- zijn er initiatieven ondernomen om te komen tot restauratie van de Gloriette
(want er zit niet alleen die 24.000,in, maar die 35.000,uit het fonds
van 1985 is ook nog beschikbaar)
- zijn er al acties ondernomen om bij de Provincie gelden los te krijgen uit de post
incidentele stadsvernieuwingsproblemen?
Verder zegt hij: Naar aanleiding van onze herhaalde vraag in de rondvraag van de
vorige vergadering hebt U bij ongedateerd schrijven aan de raad getracht een plausibele
verklaring te geven. Niet alleen heb ik met verbazing kennis genomen van de inhoud
van die brief met betrekking tot de begrotingsfunctie 210.30, maar ook met grote
ergernis. Tijdenshet lezen ervan kreeg ik het gevoel dat ik als vragensteller, maar
feitelijk ook de hele raad omdat het antwoord aan de raad gericht is, op zijn zachtst
gezegd,willens en wetens op een dwaalspoort worden gezet. U heeft met Uw antwoord
duidelijk gemaakt dat U bedoelde begrotingspost reeds behoorlijk heeft overschreden,
en wel met maar liefst 50%. De manier waarop U dat de raad probeert te verdoezelen
acht ik ver beneden peil, nog afgezien van het feit dat U daarmee Uw bevoegdheden te
buiten gaat, sterker nog: het is een niet toegestane handeling van Uw college.
Daarover de volgende vragen: de kosten van het herstraten van de Hazelaarlaan en de
Keizerstraat zijn gedeeltelijk opgegeven. Vraag is:lkomt daar nog wat bij, en zo ja,
hoeveel2. Werd dat werk in regie gedaan, of was het werk aangenomen?
Het herstraten van de HogebergdreefNieuwstraat en Tulpstraat werd toch na inschrijving
gegund voor 94.000,Waarom geeft U dat bedrag niet in zijn geheel op?
Verder schrijft U dat de raad op 7-10-1986 40.000,heeft aangeraamd op diezelfde
post. Natuurlijk voorzitter, maar dit bedrag was naar Uw zeggen nodig om de St.
Dionysiusstraatde Pr. Bernhardstraat en de Beukendreef op te knappen.
Voorzitter, is het Uw college bekend dat li ondanks het tot 2 maal toe attenderen
hierop door mijn fractie, blijft handelen in strijd met de artikelen 249 en 250 van de
gemeentewet?
De voorzitter zegt dat het probleem van het verdwijnen van de stukken uit de kelder
al eerder is gehoord en besproken. Hij roept nogmaals de fracties op ervoor te zorgen
dat de stukken in de kelder blijven. Tegenwoordig kunnen raads- en commissieleden
meer tijd vrijmaken om overdag de stukken te bestuderen, en dan- komen ze soms tot
de conclusie dat er bepaalde stukken niet zijn. Dat is een heel vervelende zaak, zo stelt
hij. Hij zegt hierover wel erg zijn zorg te hebben. Als dit nog meer voorkomt dan zullen
we moeten beginnen met multomappen die aan een kettingliggen met een slot daarop, zegt
hij. Hij vindt dit gewoon niet kunnen. Hij vindt dit gaan buiten alle normen van elkaar
in democratie ter wille te zijn.
Het raadslid Gelten zegt richting de heer Seen dat hij niemand beschuldigt. Hij heeft
slechts, en met hem diverse leden van verschillende fracties, hierover zijn misnoegen
geuit. Hij zegt geen bewijzen te hebben en daarom kan hij ook geen beschuldigingen
uiten. Hij zegt het alleen te constateren en er een opmerking over te maken.
Op verzoek van de heer Seen zegt hij dat recentelijk het meldingsformulier bij de
wijziging van de Brandbeveiligingsverordening zoek was.
In het verleden is het ook eens gebeurd dat er op zondag geen enkel ingekomen stuk lag.
Hij stelt dat,aangezien een redelijk beroep op de diverse fracties in het verleden gedaan,
niet heeft geholpen, mischien toch de suggestie van de voorzitter overgenomen moet
worden.
Het raadslid Seen ondersteunt dit van harte.
De voorzitter zegt m.b.t. de auto aan de Bosweg, dat hieromtent een verkeersmaatregel
getroffen zal moeten worden, omdat hetplaatsen van een trekker niet strafbaar is.
Met betrekking tot de brief over de zaak Lucas, zegt hij, dat deze brief vandaag
in b. en w.-vergadering behandeld is. Deze brief zal dan in de volgende raadsvergadering
aan de orde worden gesteld.
Alle brieven die aan de raad gericht zijn, gaan via burgemeester en wethouders.
Hij stelt dat omdat het gericht is aan de raadsleden, het helemaal buiten de gemeentewet
omgaat. Het is ook wel gebeurd dat de advocaat aan de raadsleden zelf een brief heeft
geschreven, en dat de gemeente een afschrift kreeg.
Het raadslid Schoonen concludeert dat de raadsleden dus een brief krijgen met l£ maand
vertraging.
De voorzitter zegt dat hij er niets aan kan doen. Dan moet dp^^advocaat eerder schrijven.
Met betrekking tot de opmerking van de heer Meijer Drees zegt aat er een bevestiging
van ontvangst van de brief naar de mensen gestuurd moet worden met daarbij de
vermelding dat zo snel mogelijk op de zaak teruggekomen zal worden.
Hij zegt dit omdat nogal veel zaken aan de orde komen, die later ook weer in beroeps
procedures naar voren komen.