- 2 - Hij stelt dat de renteberekening een zaak is die een keer per jaar terugkomt met de opgave voor exploitatie en balans. Hij stelt dat dan deze zaak weer opnieuw aan de orde komt. Het raadslid Buijs zegt het met de conclusie van de heer Gelten niet eens te zijn. De heer Gelten beweert dat het op Bieduinenhof niet goed gaat. Het raadslid Buijs stelt dat het op Bieduinenhof juist wel goed gaat. Maar met Mariahove in Ossendrecht gaat het minder goed. Hij stelt dat Bieduinenhof eigenlijk een pluim op de hoed verdient. Het raadslid Gelten zegt helemaal niet verteld te hebben dat het met Bieduinenhof niet goed gaat. Hij heeft alleen maar gezegd dat het op dit moment iets minder gaat, omddt het aantal bedden beperkt is vanoverheidswege, maar dat het kasgeld tegoed 322.000,is. Dus dat is toch geen aanleiding om te concluderen dat het slecht zou gaan met Bieduinenhof.Hij snapt niet hoe de heer Buijs bij die stellingname komt. Aangezien niemand meer het woord verlangt worden de ingekomen stukken voor kennisgeving aangenomen. 4. Voorstel tot vaststelling van een bouwexploitatieverordeninq voor de gemeente Putte. Het raadslid Seen spreekt de volgende woorden uit: Mijnheer de voorzitter, de behandeling van de bouwexploitatieverordening is tot op^F heden nogal warrig geweest. Door de commissie algemene zaken van 29 oktober 1985 werd de invoering van een bouwexploitatieverordening ontraden. In het voorliggende voorstel is het toepassingsgebied de gehele gemeente Putte. Daar vallen dus o.a. een achttal perceeltjes onder in het bestemmingsplan "Centrum Zuid-Oost", maar ook het bekende bosje van Buijs aan de Anjerstraat. Er zijn naar onze mening tot op heden geen overtuigende argumenten op tafel gekomen, die de invoering van een bouwexploitatieverordening rechtvaardigen. Het gewenste doel, het verhalen van kosten,* wordt daarmee niet bereikt. Bij passieve grondpolitiek beperkt de gemeente zich meestal tot de uitvoering van infra-structurele werken en het uitoefenen van toezicht op de overige werken van bouwrijp-maken van particulieren. Een van de uitgangspunten van het gemeentelijk grondbeleid is, dat voor gelijk waardige bouwterreinen gelijke prijzen dienen te worden betaald, ongeacht de toevallige productiekosten. Over de wijze waarop gemeenten kostenverhaal moeten of kunnen toepassen bestaat bepaald geen communis opinio, dus geen algemeen aanvaarde mening. In de praktijk worden uiteenlopende methoden gehanteerd. Een daarvan is de bouwexploitatieverordening. Die komt voort uit artikel 42 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. De eerste waarschuwing die ik te horen kreeg was: verkijk je alsjeblieft niet op die bouwexploitatieverordening. Het is een soort raamcontract, maar je kunt een particulier niet verplichten een contract aan te ga^F. De bouwexploitatieverordeningis haast niet toepasbaar en men komt als gemeente slechts in een beperkt aantal gevallen aan de bak. In "Bouwrecht 1984" staat een artikel van de hand van de jurist Tunissen. Hierin wordt een overzicht gegeven van de verhaalsmogelijkheden bij particuliere grondexploitatie. De commissie algemene zaken zou deze mogelijkheden voor de gemeente Putte eens goed op een rijtje moeten zetten, de voor-:en nadelen moeten wegen. In veel gevallen wordt aansluiting gezocht bij artikel 274 van de gemeentewet, en besluit men tot de invoering van een bouwgrondbelasting. In het algemeen geeft de V.N.G. ook de voorkeur aan een bouwgrondbelasting boven een exploitatieverordening. In een leerboek van Glaassen kunnen we daarover in de conclusies het volgende lezen: In de praktijk is de exploitatieverordening minder goed hanteerbaar voor incidentele bouwpercelen en in situaties waarin de grond gedeeltelijk bouwrijp is. De bouwgron dbelasting is dan een adequater instrument. Einde citaat. Informaties bij andere gemeenten, ook bij de provincie en de V.N.G. hebben ertoe geleid dat de fractie van de V.V.D. voorstelt dit voorstel thans aante houden en in de commissie algemene zaken ter sprake te brengen, omdat alle argumenten voor en -* tegen niet duidelijk genoeg zijn maar ook omdat we waarschijnlijk een verkeerd instrument kiezen om ons doel te bereiken. De voorzitter zegt het, met uitzondering van de laatste zin, volledig met de heer Seen eens te zijn. Het raadslid Buijs zegt in de septembervergadering uitvoerig de mening van de fractie van het C.D.A. aangaande dit onderwerp geventileerd te hebben^ Het standpunt van de C.D.A. fractie is sindsdien ongewijzigd gebleven, zodat

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1986 | | pagina 253