Daarnaast vindt hij het onverantwoord, dat het verhuren kan berusten op politieke gronden. Dit laatste acht hij niet gewenst. Hij stelt eveneens voor, voor de verhuur een commissie ex artikel 63 van de gemeentewet te benoemen. De commissie zou naar zijn mening moeten bestaan uit één persoon uit de raad, één persoon uit de sportwereld en één persoon die bekendheid heeft met de exploitatie. Hij wil het voorstel aldus amenderen. Het feit dat de concept-huurovereenkomst nogal wat mankementen vertoonde, zoals de heer Adams aangaf, laat zien dat het college te weinig tijd heeft. Het raadslid Gelten zegt, verwijzend naar hetgeen de heren Looijen en Schoonen al naar voren hebben gebracht, dat het opzetten van het exploiteren van de nieuwe sporthal' zaak is die zo professioneel mogelijk aangepakt moet worden. Dat is een standpunt wat zijn fractie altijd heeft ingenomen. Hij vraagt zich ook af of twee part-time wethouders, om de heren-wethouders zo maar te betitelen de mogelijkheid hebben om dit zo professioneel mogelijk op te zetten. Hij vindt het echter ook niet slecht wat de heer Seen zegt, nl. om te overwegen om een art. 63 commissie in het leven te roepen voor de toekomst. Ook hij heeft enkele opmerkingen bij cfe ontwerp-huurovereenkomst. Ten eerste, de wijze waarop de jaarlijkse huur wordt vastgesteld. In de ontwerp-huurovereenkomst staan 2 formules waaruit kan worden gekozen. Hij vindt de formule, waarbij het indexcijfer in dë jaarlijkse huur wordt doorbe rekend, de meest voor de handliggende. Het vaststellen van een indexcijfer voor meerdere jaren acht hij geen goede zaak. Naar zijn mening moet het college eens per jaar met een voorstel naar de raad komen en aangeven met welk bedrag de jaarlijkse huur moet worden verhoogd, daarbij de nodige argumenten aandragend. Hij zou ook graag voor de toekomst zien dat het indexcijfer bij meerdere zaken b.v. de onroerend goedbelasting doorberekend zou worden. Hij vindt dat de raad hierover geinformeerd moet worden, en hierover een besluit be hoort te nemen. Ook de verhuur van het horecagedeelte voor een periode van 5 jaar is volgens hem erg kort. Hij zegt daarover informatie ingewonnen te hebben. Als er b.v. een brouwerij gevonden wordt die de inrichting van het horeca-gedeelte (gedeeltelijk) voor zijn rekening neemt, dan is 5 jaar erg kort om de gemaakte kosten eruit te halen. Hij zou het erg graag op een basis van 10 jaar gebracht willen zien. Volgens hem is dit voor beide partijen aantrekkelijker, zakelijk bekeken. Het betrekking tot het voorstel zegt hij, dat het geen goede zaak zou zijn als de raad met de verhuur van de sporthal belast zou worden. Hij wil daarom het voorstel van de heer Schoonen volgen, om een artikel 63 commissie in het leven te roepen, die dan in eerste instantie de voorbereidende werkzaamheden zeer goed kan doen, waarna eventueel, in overleg met het college en de raad, in een later stadium elke fractie een lid in die commissie kan hebben, zodat in feite het beheer van de sporthal wordt verzekerd. Het raadslid Meijer Prees denkt dat het in het leven roepen van een dergelijke werkgroep een onhaalbare situatie is, althans voorlopig. Misschien dat het in een later stadium wel kan. Burgemeester en wethouders stellen zelf voor de omschreven bevoegdheden te delegeren. Hij denkt dat het college dat ook bewust gedaan heeft. Hij denkt dat de raad zich niet af hoeft te vragen of ze er wel tijd voor hebben. Hij verzoekt de concept-huurovereenkomst nogeens heel goed door te nemen, en met name de punten die de heer Adams naar voren heeft gebracht. Het raadslid Quireyns sluit zich aan bij de opmerkingen die de heer Adams gemaakt heeft. Hij is het met de heer Gelten eens, daar waar hij zegt, dat de termijn van de huur overeenkomst in plaats van 5 jaar, 10 jaar moet zijn. Anderzijds acht hij het instellen van een artikel 63 commissie een beetje overbodig. Het professionele, het uitbaten van de kantine, zal toch van de kant van de mede-con tractant moeten komen. Hij vindt dat die man dan maar een commissie in het leven moet roepen. Wethouder Seen zegt nogmaals dat het hier de verhuur en niet het beheer van de sporthal betreft Hij zegt naar aanleiding van de opmerkingen die gemaakt zijn, o.a. van de heren Adams en Gelten dat het ook de bedoeling was dat er opmerkingen over gemaakt zouden worden dat men zou aangeven wat er bij de raad leeft.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1987 | | pagina 136