- 35 - manier op zijn echte waarde te toetsen. Vandaar de gestelde vraag. De voorzitter zegt dat dit in het vervolg wel komt. Deze keer heeft men nog te kampen gehad met de problemen van aanloop van een nieuw systeem. Hij is het met de heer Schoonen eens dat het erbij hoort. In een aanvullende kleine begroting heeft het college nog geprobeerd richtgetallen te geven. Dit zal ook naar gedeputeerde staten worden gestuurd. De voorzitter vraagt of de raad het op prijs stelt dat de begroting nog bladzijdegewijs wordt doorgelopen. Het raadslid Seen vraagt of dat niet verplicht is. Hij meent dat er eens goedkeuring aan de begroting onthouden is omdat men het niet hoofdstuksgewi^ behandeld had. De voorzitter zegt,dat als de raad zegt dat het van hem niet hoeft omdat er een uit voerige hoorzitting is gehouden, geen bladzijdegewijze behandeling nodig is. Hij vraagt of er nog raadsleden zijn die over de begroting, per hoofdfunctie of functie, vragen hebben. Aangezien niemand meer het woord verlangt of stemming worden de begroting met bij behorende bedrijfsbegrotingen voor 1987 overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders vastgesteld. 7a. Voorstel tot vaststelling van een "Verordening tot 2e wijziging van de Verordening op de heffing van onroerend-goedbelastingen" Het raadslid Quireyns is van mening dat de verhoging van de onroerend goedbelasting met 3?ó zeker moet doorgaan, want anders moet er in de toekomst een hoger percentage toe gepast worden. Hij stelt dat Putte, in vergelijking tót andere gemeenten in dezelfde klasse, nog lager dan het gemiddelde zit. Volgens het V.B.A.-rapport van 23 oktober is het landelijk gemiddelde onroerend goed- percentage 8,89 over de heffings grondslag, terwijl het in Putte, met de verhoging in begrepen, op 8,80 ligt. Dat is nog beneden het landelijk gemiddelde. Hij zegt verder dat het belastingpercentage, wat de V.V.D. in de algemene beschouwingen beschrijft, niet alleen afhankelijk is van het heffingspercentage, maar ook bepaald wordt door de relatief hoge A.B.W. en W.W.V.-uitkeringen die door de gemeente worden verstrekt. Het kan zijn dat de heffingsgrondslag van Putte hoger is als die in de omliggende gemeenten, omdat Putte minder industrie heeft waardoor de heffingsgrondslag lager zou kunnen zijn. Hij denkt zeker niet dat die 3% verhoging onverantwoord is, gezien de situatie in ver band met de uitkering uit het gemeentefonds. Het raadslid Buijs denkt dat hij in cfe algemene beschouwingen al uitvoerig genoeg hierop ingegaan is. De fraktie van het C.D.A. steunt zeker dit voorstel niet. Het raadslid Seen zegt dat Putte een onroerend-goedbelasting kent die aanzienlijk hoger ligt dan in Ossendrecht, Woensdrecht, en Huijbergen. De fraktie van de V.V.D. denkt niet dat het goed is dat Putte nog verder op die gemeenten vooruit gaat lopen. De fraktie van de V.V.D. zal dus tegen stemmen. Het raadslid Schoonen spreekt de volgende woorden uit: Mijnheer de voorzitter, Uit onze algemene beschouwingen wil ik opmerken dat de Putse Dorpspartij zeker niet veel wensen heeft voor wat betreft investeringen. Eén post komt hier naar voren en dat is de Berk. Deze kosten zouden toch betaald worden uit de teruggave van de B.T.W. sporthal? Het aanbieden van de begroting 1987 heeft onze ziens wijze, welke is weergegeven in de commissie financiën, niet veranderd. De Putse Dorpspartij is van mening dat de begroting 1987, nadat daar de rekeningcijfers van bekend zullen worden, een behoorlijk batig saldo zal aangeven, zoals dit in de voorgaande jaren het geval was. Wij zien het daarom niet als noodzakelijk de onroerend góed- belasting te verhogen en willen geacht worden tegen dit voorstel te stemmen. Het raadslid Gelten komt het zeer vreemd over, dat de C.D.A.-fraktie nu tegen een verhoging van de onroerend goed belasting met 3stemt, terwijl het algemeen geweten is dat in de achterliggende jaren de C.D.A. fraktie wel voorstander is geweest -en meer dere malen zelfs- van verhoging van de onroerend goedbelasting, terwijl toen de vooruitzichten op de begroting veel rooskleuriger waren. Nu de situatie zich aandient dat er maar een zeer kleine basis zal bestaan voor nieuwe investeringen, nu stemt de C.D.A.-fraktie tegen. Dat komt bij de fraktie van de Partij Putse Belangen zeer vreemd over

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1986 | | pagina 248