de Berk, waarvan de exploitatie niet sluitend te krijgen is, en de sporthal, waarvan de exploitatie dan ook zeker wel niet sluitend te krijgen is, mank loopt. De heer Looi jen vraagt om harde cijfers. Wethouder Buijs zegt dat die wel te krijgen zijn, maar dat er dan een paar jaar voorbij zijn Harde cijfers heb je pas als je een paar jaar draait. Hij denkt dat de exploitatieopzet die de commissie financiën is voorgelegd, realiteit is, althans dicht bij de werkelijkheid. Het is zelfs zo, dat de kostencijfers gebaseerd waren op een sporthal. De inkomsten daarentegen waren gebaseerd op te verwachten huur opbrengsten voor een zaal. Vandaar dat er in het voorstel wordt gezegd, dat het college verwacht dat een sporthal exploitabel is. Er is gezegd dat de projectcommissie geadviseerd heeft om een sportzaal te bouwen. Hij stelt nadrukkelijk dat dat niet zo is. De projectcommissie is met de opdracht van het college van start gegaan. Het college heeft de commissie gevraagd hoe zij denkt dat een sportzaal er uit moet komen te zien. Waarom een sportzaal? Omdat op dat moment niet die grond ter be schikking was die de gemeente nu wel heeft. Daar de gemeente nu de mogelijkheid heeft om daar een sporthal te bouwen, lijkt het hem logisch dat het college aan de raad vraagt hoe hij er nu over denkt. Dat is hetgeen het college vraagt. Het is natuurlijk zo, dat ieder raadslid de vrijheid behoudt om indien hij of zij het straks onverantwoord acht om een hal weg te zetten, straks nee te zeggen. In de vergadering van de commissie financiën zijn de cijfers, goed overwogen, op een rijtje gezet. Er is toen een voor het college gunstig advies uitgebracht. Hij heeft in de commissievergadering gewezen op de meerjaren-raming die in december bij de begroting 1986 is behandeld. Die meerjaren-raming laat zelfs meer ruimte als wat het collge verwacht aan nadelig saldo over te houden. Hij is het met de heer Gelten eens, dat er die eerste jaren een groter nadelig saldo zal zijn. Maar, zegt hij, laat ons a.u.b. niet dezelfde fout maken die destijds met het bouwen van de Berk is gemaakt. Hij is ervan overtuigd dat er binnen de kortste keren nieuwe sportverenigingen zullen komen. Hij denkt dat je inderdaad niet kunt spreken van een verkiezings stunt. Dit heeft Mevrouw van Wees ook al gezegd. Het is inderdaad zo, dat als je 12-14 jaar bezig bent om te komen tot de bouw van een sportzaal, je niet meer kunt spreken van een verkiezingsstunt. Het raadslid de Ru zegt met betrekking tot het antwoord van wet- houder Buijs dat er zeker nieuwe verenigingen zullen komen. Maar dat zal wel ten koste gaan van de oude verenigingen. Per saldo zal er niet veel bijkomen. Hij vraagt het college het financiële overzicht ver voor de april- vergadering te laten bezorgen, zodat er goed studie van gemaakt kan worden. Wethouder Buijs zegt dat hetgeen de heer de Ru aangeeft, nl. dat er straks een ruime keuze is in de beoefening van sport, de gehele gemeenschap ten goede zal komen. Het is een hele goede zaak dat er meer mogelijkheden zijn. Het raadslid Looijen reageert op het verwijt van wethouder Buijs door te zeggen dat de wethouder heel goed weet dat hij niet alleen gezegd heeft "geld is rond en moet rollen" om daar een grote sporthal voor neer te zetten. Er zijn heel veel andere mogelijkheden op het gebied van het welzijn. In het weekend heeft hij nog aangegeven met welke kleine hoeveel heden geld er op dit gebied iets kan verbeteren.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1986 | | pagina 30