GEMEENTE PUTTE (N.BR.) Notulen openbare raadsvergadering van 27 februari 1987. Aanwezig: burgemeester W.B.H. Bos en de leden Mevrouw E. van Wees-Trümner J. Adams, L. Buijs, A. Gelten, J. Looijen, E. Meijer Drees, H. Pasteuning, R. Quireyns, P. Schoonen, F. Schouteten en A. Seen. SecretarisA.C.J. van Kaam. Notuliste: M. Derksen-Timmermans. De voorzitter opent de vergadering met het gebruikelijke gebed en heet alle aanwezigen van harte welkom. Hij leest de brief voor van de raadsleden L. Buijs, J. Adams, A. Seen, E. Meijer Drees en R.Quireyns, naar aanleiding waarvan deze bijzondere openbare raads vergadering wordt gehouden. Het raadslid Meijer Prees spreekt hierna de volgende woorden uit: Geachte voorzitter, We vinden het jammer dat U het ons tijdens de vorige raads vergadering onmogelijk gemaakt heeft om de problemen die er in ons gemeentebestuur gerezen zijn in één keer zo goed mogelijk op te lossen. De reden waarom U ons dat onmogelijk maakte hebben we niet begrepen. Mochten ze eruit bestaan dat U wet houder Looijen zo lang mogelijk wenste te beschermen, dan kunnen we daar wel waar dering voor opbrengen. Aan de andere kant geloven we dat de heer looijen uitstekend voor zichzelf kan zorgen. Hij heeft zich in de pers laten afschilderen als het slachtoffer. Daaraan hebben wij beslist niet meegewerkt. Het was de partij,die zich Putse Belangen noemt,die het hoofd van de heer Looijen op een presenteerblad kwam aanbieden bij het C.D.A.. Dat het C.D.A. dit.aanbod weigerde, pleit voor het C.D.A.. Wie echter omhoog klimt,dankzij de steun van anderen en niet op eigen kracht, moet erop voorbereid zijn,dat,als de steun hem ontvalt, hij naar beneden valt. Dat is de kern van wat er is gebeurd. Dat is de kern, waarover wij vanavond moeten praten. Laten we goed bedenken, dat,wat er vanavond ook gezegd wordt, we straks met ons elven weer verder moeten. Dat zal moeilijk genoeg zijn. Laten we het niet moeilijker maken dan nodig is. De keuze ligt nu in eerste in stantie bij wethouder Looijen zelf. Het raadslid Gelten zegt dat de Partij Putse Belangen geen enkele aanleiding ziet om het vertrouwen dat zij in de heer Looijen heeft gesteld bij aanvang van deze zittingsperiode, niet gestand te doen. De heer Looijen kan op de steun van de fractie van de Partij Putse Belangen blijven rekenen. Hij stelt dat het inderdaad een feit is dat de heer Looijen het slachtoffer zou kunnen worden van een geschil wat zich binnen de partij Putse Belangen heeft afgespeeld. Maar dit ontneemt de fractie van de Partij Putse Belangen niet de mogelijkheid om de heer Looijen te blijven steunen. Hij stelt dat de samenwerking en de uitvoering van het vooropgestelde beleid, tot volledige tevredenheid is verlopen. Hij wil een suggestie aan de nieuwe(te vormen) coalitie meegeven. Hij zegt dat het best zo zou kunnen zijn dat de heer Looijen bereid is zich aan te sluiten bij de nieuwe coalitie. De C.D.A.-fractie had in zijn verkiezings programma opgenomen dat het wenselijk was een coalitie tot stand te brengen die een zo breed mogelijke basis uit de raad kent. De coalitie, versterkt met de heer Looijen zou een bredere basis kennen dan het vooropgezette plan. Hij zegt nogmaals dat de heer Looijen voor wat de partij Putse Belangen betreft, niet weg hoeft. Het raadslid Adams spreekt de volgende woorden uit: Artikel 87a van de gemeentewet geeft de raad de bevoegdheid een wethouder tussen tijds ontslag te verlenen indien hij niet meer het vertrouwen van de raad geniet. Dit vertrouwen hadden wij al in de vorige vergadering aan de orde willen stellen. Maar omdat U ons verzoek voor die vergadering onjuist interpreteerdehet moet toch duidelijk zijn dat wij wilden praten naar aanleiding van kranteberichten en niet over de inhoud daarvan, en daarnaast de raad niet de kans gaf gebruik te maken van artikel 56 van het Reglement van Orde, terwijl dat even tevoren wel was toe gepast, en ons daardoor op een zodanige manier de mond snoerde, dat wij niet konden

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1987 | | pagina 35