- 19 -
Vandaar mijn vragen:
1. Is het juist dat Mr. Haans als advocaat van het gemeentebestuur van Putte op
de hoorzitting bij de Raad van State op 2-7-1987 heeft verklaard dat het motief
van mij om te appelleren tegen mijn ontslagbesluit als wethouder is geweest, het
krijgen van een financiële genoegdoening?
2. Kunnen burgemeester en wethouders, die zich ter zitting door Mr. Haans hebben doen
bijstaan,verklaren dat Mr. Haans deze uitlating namens hen heeft gedaan?
3. Onderschrijven burgemeester en wethouders overigens deze valse voorstelling van zaken?
Wethouder Seen zeqt dat het niet de begroting van de HOP voor het jaar 1986 was, maar
voor het jaar 1987, waarop de heren Schoonen en Looijen doelen.
De bezwaren tegen de begroting zijn ter kennis gebracht van Gedeputeerde
Staten.
Hierop is nog geen reactie binnengekomen.
De vragen over het plan voor de gemeentebossen zullen schriftelijk-:worden afgewerkt.
Wethouder Buijs zegt,naar aanleiding van de vraag van de heer Looijen over de ver
rekening van de mogelijk teveel betaalde gelden voor de gas bij de bejaardenwoningen,
dat er inderdaad nog een verrekening moet plaatsvinden over het jaar 1983.
Het is gebruikelijk dat dat in het begin van het jaar daarop wordt verrekend.
Er had dus in het voorjaar van 1986 een verrekening over het jaar 1985 plaats moeten
vinden. Het blijkt dat het vorige college hier een taak heeft laten liggen. Het bleek
geen automatisme te zijn.
Hij weet zeker dat de berekeningen klaar zijn. Hij weet niet of de berekeningen al
de deur uit zijn. Zeer binnenkort krijgen de mensen aldaar te horen dat ze inderdaad
teveel hebben betaald, en het wordt waarschijnlijk verrekend.
De voorzitter wenst enkele woorden te wijden aan hetgeen zich op 2-7-1987 voor de
Raad van State heeft afgespeeld. Hij zegt zelf bij deze zitting aanwezig geweest te zijn.
Hij zegt dat het een spel tussen juristen was, waarvan hij zich distantieert.
De heer Haans droeg kennis van de beschikking van de voorzitter van de Raad van
State terzake van het wethouderschap van de heer Looijen, omdat dit een openbaar stuk is.
Mr. Haans doelde, hij kon het niet citeren omdat hij het stuk niet bij de hand had,
op de overwegingen van de voorzitter van de Raad van
State - (citaat: Ter zittng heeft verzoeker te kennen gegeven dat hij niet beoogt
dat de gevolgen van de in geding zijnde besluiten ongedaan worden gemaakt, doch dat
in het geval van een vernietiging deze gevolgen in stand zullen worden gelaten, onder
de bepaling dat hem een vergoeding ten laste van de gemeene Putte wordt toegekend).
Hij zegt er verder niet meer op in te gaan, omdat het zuiver een aangelegenheid is van
juristen, en in elk geval geen opdracht van het gemeentebestuur is geweest.
De juristen hebben dan hun eigen gedragscode. Qm ten opzichte van die punten hun
gelijk of onqelijk te krijgen.
Het raadslid Schouteten vraagt het college om alle makelaars in de buurt van het
nieuwe beleid van het college met betrekking tot de permanente bewoning van de camping
Hazeduinen, op de hoogte te stellen. De kopers van de huisjes krijgen nog steeds
te horen van de makelaars dat permanente bewoning aldaar mogelijk is voor 2 jaar
(vroeger 5 jaar).
De voorzitter zegt dat dit reeds gebeurd is, maar de makelaar waarcp de heer Schouteten
doelt is in 1982 al verwittigd. De bewuste makelaar heeft nu ook al gereageerd dat hij
terdege rekening zal houden met het standpunt van het college. Verder zegt het raadslid
Schouteten dat in de vorige raadsvergadering, bij de behandeling van het voorstel
tot het nemen van een voorbereidingsbesluit tot wijziging van het bestemmingsplan
"Kom Putte" voor een gebied in de omgeving van de Keizerstraat, duidelijk is gesteld,
dat het college zowel met de eigenaar als met de omwonenden een gesprek zou moeten
hebben. Dit is echter niet gebeurd. Alleen de eigenaar heeft een gesprek gehad met
het college. Hij is van plan om een kleinere garage te bouwen.
De voorzitter zegt dat de heer Stamkot heeft voorgesteld dat hij zelf met de omwonenden
contact op zou nemen.Over 14 dagen zal hij het college daarover berichten.
Als de zaak heel moeilijk blijkt te liggen, dan zullen de omwonenden samen met de heer
Stamkot bij het college moeten komen.
Het raadslid Gelten vraagt om het videokanaal van 37 naar 65 te verleggen.
Het videokanaal stoort namelijk op het moment de andere zenders.
Hij vraagt hierover contact op te nemen met Integan.
De voorzitter zegt te zullen proberen dit zo snel mogelijk te laten wijzigen.
Het raadslid Quireyns vraagt om in de toekomst,als er nogeens bijeenkomsten worden
gehouden,zoals die vorige week maandaq,over de grensarbeiders,de raad hiervan op de
hoogte te brengen, zodat de leden eventueel bij de bijeenkomst kunnen zijn.
f