lx -
tot vernietiging wegens strijd met het algemeen belang. Het algemeen belang
is immers niet gediend met een maatregel waardoor de raad opgescheept wordt met
een wethouder die het vertrouwen niet bezit. Wellicht denkt de heer Looijen dat
de Arob-voorzieningen uitkomst zouden kunnen bieden. In de praktijk heeft dit nog
nimmer enig resultaat gehad. In 1978 besliste de afdeling Rechtspraak dat een der
gelijke kwestie naar haar aard niet voor toetsing in aanmerking kwam, omdat de
gemeentewet geen ontslaggronden noemt. Overeenkomstig de politieke zeden zou ik wet
houder Looijen willen vragen vrijwillig ontslag te nemen. Mijnheer de voorzitter,
wellicht is het wenselijk dat de vergadering een ogenblik geschorst wordt om de
heer Looijen de mogelijkheid te geven dit te overdenken.
Ik word hierbij gesteund door de 3 C.D.A.-fraktieleden, de heer Quireyns en mijn
fraktiegenoot de heer Meijer Drees. Mocht de heer Looijen niet vrijwillig opstappen,
dan zal de fraktie van de V.V.D. een voorstel doen om een tussentijds ontslag mogelijk
te maken. Ik vraag U om een ogenblik bedenktijd voor wethouder Looijen.
Wethouder Looijen zegt geen behoefte aan schorsing te hebben.
Hij zegt genoeg tijd te hebben gehad om erover na te denken. Hij zegt dat het besluit
wat genomen gaat worden gebaseerd is op een politiek spel, dat is ingezet
buiten hem om. Steeds wordt er gezegd, dat het ingevolge de politieke zeden
zo is, dat wanneer er niet genoeg vertrouwen meer is in een wethouder, hijzelf ontslag
neemt. Van de andere kant zegt hij van dat politieke fatsoen de afgelopen dagen
weinig gemerkt te hebben. Hij acht het niet uitgesloten dat het"gekonkel" de afgeloj]^
10 maanden al heeft plaats gevonden, en niet zozeer de laatste twee weken.
Hij heeft de laatste 3-4 weken geen enkele uitnodiging gehad om mee te komen praten.
Putse Belangen wordt hierbij uitgezonderd. Deze partij heeft hem wel degelijk benaderd
om aaneen grote coalitie deel te nemen.
Hij heeft nog niet van de fractie van de Partij Putse Belangen vernomen, dat zij met
het C.D.A. op een andere manier heeft gesproken.
Hij zegt zelf de heer Quireyns een aanbod te hebben gedaan, waarop de heer Quireyns
argeloos niet inging, waarmee hij te kennen gaf wat hij van plan was.
Hij vindt dat alle partijen rond de tafel hadden moeten gaan zitten om te proberen een
samenwerkingsverband tot stand te brengen, dat zou kunnnen leiden tot een stevig
bestuur ten dienste van de gemeenschap.
Echter, hem is niets gevraagd. Nu wordt hem alleen gevraagd of hij politiek fatsoen
wil hebben. Hij denkt er niet over om zelf ontslag te nemen, maar om in deze de
AROB-rechter te vragen of er mogelijkheden langs deze weg zijn.
Het zou misschien voor Putte een unicum zijn, niet voor de geschiedenis van de
nederlandse politiek. Hoe de AROB-rechter hierover zal oordelen zal niet alleen afhangen
van het functioneren van hem, maar ook van datgene wat anderen in deze affaire
hebben bijgedragen.
Hij is er zich van bewust een politieke lijn gevolgd te hebben bij de uitvoering var^Pet®
beleid, die niet alleen voortgekomen is uit zijn eigen denken, maar ook uit een
afspraak die door 6 mensen is gemaakt. Van één van die zes mensen, de heer Quireyns,
had hij niet gedacht dat deze hem dit zou aandoen. De heer Quireyns heeft volledig
die politieke lijn ondersteund.
Nu zou de heer Quireyns die 5 mensen die de nieuwe coalitie gaan vormen, ondersteunen,
en de politieke lijndie 10 maanden geleden is ingezet, afzweren.
Hij denkt dat dit een sprekend voorbeeld is van de zig-zag politiek die bedreven
wordt door mensen die eigenlijk nog heel weinig ervaring hebben in de politiek.
Deze manier van werken schaadt mensen. Niet zozeer hemzelf, maar veeleer mensen
uit het dorp die wel vaarden bij het politieke beleid van de afgelopen 10 maanden.
Hij vindt het spijtig dat de heer Quireyns op deze manier probeert het vertrouwen,
wat hij eerst in de andere wethouder heeft opgezegd, in hem op te zeggen.
Dit, omdat hij een bepaalde afspraak heeft gemaakt met de andere 5 mensen.
De heer Quireyns wil hem tot slachtoffer maken, omdat hij vindt dat de politieke
situatie anders onmogelijk zou zijn.
De heer Quireyns echter had ook kunnen denken aan "gedogen".
Er zou dan een hele grote coalitie en een zakelijke raad ontstaan zijn.
Het was dan mogelijk geweest de agendapunten van tevoren door te spreken om te weten
te komen of er een meerderheid gevonden zou kunnen worden voor een bepaald voorstel,
waarbij dan de heer Quireyns de gedoogfunctie vervulde.