- 17 - Het lijkt ons - indien blijkt dat dit bedrag niet in te vorderen is - dat de samenwerkende gemeenten ieder bun aandeel daarin betalen. Ons inziens heeft Putte tot op heden korrekt gehandeld. Voorts lijkt het ons dat wij het niet eens kunnen zijn met een passage uit de brief van de HOP aan deze raad. De HOP-commissie neemt aan dat Putte voortaan garant zal staan voor de betaling van de kohierbedragen, zulks in afwachting van de nieuwe gemeenschappelijke regeling. Wij menen dat de huidige spelregels gewoon in acht genomen moeten worden. Het raadslid Schoonen zegtjn de vergadering van 3 april j.l. van de HOP te Ossendrecht heeft de wethouder van Putte een opmerking ge maakt over de oorzaak van de achterstand der betalingen in Putte. vind deze opmerking niet terecht. De grote achterstand komt m.i. niet alleen voort uit verhuizingen naar het buitenland, faillisse menten en de niet-invorderbaarheid bij de woonwagenbewoners. Deze achterstand doet zich bij meer bewoners in Putte voor. De wethouder heeft naar mijn mening deze woorden gebruikt om de heer Buijs in bescherming te nemen. Een conclusie kan er maar getrokken worden en dat is dat de wethouder van Financiën een zeer slecht incassobeleid heeft gevoerd. Hij vindt het onaanvaardbaar dat Putte in zo'n slecht daglicht wordt gesteld bij Ossendrecht en Huijbergen. De Putse Dorpspartij vindt dat zo snel mogelijk moet worden over gegaan tot de afdracht bij voorschot aan de HOP. Dit laatste slaat natuurlijk wel een groot gat in de gemeentekas. N.a.v. het voorgaan de kan ik mij dan ook voorstellen dat het C.D.A. iemand uit de huidige coalitie heeft voorgesteld voor de post van Financiën. Wethouder Looi,jen zegt dat voor het jaar 1986 reeds 50.000, aan voorschot is afgedragen aan de HOP, terwijl het totale bedrag 101.000,50 is. Ongeveer de helft van dit bedrag moet dus nog geincasseerd worden voor 1986. Dat de incasso van de gelden in 1985 niet is gebeurd zoals het moest heeft verschillende redenen. Er staat inderdaad voor 1985 nog een bedrag open van 5.643, Hij zegt bereid te zijn een ander, beter, incassobeleid te gaan voeren. Hij zal om te beginnen met het voorstel komen om de honden belasting te scheiden van de reinigingsrechten. Wethouder Buijs zegt, n.a.v. hetgeen de heer Schoonen heeft gezegd, te begrijpen, dat in dit geval graag de zwarte piet naar de wethouder Financiën gestuurd wordt. Het is natuurlijk helemaal geen zaak van de wethouder Financiën om die gemeenschappelijke regeling gewijzigd te krijgen. Hij herhaalt nogeens wat hij in eerste instantie heeft gezegd. Hij zegt dat de wethouder bij zijn collega's uit Ossendrecht en Huijbergen de wijziging van de gemeenschappelijke regeling niet waar heeft kunnen maken. Hij zegt voorts, dat de heer Gelten het op 2 punten met het amen dement eens is. Maar, dat strakker invorderingsbeleid is nu juist geen zaak van de HOP maar van Putte zelf. De voorzitter zegt dat het gezien moet worden als een 'lijn' die het raadslid Gelten naar voren brengt voor het college van b. en w.. Het raadslid Buijs zegt het hiermee eens te kunnen zijn. Het raadslid Seen vecht de woorden van de heer Schoonen aan, die zei dat oud-wethouder Buijs in gebreke was gebleven. De uitvoerend ambtenaar van de HOP in Ossendrecht heeft gezegd dat Putte niets verkeerd doet. Putte heeft alleen te maken met die 3 probleemgroepen, die de heer Schoonen noemde. De andere gemeenten hebben die niet. Het raadslid Schoonen zegt dat het feit blijft datde invordering niet goed is gebeurdanders konden die schulden niet ontstaan zijn. Het raadslid Buijs bestrijdt deze woorden. In de andere gemeenten wordt tegen het einde van het jaar het netto—cohier aan de HOP

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1986 | | pagina 91