Het raadslid Mei.ier Drees spreekt de volgende woorden uit: Geachte voorzitter, Angst is een slechte raadgever. Toch is het de angst voor een ramp, die ons dwingt met dit voor stel voor een gewestelijke brandweer, akkoord te gaan. Angst voor een ongeval waarbij onze gemeentelijke brandweer, hoe goed die ook is, niet de kennis en niet de spullen heeft, voor - een goede bestrijding. Maar de angst loert ook van een andere kant. Als we akkoord gaan, dreigt de mogelijkheid tot verlies van autonomie die we wél kunnen dragen. Hebben we over tien jaar nog wel een eigen brandweer? Als we eens over de grens kijken naar onze buurgemeenten. Zij moeten altijd een beroep doen op de brandweer uit Antwerpen. Daarom moeten ze zo'n 20 minuten of langer wachten voor er hulp komt. Zelfs hulp voor het bevrijden van verkeersslachtoffers. Het is de prijs die zij moeten betalen voor de schaalvergroting. Tweede bezwaar. Wie draagt in laatste instantie de verantwoorde lijkheid en wie is politiek aanspreekbaar bij communicatie stoornis? De functie van de burgemeester als hoofd van de brand weer dreigt te worden uitgehold. Ik citeer pag. 62 pt. 5: ♦Het Streekgewest heeft alle aan de besturen van de deelnemende gemeenten toekomende bevoegdheden? Is hier geen sprake van overname van bevoegdheden en verant woordelijkheden? Derde bezwaar: de zaak wordt duurder. Hoeveel duurder precies, is nog niet te zeggen, want hoelang blijft het rijk de BB- ambtenaren betalen, die nu nog in deze begroting voor ons op nihil gesteld zijn? De bosbrandpreventie valt buiten het pakket van de diensten die de gewestelijke brandweer ons aanbiedt. Dat extraatje kost ons, als we akkoord gaan, 1,74 per inwoner. Wat wordt de prijs die wij gaan betalen? Wij zullen ervoor waken dat die prijs niet zal zijn een te ver gaand verlies van onze onafhankelijkheid. Ook terwille van de groep vrijwilligers die er bij ons in de gemeente -is en die op zo*n geweldige manier hun zware taak vervullen. Wij dringen erop aan dat de burgemeester in de commissie van advies en bijstand van die gewestelijke brandweer, zich ervoor zal inspannen dat hier in Putte een meetapparatuur komt tot het verkennen van gevaarlijke stoffen. De voorzitter zegt dat het een goede zaak is, dat de raad weer herhaalt, dat hij de bosbrandbestrijding opnieuw bespreekbaar wil maken in het Streekgewest. Het college zal de gewestraad hierop wijzen. Wethouder Looijen bestrijdt de woorden van de heer Meijer Drees, daar waar hij zegt, dat het aan een zekere vorm van spullen, kennis en eventueel getraindheid zou ontbreken bij het korps. Hij vindt dit een belediging. De brandweermensen zijn zodanig getraind dat we er trots op mogen zijn. De omvang van een ramp kan zo groot zijn dat de mankracht ontbreekt om de brand te be strijden. Hij vindt het spijtig dat de heer Meijer Drees zo spreekt. Het raadslid Meijer Drees zegt dat er altijd een situatie denkbaar is, waarbij de brandweer niet de spullen en kennis heeft om de brand te bestrijden. Aangezien niemand meer het woord verlangt of stemming wordt over eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 10. Voorstel met betrekking tot de bosbrandbestrijding. Het raadslid Meijer Drees spreekt de volgende woorden uit:

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1986 | | pagina 80