Het raadslid Buijs zegt dat niet uit de stukken blijkt dat het college bezig is geweest zoals wethouder Looijen zegt. De voorzitter zegt dat de heer Buijs hem op zijn woord moet geloven als hij zegt dat de woorden van de heer Looijen waar zijn. Het raadslid Meijer Prees gelooft dat de discussie is: nu zijn er 2 percelen, waarvoor die onteigeningsprocedure aan de gang is, terwijl er in totaal 5 percelen grond eigendom van de gemeente moeten worden. Hij stelt het college voor het voorstel voor een maand terug te nemen, en in die maand te zorgen dat de onteigeningsprocedure voor de overige stukken er ook bij komt. Hij vraagt of dat onmogelijk is. De voorzitter zegt dat alles mogelijk is. Maar het is het punt dat deze procedure al lang loopt. Deze procedure moet ook nu doorgaan. De taxaties gebeuren morgen. Zo zit het in elkaar. Hij zegt tegen de heer Buijs dat er niet 4 percelen aan die weg liggen maar 3. Hij stelt nogmaals voor het voorstel wel te ondersteunen. Het raadslid Buijs zegt stemming te willen. Het raadslid Schoonen vraagt of het toch niet verstandiger is om te doen wat de heer Meijer Drees zegt, en het voorstel een maand aan te houden. De voorzitter zegt, na ruggespraak gehouden te hebben, het voorstel aan te houden tot een volgende vergadering in december. 8. Voorstel tot vaststelling van een kampeerverordeninq voor de gemeente Putte. Dit voorstel is komen te vervallen. 9. Voorstel tot het dienen van bericht en raad aan Gedeputeerde Staten inzake een klacht naar aanleiding van de 10e begrotingswijziging 1986. Het raadslid Adams zegt dat het college in zijnCB!rief aan gedeputeerde staten een tweetal argumenten aandraagt waarom het college de verordening op de reinigingsheffingen buiten werking wil stellen. Hij zegt zich niet te kunnen herinneren dat er in de raadsvergadering van 9 september 1986 besloten is om die verordening buiten werking te stellen. Verder vindt hij de argumenten die het college aandraagt niet steekhoudend. Het college zegt zelf dat het de mensen zal afschrikken, wanneer er een heffing wordt gevraagd bij het vuil-storten. Hij denkt dan dat de heer Buijs gelijk heeft, als hij zegt dat die proef niet objectief is. In de proefperiode wordt namelijk geen geld gevraagd, en straks, na de vaststelling van het definitieve besluit, wel. Dan schrikt het de mensen net zo goed af. Op argument 2 zegt het college dat de perceptiekosten de opbrengst zullen overtreffen, vanwege een ambtenaar die daarbij aanwezig moet zijn. Het college heeft het dan ooknog over eventueel drukwerk e.d.. Hij denkt dat de kosten van het drukwerk wel mee zullen vallen, en die ambtenaar zou toch aanwezig zijn. Want in de kostenraming is er een ambtenaar gepland, omdat dat storten onder toezicht dient te gebeuren. De fractie van het C.D.A. is van mening dat de heer Buijs gelijk heeft met hetgeen hij in zijn brief stelt, en dat het besluit vernietigd moet worden. Het raadslid Seen zegt dat de raad in verschillende vergaderingen uitgebreid mocht discussiëren over het tuinafvalprobleem in Putte, dat zich met name in de herfst manifesteert. De gemeenteraad is toen een onevenwichtig plan voorgelegd. De V.V.D. vond en vindt het nog steeds een slechte poging tot een oplossing van dat probleem te komen. Een van die zwakke punten was, dat het niet in overeenstemming was met de eigen gemeentelijke verordeningen. Hij zegt wel begrip te hebben voor het standpunt van het C.D.A.die dit feit nog steeds niet kan accepteren. De V.V.D. fractie is een onderdeel van de Putse gemeenteraad en die raad heeft besloten het tuinafvalprobleem op deze, ook in hun ogen slechte en ongelukkige wijze, te moeten oplossen. De V.V.D.fractie respecteert het besluit van de raad. De argumenten van de V.V.D. konden de andere raadsleden er niet van overtuigen dat er betere oplossingen mogelijk zijn. De fractie van de V.V.D. gaat dus akkoord met het sturen van een brief, zij het dat zij in deze brief zwaar benadrukt willen zien dat het hier gaat om een proef van 3 maanden en dat geen valse argumenten worden gebruikt. Dit laatste lijkt dus wel het geval met die ambtenaar. Het raadslid Schoonen vindt het hoogst verwonderlijk dat de heer Buijs, of althans de fractie van het C.D.A., een brief over een aangenomen raadsvoorstel heeft geschreven.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1986 | | pagina 189