- 23 - 7. Voorstel tot vaststelling van de begroting 1987 voor de Algemene Dienst en de bijbehorende bedri.jfsbegrotingen. De voorzitter zegt in antwoord op de algemene beschouwingen van de fractie van de Partij Putse Belangen, dat hij de dank aan alle personeelsleden graag overneemt. Hij zegt deze dankbetuiging aan de diverse personeelsleden kenbaar te zullen maken. Uiteraard bedoelt hij hierbij ook alle fracties die hun dankwoorden hebben uitge sproken aan het personeel. De heer Gelten heeft het personeel dank gezegd voor hun inzet en werkzaamheden die ertoe bijdragen dat het goed wonen is in Putte. Hoe goed is het wonen in Putte? Het inwoneraantal op 17-11-1986 is 3644. Het inwoneraantal gaat in neerwaartse richting. Gesteld kan worden dat sinds 1-1-1986 tot heden het sterftecijfer 39 is, en het geboortecijfer 26. Het vertrekoverschot is -42, hetgeen het volgende inhoudt: 229 mensen zijn vertrokken, en 187 mensen hebben zich in Putte gevestigd. Dit alles betekert dat er 53 personen minder zijn dan op 1-1-1986. Hij vindt dat door allen, zeker ook de gemeenteraad, goed nagedacht moet worden wat hieraan gedaan gaat worden, niet alleen in de materiële zin, maar ook in im materiële zin. Het aantal vreemdelingen per 1-11-1986 was 524. V/orig jaar was dat 575. Dit betekent een daling van 51. Dat zijn niet degenen die vertrokken zijn. Het merendeel van de mensen die vertrokken zijn, zijn Nederlanders die naar plaatsen binnen de Nederlandse grenzen zijn vertrokken. In de bevolkingsadministratie zal nog eens uitgezocht worden in hoeverre dat dit gezinnen zijn, en hoe de verschuiving is geweest in jong en oud. Hij stelt dat ook Putte vergrijst, waardoor een hoog sterftecijfer naar voren komt. Elke plaats heeft hier overigens mee te maken. Wethouder Looijen stelt dat de middelen die de gemeente kan gebruiken in de algemene dienst om geldleningen te plaatsen om bepaalde kapitaalswerken te kunnen financieren, zeer gering zijn. Volgens het C.D.A. en de V.V.D. is er teveel uitgegeven in het jaar 1986. Hij dacht dat die uitgaven, die gedaan zijn, noodzakelijk waren. Daarnaast staat een korting van de uitkering uit het gemeentefonds var/ 72.000, Dit draagt er mede toe bij dat de gemeente v.w.b. zijn algemene middelen een veel kleiner eindsaldo heeft, zo erg zelfs dat er maar 5.000,is overgeschoten. Sommige partijen wijzen erop dat er nog geld staat in de reserves. Het C.D.A. zegt dat 90.000,bespaard zou kunnen worden wanneer je 2 personen vanuit de eigen dienst b.v. het beheer over de sporthal toevertrouwt. Wethouder Looijen zegt dat dit zou kunnen, maar dat dat op dit moment nog niet aan de orde is, omdat de sporthal er nog niet staat en men niet weet waarop het allemaal zal uitlopen. De cijfers uit de begroting zijn dus niet zo rooskleurig. Hij vindt het niet goed dat dan gezegd wordt: pak dan maar uit de reserves. Hij vindt dat je dit pas op het aller laatste moment moet doen. De eerste reserves die daarvoor in aanmerking komen zijn de saldi-reserves. Daar zou je, volgens de wet, 3% van kunnen gebruiken. Dat zou neerkomen op 70.000,Dat zou je, bij wijze van spreken, 10 jaar kunnen volhouden, en dan heb je in feite een strukturele bijdrage naar de algemene dienst van 70.000,Op dat moment verklein je natuurlijk wel de saldi-reserve. En dat is natuurlijk eigenlijk niet de bedoeling, want die saldi-reserve wordt nu iedere keer toegevoegd aan de algemene middelen, bij de post bespaarde rente. Het 'is de bedoeling, gezien het voorstel wat op tafel ligt, om de post onvoorzien te versterken met de opbrengst van de deposito's. Hiermee kunnen eenmalige uitgaven gedaan worden. Kortom: het college is duidelij<van mening dat een verhoging van 3% van de onroerend-goedbelasting op zijn plaats is. Hij zegt, dat als je alleen nog maar b.v. een riolering in het buitengebied wil 'aanleggen die 3% al worden opgemaakt. Bovendien vindt hij een trendmatige verhoging van de onroerend goedbelasting beter dan een schoksgewijze. Je moet ook de voorzieningen in het dorp op peil kunnen houden. Hij stelt dat diverse fracties voorstellen doen, die lastenveizwarend werken. Dit alles beziend, moet er gewoon een verhoging van 3% van de onroerend goedbelasting komen. Zoals nu de begroting eruit ziet, is er geen ruimte in de algemene middelen om aan de diverse wensen tegemoet te komen. Zelfs met die 3% verhoging kan niet gezegd worden dat er genoeg ruimte is. Hij stelt dat die 3% eigenlijk echt niet gemist kan worden en hij doet dan ook een beroep op de diverse fracties om dit door te laten gaan.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1986 | | pagina 236