Het raadslid Quireyns denkt niet dat het gemeentebestuur iets kan doen aan die bezwaren. Hij is van mening dat de verklaring van geen bezwaar wel aangevraagd moet worden. Wethouder Seen antwoordt op de vraag van de heer Looijen, met betrekking tot de studie over het resterende deel van het stuk grond, waar nu nog bomen opstaan, door te zeggen, dat men daar mee bezig is. Dat staat nu niet ter discussie. De voorzitter zegt, richting de heer Looijen die het had over sociale woningbouw, dat de premie A-woningen, zo die daar gebouwd worden, waarschijnlijk het laatste blok zullen vormen, dat in Nederland in deze sfeer nog gebouwd wordt. Hij stelt dat je dit niet moet laten gaan. Hij stelt dat er veel belangstelling is voor de premie-A woningen aan de Anjerstraat. Hij vindt dat de raad dit moet meenemen in zijn gedachtengang. Het college meende de bezwaarschriften af te moeten werken, zoals het nu hier ter tafel ligt. Over de verdere invulling van het gebied krijgt de raad informatie, zodra deze klaar is. Naar zijn mening is het het beste om volledig achter dit plan te staan en naast de bezwaren van de bewoners van de Seringenstraat ook de bezwaren van de bewoners van de Anjerstraat ongegrond te verklaren. Dit adviseert hij de raad. Het raadslid Looijen zegt richting de heer Meijer Drees dat in het pleitschrift van de heer Walch onder punt 2 staat: de woningen 180 te draaien met uitritten op de Pastoor Woltersstraatop de hoeken Anjerstraat en Narcisstraat. Volgens de advocaat zou dan de heer Soffers de huizen willen draaien. Er wordt dus niet alleen maar gesproken over "het groen". Hij is dus tegen het voorstel van burgemeester en wethouders om een verklaring van geen bezwaar aan te vragen voor de bouw van deze 13 woningen. Hij zou wel akkoord gaan als de woningen met de voorzijde naar het noorden gedraaid werden. Het raadslid Gelten stelt nogmaals dat de fractie niet tegen het bouwen van woningen op die plaats is. De fractie is alleen tegen de indeling van dat gebied. Daar heeft de fractie bezwaren tegen, en kan dientengevolge de bezwaren van de bewoners van de Anjerstraat volledig onderschrijven. Zoals de heer Looijen ook al heeft aangegeven, zou het college contact moeten opnemen met de bouwer van de woningen, om de mening te peilen van die ondernemer hoe hij tegen over het draaien van die woningen staat. Een heleboel problemen zullen dan weggewerkt zijn. En dan heeft er niemand moeite mee. Hij denkt dat dat de moeite waard is om dat te doen. De voorzitter verzoekt de raad over te gaan tot stemming. Uit een hierna gehouden mondelinge stemming blijkt, dat de leden van Wees, Adams, Meijer Drees, Quireyns en Seen voor en de leden Gelten, Schouteten, Looijen en Pasteuning tegen het voorstel van burgemeester en wethouders hebben gestemd, zodat overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders is besloten. 6. Verzoek om vrijstelling van de bepalingen in het bestemmingsplan "Buitengebied" omgeving Postbaan. Het raadslid Meijer Drees zegt het er een beetje moelijk mee gehad te hebben, toen de aanvraag van de meneer kwam, die graag aan de Postbaan wilde bouwen. Aan de ene kant zeg je: het geeft toch eigenlijk niet dat je daar een huis bijzet. Het misstaat toch eigenlijk niet, zeker niet als dat een leuk huis wordt. Er staan al diverse huizen. Aan de andere kant is er het bestemmingsplan, en dat verbiedt op dit moment woningbouw. Hij denkt dat als aan deze meneer toestemming wordt gegeven, er binnenkort een hoop andere aanvragen zullen komen. Hij voorziet dus een precedentwerking. Het verleden heeft dat eigenlijk ook al bewezen. Er zijn al meer aanvragen gedaan, die af gewezen zijn. Hij gelooft dat op grond van de precedent-werking besloten moet worden om deze meneer geen toestemming te verlenen. Een dergelijk voorstel wilde hij dan ook indienen. Het raadslid van Wees zegt het navolgende: Mijnheer de voorzitter, bij de behandeling van het bestemmingsplan in 1976 werd duidelijk dat de raad verdere bebouwing van het buitengebied tegen wilde gaan. Wel werd er toen voor gepleit dat met name jongeren die een grond-gebonden agrarisch bedrijf zouden willen beginnen hun woning op het bedrijfsterrein zouden mogen zetten. De raad ging daarmee toen ook akkoord. De stelling"verdere bebouwing in het buitengebied tegen gaan"is sindsdien ook steeds uitgangspunt geweest van de gemeenteraad. Diverse bouwaanvragen of verzoeken om de gebruiksbestemming te wijzigen zijn gestrand op het bestemmingsplan of de stringente stellingname van gedeputeerde staten, De provinciale staten hebben kortelings ook nog duidelijk stelling genomen tegen

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1987 | | pagina 197