worden, want de raad weet dat het een zeer kostbare zaak is voor een gemeente. Het raadslid Schoonen interrumpeert hem en zegt dat dat niet hoeft. De Postbaan heeft een natuurlijke afloop, en als er buizen in de sloot, ten noorden van de Postbaan, worden gelegd, is het een vrij gemakkelijke zaak. Wethouder Seen wijst erop dat niet alleen de Postbaan tot het Buitengebied behoort. Het Buitengebied is een beetje groter. Er zijn ook plaatsen in het Buitengebied aan te geven, waar het misschien wel een ton kost om daar riolering aan te leggen. Hij zegt dat het onderzocht wordt. Het raadslid Looijen is ter ore gekomen dat het pand Antwerpsestraat 146 niet geheel volgens de geldende 'voorschriften zou zijn gebouwd. Hij stelt dat als dit zo is, het een vervelende zaak is. Hij stelt de volgende vragen: Als de bouwer zich niet heeft gehouden aan de maten ten opzichte van de rooilijn en/of de goothoogte, is het college dan bereid dit te onderzoeken? Is het college bereid dit te laten onderzoeken door een van de gemeente onafhankelijke deskundige, omdat,als het waar is wat nu slechts een vermoeden is, het in het begin stadium geconstateerd zou kunnen zijn door onze eigen bouwpolitie. En dan zou het college dit nu weten. Als er inderdaad geconstateerd wordt, dat er een afwijking is van de rooilijn, en/of de goothoogte, is het college dan van plan maatregelen te nemen zoals het college die heeft genomen in juni 1981bij een geconstateerde overschrijding van de rooilijn aan het pand Moriaansdreef 49. Er werd daar een overschrijding van 50 cm. geconstateerd, waardoor de eigenaar/bouwer een gehele muur heeft moeten afbreken, hetgeen hem toen 20.000,heeft gekost. Binnen welke termijn kan de raad hierover uitsluitsel krijgen, en is het college van plan dit heel erg serieus te behandelen, gezien de verstrekkende gevolgen als een en ander waar is? Verder zegt hij: Mijnheer de voorzitter, uit informatie is gebleken,dat U niet van plan bent om enige vrijstelling te verlenen aan mensen die even buiten de kom van de gemeente, tijdelijk, omdat zij een woning aangevraagd hebben en staan op de lijst van woningzoekenden, een onderkomen proberen te vinden in de buurt van degenen waarmee zij een sociale binding hebben. Ik heb nu geconstateerd, dat U op dit punt toch wel het een en ander heeft toegestaan. Op het perceel Heidestraat 5 namelijk is nu een complete illegale camping gevormd. Daarom vind ik het vreemd, dat U een enkele aanvraag voor een tijdelijke vrijstelling weigert, terwijl deze caravan na enige tijd, als er een woning toege wezen is, weer zal verdwijnen, en dat U deze illegale camping wel toestaat. Ik verzoek U dit serieus te behandelen en te onderzoeken. Voorzitter, als iemand een bouwvergunning heeft gehad om een garage bij zijn woning te bouwen, mag hij dan na enige tijd aan deze garage een andere bestemming geven door er bij voorbeeld een keuken of een slaapkamer van te maken? Als het college van mening is dat dat niet kan, wat is het dan van plan hieraan te doen in voorkomende gevallen? Mijnheer de voorzitter, mij is ter ore gekomen, dat hier een echtpaar woont, dat zijn woning, met Uw toestemming, aan hun zoon doorgaf, hetgeen niet ongebruikelijk is, en zelf naar België verhuisde. Nu zijn deze ouders, om een voor hen bekende reden, weer naar Nederland verhuisd, en hebben weer de woning van hun zoon ingenomen, nadat de zoon een woning heeft gekocht. Is dit het nieuwe toewijzingsbeleid van het college? Of is dit slechts een incidenteel geval? Als het college dit accepteert, dan heeft het daarmee wel een precedent geschapen. In de toekomst zal het dus om soortgelijke gevallen niet heen kunnen. Is het college van plan hieraan iets te doen? Ik vraag dit omdat er bij mij een sterk vermoeden bestaat, dat desbetreffende persoon hiermee 2 adressen heeft gecreëerd. Het adres van de woning kan eventueel na de raadsvergadering aan het college gegeven worden Voorzitter, op 23-1-1981 heb ik een aantal vragen gesteld over het permanent bewonen van de vakantiebungalows op de camping Hazeduinen. Vanaf deze datum en ook daarvoor heeft het college steeds vrijstelling verleend voor permanente bewoning. Ook ik heb in mijn wethoudersperiode daar geen moeite mee gehad. Nu heeft iemand mij benaderd met het probleem, dat het college daar wat moeilijk over doet. Deze persoon wil ook op de camping een woning kopen, met de be- doelinq om daar permanent te gaan wonen, nadat hij eerst zijn woning in het dorp heeft verkocht. Aangetekend zij dat er aan het eind van 1986, 78 personen permanent op de camping woonden.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1987 | | pagina 117