Hij weet niet waar de heren mee bezig zijn. Hij begrijpt het doodeenvoudig niet.
Het raadslid Buijs zegt zich geen moment te kunnen herinneren, dat het C.D.A. Bert
Seen heeft ingehuurd als koerier. Hiermede is dan dat misverstand uit de wereld.
Hij zegt dat de heer Schoonen spreekt over de taal van de kiezers. Hij stelt zelfs dat
de taal van de kiezers was: weg met wethouder Buijs, of woorden van die strekking.
Het raadslid Buijs zegt dat de taal van de kiezers was en nog steeds is:
3 zetels voor het C.D.A.
Hij stelt voorts dat de vraag van de heer Schoonen, of de C.D.A.-fraktie de heer Quireyns
niet goed genoeg meer vindt, nu niet aan de orde is.
De heer Quireyns moet een wethoudersrol willen spelen. De raad heeft zelf kunnen horen
dat hij dat niet wil.
Het raadslid Pasteuning zegt dat de fraktie van de Partij Putse Belangen wethouder
Schouteten gesteund heeft, omdat ze Frans Schouteten vanaf de oprichting van de Partij
Putse Belangen heeft meegemaakt als wethouder.
De mensen van de partij Putse Belangen hebben de partij groter gemaakt en ervoor
gezorgd dat deze partij 4 zetels kreeg. De fraktie kon hem niet laten vallen.
De fraktie vond het spijtig dat de heer Quireyns op deze manier moest vertrekken.
Hij wilde niet meer meegaan; hij wilde vertrekken.
Hij zegt dat hij graag wethouder Schouteten als wethouder had behouden.
Uit een hierna schriftelijk gehouden stemming blijkt dat 6 stemmen op de heer L. Buijs
en 5 stemmen op de heer R. Quireyns zijn uitgebracht, zodat de heer L. Buijs is gekozen
tot nieuwe eerste wethouder.
De heer Buijs zegt deze benoeming aan te nemen.
De voorzitter zegt de vergadering te willen beëindigen met het uitspreken van een woord
van dank aan wethouder Schouteten.
Het raadslid Seen zegt een voorstel van orde te doen.
Hij stelt dat de raad de bevoegdheid heeft zich uit te spreken over het vertrouwen dat
een wethouder geniet. De raad is, zoals in de uitnodiging staat, hiervoor bij elkaar.
Hij wil deze zaak graag volledig uitspreken.
Hij wijst opde mogelijkheid dat ook in deze artikel 56 van het Reglement van Orde toege
past kan worden.
De voorzitter vindt het niet aan de orde. Hij weigert ook dit verder in stemming of in
discussie te brengen. Hij sluit de vergadering.
Het raadslid Seen wijst de voorzitter op artikel 6, lid 3 van het Reglement van Orde.
De voorzitter zegt het gestelde in het reglement van orde en de wet te hebben gevolgd.
Hij zegt niet op het verzoek van de heer Seen in te gaan.
Het raadslid Buijs vraagt of hij hierop iets mag zeggen.
De voorzitter wil eerst de heer Schouteten bedanken voor hetgeen hij gedaan heeft in
de afgelopen periode als wethouder. Hij denkt dat de raad even te haastig is.
Hij richt het woord tot de heer Schouteten: Heer Schouteten, Vanaf september 1982
bent U wethouder geweest. Het wethouderschap is een functie die eer met zich brengt,
maar ook ondankbaarheid. U verwacht en verlangt, en dat hebt U ook in het verleden
getoond, helderheid in de politiek. Die helderheid heeft de politiek U niet altijd
gegeven. Om deze helderheid te bewerkstelligen, hebt U zoveel mogelijk Uw eigen
mening naar voren gebracht. De 4 jaren voor die 10 maanden is voor U een leerschool
geweest, opdat U vanaf 1986 als eerste wethouder de politiek in kon gaan.
U hebt altijd gezegd dat de besluiten helder moeten zijn.
Ze moeten duidelijk overgebracht worden aan degenen die erop wachten.
Dat was Uw streven, en dat is niet altijd gelukt. Het was ook niet altijd mogelijk om
heldere besluiten over te brengen. Het functioneren van het bestuurscollege in de af
gelopen 10 maanden heeft er niet toe bijgedragen dat er heldere besluiten naar de
inwoners overgebracht konden worden.
Ik veronderstel, dat U evenals velen hoopt, dat de raad in de toekomst wel die helderheid
zal brengen. Ik weet dat U een hekel had aan die onduidelijkheid, en de rumoerigheid
rondom het gemeentebestuur, zoals dat bij de burgers overkwam.
U hebt een groot vertrouwen in mensen. Uw taak in het verenigingsleven en zakenleven
bewijst dat ook.
U hebt ook bestuurd uit de gedachten van eensgezindheid. In de politiek treft U dat
zoveel aan, als U er zelf woorden aan wilt geven.
Ervaring hebt U sterk opgebouwd om deze positief te benutten. U was een goed
collegiaal bestuurder. En ik moet U danken voor de jaren van samenwerking en ook voor
de wijze van besturen. Gelukkig gaat U niet voor de gemeenteraad verloren.Met betrekking
tot de functie van vervanger van de burgemeester wijs ik enkel op de daadkracht