PUTTE (N.Br.)
GEMEENTE
Notulen openbare raadsvergadering van 1 september 1987.
Aanwezigburgemeester W.B.H. Bos, voorzitter, en de leden Mevrouw E. van Wees-
Trümner, J. Adams, L. Buijs, A. Gelten, J. Looijen, E. Meijer Drees, H. Pasteuning,
R. Quireyns, P. Schoonen, F. Schouteten en A. Seen.
SecretarisA.C.J. van Kaam.
Notuliste: M. Derksen-Timmermans
1. Opening.
De voorzitter opent de vergadering met het gebruikelijke gebed en heet alle aan
wezigen van harte welkom.
2. Vaststelling notulen openbare raadsvergadering van 7 juli 1987.
Het raadslid Schoonen zegt m.b.t. blz. 13 van de notulen dat deze notulen niet complee
zijn. Ze geven niet weer wat in de raadsvergadering is gezegd en gedaan. Hij zegt:
Na de zesde alinea "het raadslid Looijen wenst stemming, daar de heer Buijs niet mee
mag stemmen", is door mij aan wethouder Buijs gevraagd, of die grond van hem was
of niet. Het antwoord van de wethouder was: Je hebt toch de stukken gezien. Daaruit
blijkt dat ik de grond verkocht heb.
Daarop heb ik weer gevraagd, of hij dan ook geen juridisch eigenaar meer was.
De wethouder heeft hierop niet geantwoord, maar zei: Moet je ook mijn portemonnee nog
zien? Hierna verliet de wethouder de vergadering.
Hierbij dient opgemerkt te worden dat de wethouder volgens artikel 129 van de gemeente
wet wel antwoord had moeten geven.
Voorts dient de 7e alinea (wethouder Buijs zegt niet mee te willen stemmen)
te vervallen, daar de wethouder deze woorden niet gebruikt heeft.
Het raadslid Gelten zegt deze opmerkingen essentieel te vinden. Namelijk, door de
opmerkingen van de heer Schoonen en het antwoord van wethouder Buijs, is er een
beraadslaging ontstaan tussen de voorzitter en wethouder Buijs. Toen is waarschijnlijk
door wethouder Buijs gezegd dat hij niet mee wilde stemmen. Dit is echter niet in
de openbaarheid gekomen.
Het raadslid Looijen sluit zich bij de woorden van de heer Gelten aan.
Hij stelt voor om het bewuste moment nog eens op de band terug te zoeken.
Wethouder Buijs zegt het alleen niet eens te zijn met hetgeen de heer Schoonen zegt,
namelijk dat hij geweigerd zou hebben om te antwoorden.
Hij zegt geantwoord te hebben met een wedervraag.
De voorzitter zegt dat de band nogmaals afgeluisterd zal worden en als blijkt dat
hetgeen de heer Schoonen zegt, juist is, dat dan het gezegde in de notulen van deze
vergadering zal worden opgenomen.
Het raadslid Gelten wijst op een zin op blz. 13 (regel 27) namelijk:
Hij zou ook graag voor de toekomst zien dat het indexcijfer bij meerdere zaken b.v.
de onroerend goed-belasting doorberekend zou worden.
Hij zegt dat hier precies het tegendeel van hetgeen hij heeft beweerd,staat.
De voorzitter zegt dat deze zin dan "omgedraaid" zal worden.
Aangezien niemand meer het woord verlangt of stemming wordt besloten de notulen vast
te stellen.
De voorzitter zegt tegen de heer Gelten naar aanleiding van de notulen, dat de
regeling voor wat betreft de gemeentegaranties, gecorrigeerd wordt ingezonden aan
Gedeputeerde Staten ter goedkeuring. De raad zal het resultaat hiervan onder ogen
krijgen.