de C.D.A.-fractie geen steun zal geven aan dit voorstel. Het raadslid Gelten zegt dat de fractie van de Partij Putse Belangen is uitgegaan van het gegeven dat een bouwexploitatieverordening in feite vooruitloopt op een bouwgrondbelasting-verordening. Daarom keuren zij de verordening, zoals die nu op tafel ligt, goed. Het vervolg erop wordt afgewacht. Voor het geval dat de oppositie niet van plan is om deze verordening aan te nemen, wil hij graag stemming aanvragen. Het raadslid Seen reageert op hetgeen gezegd is, nl. dat na invoering van de bouw exploitatieverordening er een bouwgrondbelasting ingevoerd kan worden. Hij citeert wederom Claassen onder "conclusies": De diverse verhaalsmethoden berusten op verschillende grondslagen, maar vertonen een zodanige samenhang dat ze niet geheel op zichzelf kunnen worden bezien.Allereerst moet worden vastgesteld dat ze elkaar in beginsel uitsluiten. Het raadslid Schoonen zegt dat de Putse Dorpspartij in principe niet tegen een bouw exploitatieverordening is. Toch wil hij het college verzoeken dit voorstel terug te nemen. De reden hiervan is dat het tijdsbestek waarin dit bestudeerd moet worden veel te kort is. De materie is te complex en te'ingrijpend om op zo'n korte termijn een goede en verantwoorde beslissing te kunnen nemen. Beter ware het dit eerst in de commissie te behandelen. Hij kan alsdus niet akkoord gaan met het voorstel. De voorzitter zegt dat de heer Schoonen niet precies weet waar het om gaat omdat hij destijds niet bij de beraadslagingen in de commissie was. Hij maakte ;toen nog geen deel uit van de raad. Aan hetgeen de heer Seen heeft gezegd omtrent de bouwexploitatieverordening hoeft hij verder niets toe te voegen, omdat het zo is. Het is wel zo dat de gangbare methode is dat je een bouwgrondexploitatieverordening in het leven roept. Als men op grond van deze verordening niet tot een vergelijk komt, dan zal de volgende stap zijn, het invoeren van een bouwgrondbelasting. Uiteraard heeft een belasting wel een bepaalde rechtskracht. Op deze manier kunnen gemaakte kosten wel teruggehaald worden. Het raadslid Adams wijst erop dat de voorzitter zegt dat er bij een bouwgrond- exploitatieverordening geen -enkele sanctie is. Het is in feite een overeenkomst die je met een exploitant kunt aangaan. Hij vraagt of men met het invoeren van zo'n verordening, zeker voor zo'n kleine gemeente, niet alleen maar moeilijkheden opzoekt. Hij vraagt of men dan niet veel beter af is met het invoeren van een goede bouwgrondbelasting-verordening De voorzitter zegt dat je met een bouwgrondexploitatieverordening spelregels hebt die je ook als gemeentebestuur hebt te hanteren in de opzet van exploitatie,bij actieve grondpolitiek,van verworven gronden en kostprijsberekening van de gronden die als bouwgrond worden aangemerkt. Dat spel is dus over-en-weer. Het raadslid Adams zegt dat die berekening van die kosten evengoed in een belasting- verordening kunnen staan. De voorzitter zegt dat die kosten daar inderdaad ook weer in terugkomen. Er moeten alleen spelregels zijn die zowel voor de exploitant als de gemeente gelden. Zo werkt de bouwgrondexploitatieverordening. Het ra&felrird Looijen hoopt niet dat iemand denkt dat het college dit als instrument gebruikt om bepaalde bouwgronden te 'verwerven, waarop woningbouw gepleegd moet worden. Het gaat er hoofdzakelijk om, dat het mogelijk gemaakt wordt om de ondergrond te verkrijgen waarop allerlei voorzieningen om de grond bouwrijp te maken, getroffen moeten worden. Ten aanzien van de 8 perceeltjes die liggen in >het bestemmingsplan "Centrum Zuid- Oost", zegt hij dat de bouwexploitatieverordening daarop van toepassing zal zijn als er een "plan op komt te liggen". Als het een aaneengesloten bebouwing langs de straatweg is, is daar natuurlijk geen sprake van: de bouwexploitatieverordening kan dan niet gehanteerd worden. Wel kan hij gehanteerd worden,: wanneer er een totaal plan zou ontstaan, als er afgeweken zou worden van de weg, en er een stukje openbare weg gemaakt moet worden. De voorzitter memoreert het vaEzoek ;van de ;heer Geiten om stemming. Dit verzoek wordt ondersteund. Uit een hierna gehouden mondelinge stemming blijkt, dat de raadsleden Buijs, Adams, van Wees-Trümner, Seen, Meijer Drees en Schoonen tegen en de raadsleden Gelten, Quireyns, Pasteuning, Schouteten en Looijen voor het voorstel van burgemeeser en wethouders stemmen, zodat het voorstel is verworpen.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1986 | | pagina 254