorstel hedenmiddag pas aan de raadsleden is aangeboden.
Bij brief van 12 maart 1987 heeft de heer J. Looijen namelijk bezwaar aangetekend
tegen het besluit van de raad van 27-2-1987, waarbij is verklaard dat de heer
J. Looijen niet meer het vertrouwen van de raad bezit.
Dit is een onderdeel van cfe procedure als beschreven in artikel 87a van de
gemeentewet
Hij zegt dat de laatste zin van het voorstel als volgt moet luiden:
Tot slot delen wij U mede, dat wethouder Looijen verklaard heeft tegen dit
besluit te zijn. Ingevolge artikel 97 van de gemeentewet namelijk is het de
heer Looijen in deze niet toegestaan mee te stemmen.
Het college is van mening dat een hoorzitting omtrent deze aangelegenheid niet
nodig is, gezien de wijziging van de wet A.R.O.B. van 18-12-1986, en in werking
getreden op 1-1-1987. Deze wetswijziging houdt in dat de indieners van kennelijk
niet-ontvankelijke bezwaarschriften niet gehoord hoeven te worden.
Op blz. 2 onder 2 van het voorstel wordt dit ook door het college aangegeven.
Het college van burgemeester en wethouders stelt de raad voor conform
het ontwerp-raadsbesluit te beslissen. Hij leest vervolgens het ontwerp-besluit voor.
Het raadslid Gelten vraagt schorsing van de vergadering daar dit voorstel de raads
leden op een zeer laat tijdstip is aangeboden en er derhalve niet genoeg
tijd was om erover te beraadslagen.
Nadat de voorzitter geconstateerd heeft dat dit verzoek wordt ondersteund, schorst
hij de vergadering.
De voorzitter heropent de vergadering.
Het raadslid Gelten spreekt vervolgens de volgende woorden uit: Voorzitter, dit
raadsvoorstel dient,ons inziens, teruggenomen te worden, om de volgende redenen.
Het voorstel van burgemeester en wethouders is gebaseerd op de wet van 18 december
1986,houdende wijziging van de Wet op de Raad van State, de Wet AROB, de Vreemde
lingenwet en andere wetten en treedt in werking met ingang van 1 januari 1987.
Deze wijziging is echter niet bekrachtigd door een raadsbesluit. Derhalve is
zeer recent door een ambtenaar van de gemeente Putte medegedeeld aan de commissie van
bezwaar- en beroepschriften die aangesteld is door de raad, dat in het geval