gemeente, maar het moet wel financieel haalbaar zijn. Tijdens de commissievergadering van 21-1-1986 heeft de fractie van de V.V.D. het college duidelijk gemaakt dat een zaal van 24 x 28 m. financieel niet haalbaar is. Dit geldt zeker voor een hal van 24 x 42 m. Of, zo vraagt hij zich af, moeten de in woners van Putte straks het gelag betalen? Hij steunt het voorstel van het college niet. Hij wil eerst een exploitatieopzet van de sporthal en tevens van de Berk zien. Immers, de Berk zal minder inkomsten verwerven. De raadsleden van Beeck, A. Buijs en Ketelaars zeggen met het voorliggende voorstel akkoord te kunnen gaan. Zoals zij reeds eerde hebben gezegd, wordt het financiële plaatje afgewacht. Wethouder Schouteten zegt een uitspraak van de raad te willen of het een zaal of een hal moet worden. Waarom eigenlijk? Het is een feit dat een hal 200.000,meer zal kosten. Nu is er de keuze of het een zaal van 1,6 miljoen wordt, of een hal van 1,8 miljoen. Je moet dan de voor- en nadelen tegen elkaar afwegen: wat kun je in een sporthal meer doen, wat zijn de meeropbrengsten. In de april-vergadering krijgt de raad de financiële consequenties netjes voorgeschoteld. Dan kan eventueel het antwoord gegeven worden, dat het allemaal te duur wordt. Inderdaad is het advies van de commissie een sportzaal geweest. De mogelijkheden waren op het moment dat hierover beslist is, ook niet aanwezig. De commissie zag het op dat moment niet zitten. Er is wel altijd met de commissie over gesproken. De vraag was of de grond aangekocht kon worden. Dat was toen een hele duistere zaak. Als de gemeente geen grond had kunnen kopen, dan had de gemeente wel een zaal moeten bouwen. Nu is er de mogelijkheid om een sporthal te bouwen. De mogelijkheden moeten nu goed overwogen worden. Daar gaat het vanavond om. Met betrekking tot de financiële kwestie en wat de verenigingen gaan betalen, waar de heer Looijen het over had, denkt hij andere systemen te kunnen hanteren. Hij wil dit nu niet ter discussie stellen. Het college wil nu weten of het een hal wordt of een zaal. De voorzitter verduidelijkt dat het hier de ombouw van het voorstel van december 1984 van zaal naar hal betreft. Het raadslid Mevrouw Emke zegt dat zij dit wel begrepen heeft. Maar op 4-12-1984 is in principe besloten om een sportzaal te bouwen. Zij stelt dat dit besluit nu weer wordt ingetrokken, nu het weer om een hal gaat. Zij vindt dat je van tevoren moet weten, wat je wilt. Zij zegt, dat het nu best weer zo kan zijn, dat er nu, op 4-3-1986, een principe besluit genomen wordt, en dat straks, als blijkt dat het financiële plaatje er zo uitziet dat het niet haalbaar is, diverse raadsleden alsnog tegen stemmen. Dan gaat de raad dus maar weer terug naar het voorstel van 4-12-1984. Zij vindt het allemaal zo moeizaam gaan. Zij vraagt of er niet een overzicht gemaakt had kunnen worden, zodat de raad had geweten waar hij aan toe was. Er is een commissie geweest die alles heeft onderzocht. De behoefte aan een sporthal is er niet of nauwelijks. Toch wordt dan een derge lijk voorstel gelanceerd. Hoe het moet met de Berk en wat het alle maal gaat kosten, zijn allemaal vragen. Er wordt zo in de ruimte gesproken. Zij zegt dat eigenlijk het probleem te vinden. Het raadslid Gelten reageert op hetgeen de heer Looijen zojuist heeft gesteld. Putse Belangen zou gezegd hebben dat het een financi succes zou gaan worden. Hij zegt die woorden nooit geuit te hebben. Maar hij heeft wel gezegd, dat het exploitatietekort tot een minimum kan worden teruggebracht door een hal te bouwen met daarbij een professionele aanpak. Daarbij heeft hij namens de fractie ook

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1986 | | pagina 27