De heer Quireyns heeft echter gekozen voor de meest abrupte weg, welke politiek gezien het hoofd van wethouder Looijen vraagt. De heer Quireyns heeft waarschijnlijk bepaalde ideëen of motieven die ver uitgaan boven zijn gedachten. Spreker is altijd bezig geweest voor de mensen zonder er zelf beter van te willen worden. Na 12 jaar heeft hij dat wel bewezen. Hij neemt het de heer Quireyns meer kwalijk dan het C.D.A. of de V.V.D., want hun instelling is na 10 maanden genoegzaam bekend, als hij deze boze houding blijft aannemen Hij kan de wens van het C.D.A. en V.V.D. wel begrijpen, maar niet waarderen, dat hij zo snel mogelijk moet verdwijnen, zodat een wethouder van hun kant de wethouder die er nu al zit, aan kan vullen, teneinde een politieke lijn te volgen die zij noodzakelijk achten. Hij stelt dat dit een verschil van mening is. De verkiezingen over drie jaar zullen uitwijzen wie er gelijk heeft gekregen. De afgelopen verkiezingen hebben ervoor gezorgd dat er een andere coalitie ontstond. Hij doet een beroep op de heer Quireyns om de komende 14 dagen tenmiste te overwegen of het werkelijk wel de moeite waard is om hem naar huis te sturen of dat het beter is hem te gedoqen. Het raadslid Seen merkt op dat de heer Looijen zelf ook geen contact heeft gezocht met de V.V.D. of het C.D.A.. Hij stelt dat de fractie van de V.V.D. nu genoodzaakt is om een ontslagprocedure met inachtneming van artikel 87a van de gemeentewet in gang te zetten. De procedure bestaat uit 2 fasen: 1. de vergadering waarin het vertrouwen in de wethouder wordt opgezegd; 2. een vergadering over tenminste 14 dagen, waarin het ontslag wordt geëffectueerd. Tenminste 8 dagen daarvoor zal een schriftelijk bericht daarover de raad bereiken. Hij zegt verder: Het art. 87a is in 1948 in de gemeentewet opgenomen. De aanleiding daartoe was dat enkele communistische wethouders, aan wie het vertrouwen was opgezegd, niet overeenkomstig de politieke zeden vrijwillig ontslag namen. De heer Looijen heeft van aanvang af niet de steun van alle raadsleden gehad. Tijdens zijn wethouderschap heeft hij ook geen groter vertrouwen gewonnen. Daar zijn een aantal redenen voor aan te voeren. In de eerste plaats: de heer Looijen kon conflicten in de raad, ondanks zijn zwaarwegende stem in het college en zijn dominante positie in de coalitie van Putse Belangen, Putse Dorpspartij en de Partij van de Arbeid, onvoldoende beheersen. Dat blijkt ondermeer uit 2 bestuurscrises in enkele maanden tijd. Ten tweede: de raadsvoorstellen werden onvoldoende voorbereid. Naar ambtelijke adviezen of aanbevelingen uit de commissies voor advies en bijstand werd slecht geluisterd. Dit resulteerde in een veelheid van geamendeerde, gecorrigeerde of terug genomen ontwerp-raadsbesluitenTen derde: de heer Looijen houdt niet of onvoldoende rekening rnet regels, voorschriften, verordeningen en wetten. Ten vierde: de heer Looijen weigerde te antwoorden op vragen uit de raad. Wij menen dat de heer Looijen het vertrouwen van de raad niet meer bezit, en stellen U voor de raad een uitspraak te vragen. Wij willen dus graag in stemming brengen, of de raad het vertrouwen in wethouder Looijen opzegt. Het raadslid Schoonm reageert op hetgeen de heer Seen gezegd heeft over de ontstaansgeschiedenis van artikeL 87a van de gemeentéwet. Hij stelt dat de vraag van de raad aan de heer Looijen destijds in de raadsvergadering afgedaan. Hij vindt het dan ook niet netjes om daarop terug te komen. Hij zegt tegen de heer Quireyns dat hij nu een grote verantwoording op zijn schouders gaat nemen misschien wel de grootste verantwoording ooit in Putte gekend. Want, er wordt een onschuldig wethouder opgehangen! En de heren van het C.D.A. en V.V.D. wassen hun handen, als Pontius Pilatus, in onschuld. De verantwoording komt helemaal op de schouders van de heer Quireyns neer. Hij hoopt dat de heer Quireyns zich daar heel goed bewust van is bij de stemming. Hij hoopt dat de heer Quireyns zich 10 keer bedenkt voordat hij daarop iets zegt. Het raadslid Adams heeft aan de woorden van de heer Seen heel weinig toe te voegen. Aan de punten die de heer Seen opsomde ter motivering van het opzeggen van het vertrouwen in wethouder Looijen voegt hij nog toe, dat de heer Looijen weigerde een door burgemeester en wethouders genomen besluit uit te voeren. Dit punt weegt voor het C.D.A. ook zeer zwaar.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1987 | | pagina 39