- 6 -
3. In verschillende raadsvergaderingen, laatstelijk in die van 7 juli j1werd
door wethouder Buijs duidelijk gezegd, dat hij de grond had verkocht. Hij zou geen
eigenaar meer zijn van de betreffende gronden of gedeelten daarvan.
Hoe onwaar was het wat wethouder Buijs de raad vertelde, en tot twee keer toe.
Gisteren, op 31 augustus, stond volgens het kadaster te Breda, perceel
sectie B nr. 2953 groot 5100 m2, op naam van Lucia Ludovica Maria Buijs, geboren 11-7-
1932, wonende te Bergen op Zoom, Lrikalaan 18, gehuwd met Adrianus Martinus Petronella
Verswijveren, geboren 17-2-1932. Perceel sectie B nr. 2954,groot 5207 m2 staat op
naam van Leonardus Johannes Baptist Ludovicus Buijs, geboren 23-12-1939, wonende
te Putte aan de Anjerstraat 1, gehuwd met Coleta Hubertina Francisca van Beeck,
geboren 18-8-1941. Deze morgen waren deze gegevens ook door het hoofd openbare werken
alhier afgegeven aan mij.
De voorzitter interrumpeert hem. Het gaat om het verklaren waarom de 4 raadsleden
gevraagd hebben dit bespreekbaar te maken. Waar de heer Schoonen nu mee bezig is,
heeft niets te maken met die verklaring. De verklaring van geen bezwaar wordt aan
gevraagd voor de bouw van 13 woningen. Daar gaat het om.
Wethouder Buijs maakt ook bezwaar tegen de manier waarop de familie Buijs in het
openbaar aangeklaagd wordt. Want zo ziet hij het. Wat heeft dit te maken met het
al dan niet verlenen van vrijstelling? Spreker zegt toch ook niet te gaan vertellen
wie eigenaar is van perceel X.
Hij wil een beroep doen op de Wet op de privacy.
De voorzitter zegt dat de heer Schoonen weer mag spreken als hij terzake blijft.
Hij stelt ook dat de mensen die bij de hoorzitting aanwezig zijn geweest en nu ook
in de zaal zitten, er recht op hebben om duidelijk van de indieners van het verzoek
schrift te horen, wat de inhoud en de betekenis hiervan i,s.
Het raadslid Schoonen zegt in eerste instantie ook "de redenen waarom" aan te willen
geven. Hij vraagt of hij dan in Gods naam zijn betoog af mag maken. Dan zal men het
horen.
De voorzitter zegt dat hij dan zakelijk moet blijven.
Het raadslid Schoonen denkt toch dat hij zakelijk is, als hij kan bewijzen hoe het zit.
De voorzitter zegt dat hij dat niet is, maar dat hij zijn betoog kan vervolgen.
Het raadslid Schoonen vervolgt zijn betoog: Het hoofd openbare werken, om nadere
gegevens gevraagd deze morgen omtrent deze aanvrage, belde naar U op.
U zei geen tijd te hebben, en dat er nu geen gegevens meegedeeld werden, doch pas
vanavond, tijdens de raadsvergadering. Mijnheer de voorzitter, U zult wel begrijpen,
dat het niet verstrekken van gevraagde gegevens door raadsleden, welke zij nodig
hebben om hun werk te doen, in strijd is met artikel 129 gemeentewet.
Op de hoorzitting van 23 juli j.l. schetste wethouder Seen de woningbehoefte in de
gemeente Putte, en de bestemming van de betreffende percelen in het ter plaatse
geldende bestemmingsplan.
Wil wethouder Seen aangeven wat het geldende bestemmingsplan ter plaatse is? Wil
de wethouder eens aangeven in hoeverre die woningbehoefte door dit bouwplan wordt
opgelost. Op dezelfde hoorzitting van 23 juli j.l. is zeer duidelijk door de directe
omwonenden verklaard, dat zij het niet eens zijn met deze bouwaanvraag.
De voornaamste gronden zijn: verkeersveiligheid, het aantasten van de groenzone, en
de parkeergelegenheid. Op geen enkele wijze zijn door U mijnheer de voorzitter, q
alsmede door wethouder Seen, en wethouder Buijs en de heer Soffers, de bezwaren van
de omwonenden weerlegd, hetgeen onherroepelijk tot lange procedures zal leiden, met het
gevolg uitstel, of het niet doorgaan van dit plan.
De Putse Dorpspartij is van mening, dat, nadat reeds 20 jaar de verwachting is
gewekt, dat op deze percelen gebouwd mag worden, deze verwachting gehonoreerd moet wor
den, en stelt voor om met de stedebouwkundige een totaalplan uit te werken en wel
zodanig, dat de groene zone én de parkeerruimte én de verkeersveiligheid van de
Anjerstraat, gewaarborgd worden. Dit laatste zou reeds mogelijk zijn door de
geplande woningen om te draaien, met één inrit vanuit de Anjerstraat en uitritten
naar de Pastoor Woltersstraat en Azaleastraat.
Tot slot, mijnheer de voorzitter, verzoek ik U voor dit punt altijd stemming, en zo
het niet tot stemming komt wens ik de aantekening tegen het aanvragen van een verklaring
van geen bezwaar te zijn.
Het raadslid Gelten denkt dat^als de gemeenteraad meewerkt aan het verzoek van Soffers
om vrijstelling te verlenen van de bepalingen van het bestemmingsplan,
voorbijgegaan wordt aan een eerder genomen raadsbesluit. In de raadsvergadering van
16 december 1986 nl. is dit punt namelijk ook aan de orde geweest.