7. Voorstel inzake uitvoering "Regeling in garanties gemeente voor eigen woningen". Het raadslid Looi/jen is het eens met het voorstel, behalve met punt 7 van het besluit. Hij wenst dit punt als volgt te amenderen: 7. de voorwaarde dat de geldgever het in de lening begrepen bedrag voor de kosten van verbetering in depot houdt, en dat uitbetaling moet plaatsvinden nadat door middel van pro-forma nota's is aangetoond dat de gelden ter verbetering van de woning worden aangewend. De reden van dit amendement is, dat anders de mensen met de betaling van de gekochte goederen in moeilijkheden kunnen komen. Hij wenst dit amendement in stemming gebracht te zien. Het raadslid Gelten zegt dat dit amendement door de fractie van de Partij Putse Belangen wordt ondersteund. Het raadslid Schoonen ondersteunt eveneens dit amendement. Wethouder Buijs zegt dat het een zaak van burgemeester en wethouders is of een in depot gehouden bedrag wordt vrijgegeven. De uitbetaling hoeft in de praktijk geen probleem te zijn, omdat, wanneer iemand zijn woning gaat verbeteren, hij een nota kan krijgen voordat de zaak geleverd is, en hij kan de nota pas krijgen als er al geleverd is.Contante betaling is binnen 1 maand. Hij stelt dat die man of vrouw binnen een week een bewijs kan krijgen v .'cF. gemeentedat't bedrag, gespecificeerd op die nota, wordt vrijgegeven. Hij stelt dat er dus, qua betaling, helemaal geen vuiltje aan de lucht is. Bovendien kan het zo zijn, dat, als het werk wordt uitgevoerd door een aannemer, een aanneemsom op papia: komt te staan, wat bij voorbeeld in termijnen wordt betaald. Met dat papier kunnen die termijnen vrijgegeven worden. Dus, in cfe praktijk hoeft het helemaal geen probleem te zijn. Het artikel is op die wijze geredigeerd, omdat voor de gemeente duidelijk moet zijn waar de gelden voor worden aangewend. Als iemand met een pro-forma nota komt, zoals de heer Looijen stelt, dan kan hij zodra hij het vrijgevingsbewijs heeft van de gemeente, die pro-forma nota weggooien en er bij voorbeeld een auto voor kopen. Dan loopt de gemeente het risico dat zij straks voor grote bedragen garant staat voor iets dat er niet'is. Hij denkt dat de gemeente zich hiervoor moet indekken. Het raadslid Looijen zegt dat de pro-forma nota die hij bedoelt dezelfde is als de nota welke de mensen krijgen voordat de zaak geleverd is, waarover dhr. Buijs sprak. De voorzitter wijst erop dat de nota's die bedoeld worden in het oorspronkelijke punt 7 "kwijtingsbewijzen" zijn. Het raadslid Looijen herhaalt nogeens dat hij hetzelfde bedoelt als de heer Buijs. Hij geeft inderdaad toe, dat als de mensen kwaad willen met die pro-forma nota's dat dat dan mogelijk is. Daarnaast zegt hij dat er verschillende zaken zijn waar mensen bouwmaterialen gaan halen, en waar ze toch contant moeten betalen. Het raadslid Schoonen zegt dat dit contant betalen meestal voorkomt als de mensen naar bv. "Gamma" gaan. En als dan het geld in depot staat, wordt betalen wel moeilijk. Hij oppert de volgende oplossing. Iemand bestelt iets bij de Gamma, en dat wordt afgetekend als zijnde besteld, en dat het afgenomen wordt. Als dit dan aangetoond wordt, kan het geld dan niet uit depot gehaald worden? Het raadslid Adams denkt dat als de gemeente er zeker van wil zijn, dat er met die gelden gebouwd wordt, het er in het oorspronkelijke punt 7,goed staat. Hij denkt niet dat het college moeite zal hebben met de mogelijkheid van "de bestelbon" waar de heer Schoonen het over had. De gemeente zal dan ook wel de gelden vrij willen geven, zodat de chauffeur betaald kan worden. Hij vindt dat je een bestelbon ook als nota kunt zien. Hij vindt een pro-forma nota een waardeloos stuk papier, zoals ook de heer Buijs zei. Het raadslid Looijen zegt dat dit gewoon een kwestie van vertrouwen is. Hij zegt in het verleden meegemaakt te hebben, dat er niet eens pro-forma nota's aanwezig waren, maar dat er aleen een "gissing" werd gedaan naar het feit dat de betrokkene een aanvraag had ingediend. Dit had de aanvrager dan middels de loco-secretaris naar voren gebracht in het college. Dat is waarschijnlijk hetgeen wethouder Buijs bedoelt met de bewering dat het allemaal in de praktijk nogal meevalt.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1987 | | pagina 113