- 12 - w woningen op de planningslijsten voorgekomen. Nu zitten we met een voorbereidingsbesluit voor het bestemmingsplan, en plotsklaps krijgen we een volledig plaatje in de raadskelder te zien, waarop aangegeven staat hoe die 13 woningen zijn en worden gesitueerd. Ik vind dit toch wel een beetje een moeilijke zaak. Ik weet ook niet of ik die 13 woningen op de planningslijst moet handhaven. Ik wijs ook op het feit dat er 30 leegstaande woningen zijn. Klopt dat, en waar staan die woningen dan leeg? Wethouder Buijs zegt dat die leegstand een momentopname betreft. Daarbij zitten ook de woningen die als tweede woning gebruikt worden. Ook de woningen die op dat moment leegstaan omdat gewisseld wordt van huurderworden meegenomen. Hij herinnert zich dat het aantal weieens 75 leegstaande woningen is geweest. Ook de woningen aan de Breestraat, die leegstonden, zijn meegenomen. Verder wonen er nogal wat Amerikaanse gezinnen in Putte. Zij staan niet ingeschreven in het bevolkingsregister van Putte. De woning die door hen bezet wordt, staat hier. te boek als leegstaand. Als je dat allemaal optelt kom je wel aan 50 woningen. Het raadslid Schouteten vraagt of er een advies is uitgebracht door het stedebouwkundig bureau. Dit, met betrekking tot die 13 woningen aan de Anjerstraat. De voorzitter zegt dat er geen advies is gevraagd. Het plan van de 13 woningen aan de Anjerstraat is een plan wat na de periode van wethouder Schouteten naar voren is gekomen. Het was een acceptabel plan. Ook mede gezien de contingentering, die de laatste jaren bijna niet verwezenlijkt kon worden, is toen besloten te proberen haast te maken met de realisering van het plan. Over het verdere plaatje, wat door de heer van Poppelen is gemaakt, wordt nog gepraat Het raadslid Schouteten vindt dat de ligging van die woningen nog bespreekbaar moet worden gemaakt in de commissie. Er is destijds in de commissievergadering duidelijk geadviseerd om het de stedebouwkundige te laten bekijken. Hij waardeert het van de andere kant dat het college op deze manier kostenbesparend werkt, maar hij vindt dan wel dat het in een commissievergadering besproken moet worden. Wethouder Seen zegt bij een aantal besprekingen aanwezig geweest te zijn, waarop gezegd werd dat het stedebouwkundig niet mogelijk is om op dat kleine terrein verantwoord een woonerf aan te leggen. Vandaar dat er gezocht is en wordt naar ideëen om toch in de richting te komen van de ideëen die destijds door de fractie van de Partij Putse Belangen naar voren zijn gebracht. Er wordt geprobeerd om daar bewoning mogelijk te maken, maar dan zodanig dat de beplanting zoveel mogelijk gespaard blijft, en dat het toch een leuk binnenterreintje wordt. Een van de grote bezwaren die de partij Putse Belangen en nog een aantal andere commissieleden toen naar voren hebben gebracht is, dat de mensen in de Anjerstraat tegen een hoop blik zouden aankijken. Dit probleem is met dit idee toch voor een be langrijk deel, en eigenlijk helemaal, ondervangen. Het raadslid Looijen zegt nogmaals dat hij bezwaar maakt tegen het feit dat de 13 woninge^ nu zo, zonder dat er van tevoren over is gepraat in de planningslijsten worden opgenomen. Verder vraagt hij hoe het met de In norm zit op dit moment dus of Putte al in de buurt van de- 40 bedden gaat komen. Hij herhaalt nogmaals zijn vragen over de te verwerven gronden voor de realisering van het bestemmingsplan Hoge Berg II. 0 De voorzitter zegt dat de gronden die niet in minnelijke schikking zijn te kopen, door onteigening moeten worden verworven. Deze gronden komen binnenkort als een totaal pakket naar voren. Het college zal zich hierover buigen. Terzake van "het bosje van van Velzen" is er contact met de familie via de advocaat. De nieuwe jurisprudentie die daarop betrekking heeft, is getoetd: door het Rotterdamse bureau. Daaruit zijn weer nieuwe ideëen naar voren gekomen. Die worden op dit ogenblik bekeken. Hij denkt dat het college hierover over niet al te lange tijd een besluit kan nemen. Als dat bepaalde consequenties heeft, dan zal dat de raad worden voorgelegd. Meer kan hij er niet van zeggen. Met betrekking tot de vraag over de 7?ó norm zegt hij te denken dat die 7norm altijd nog geldt. Het mooie van deze norm is dat ook het aantal bedden gelijk blijft. Dus zit Putte goed. Het raadslid Adams neemt aan dat als de bouwaanvraag in stijd is met het bestemmingsplan, dat dan het college naar de raad toekomt met het plan, zodat de raad dan gelegenheid genoeg heeft om die woningen op zijn plaats te zetten.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1987 | | pagina 133