De stedebouwkundige had bestaande eigendommen meer kunnen respecteren en ontzien. Maar de behandeling van het bestemmingsplan is een reeds gepasseerd station. Hetplan is nu onherroepelijk en vraagt om uitvoering. Maar dan wel een totaal plan, waarin alle gevallen in een keer worden afgewikkeld. Hij Egt verder uit gesprekken met belanghebbenden te hebben begrepen dat in ieder geval niet alle mensen voor een minnelijke schikking recentelijk zijn benaderd, zoals is toegezegd in het verleden. Hij vraagt het college om terugname van het voorstel en verzoekt de raad een totaalplan aan te bieden, waarin alles in een keer behandeld wordt. Het raadslid Schoonen zegt vorige keer zijn mening ten aanzien van onteigeningen te hebben uitgedragen. Deze mening blijft hij vanavond ook volgen. Ook tegen deze onteigeningen maakt hij groot bezwaar. Onder geen enkele voorwaarde wil hij dat het op deze manier doorgaat. Hij sluit zich aan bij de heer Seen: als er zoiets tot stand gebracht moet worden, dan in zijn totaliteit. Dan kun je daar over praten, niet met enkelingen. De voorzitter antwoordt in zijn algemeenheid op de vragen die naar voren gekomen zijn. Ten opzichte van dezebeide gevallen heeft het college contact gehad met de door hen aangewezen vertegenwoordiger. Deze heeft een gesprek gehad met het colllege van bur gemeester en wethouders over de minnelijke verwerving van de gronden. Er zou nog een ander gesprek volgen. Dit gesprek is tot dusverre niet gehouden. Hetis zo dat het college de mensen op tijd heeft verwittigd, ook kort daarna. Het college heeft gezegd, ook tijdens dat gesprekmet de vertegenwoordiger, dat het college zal overgaan tot taxatie door de door de gemeente gevraagde taxateur, van de desbetreffende gronden. Maar de procedure moet ook doorgaan, zo stelt hij, omdat een en ander natuurlijk in elkaar schuift. Dit besluit, als de raad het neemt, is niet in strijd met de naar voren gebrachte opvatting. Het college zelf wil het liefst in minnelijke schikking tot een vergelijk komen, Het college heeft daarbij wel te maken met duidelyke historische feiten van de totstandkoming van het bestemmingsplan in dat gebied. De raad weet ook dat in 1980 al gronden zijn verworven qua orde gelijk aan de thans nog te verwerven gronden. Toen is dat niet allemaal in een keer gelukt. Actieve grondpolitiek vraagt eigenlijk een handelswijze, dat de gronden verworven worden voordat er een bestemmingsplan op rust. Er zijn dan geen moeilijkheden. Nogmaals, toen is dat niet tot stand gekomen. Door de jaren heen is op verschillende manieren geprobeerd tot een vergelijk te komen, maar ook dat heeft niet de gewenste vorm gekregen. Sprekend tot mevrouw van Wees, zegt hij dat morgen de taxatie van 5 percelen plaatsvindt. Dit zijn alle percelen die erbij betrokken zijn. Hij stelt dat de onderhavige 2 percelen hierop vooruitlopen, maar daarmee heeft ook de onteigeningsprocedure te maken, en die volgt het college. Hij stelt voor om het besluit wel te nemen. Als de raad dit af zou stemmen, dan zou hij te genstrijdig bezig zijn.Tegen de bestemmingsplanprocedure is nl. ja gezegd. De continuiteit komt dan in gevaar, zeker in het gedrang. Ten opzichte van de burgers en de mensen die reeds hieraan hun medewerking hebben verleend is dit een volkomen onduidelijkheid, en er is dan spake van rechtsongelijkheid. Je kunt er dan gewoon niet mee werken. Hij vraagt zich dan af waar de gemeenteraad van Putte mee bezig is. Hoe moet dan nog verder gewerkt worden? Hij wijst erop dat in het dorpenplan t.o.v. de ontwikkeling van de bouw in Putte tot 1990 rekening wordt gehouden met dit Hoge Berg II plan, en dat verdere woningbouw na 1990 opnieuw zal worden bekeken in het streekplan. Hij stelt dat het zaken zijn die nu op dit moment aan de orde zijn. Hij zegt dat wat men nu doet politiek en publiekelijk wel gedragen kan zijn, maar hij vindt wel dat men moet weten dat de gemeenteraad vanaf 1980 bezig is om het bestemmingsplan Hoge Berg II te realiseren. Daaromtrent zijn in het verleden al verschillende besluiten genomen. Nu is het college zorgvuldig bezig met het beste taxatiebureau van ons land. Dit, om misvattingen te voorkomen. Als de gemeenteraad zegt ertegen te zijn, en dat het college dan maar tot een minnelijke schikking moet komen, dan kan hij wel zeggen dat die minnelijke schikking er nooit komt. Dat is een heel duidelijk gegeven. Het andere punt is dat dan de woningbouw tot stilstand komt. Dat is de hele kwestie. Zo ligt het en niet anders. Het raadslid Mevrouw van Wees zegt niet tegen het starten van een procedure voor de onteigening te zijn, maar dan wel voor allemaal tegelijk. Er zijn 5 percelen die nodig zijn om hetplan te realiseren. Als je nu maar 2 percelen onteigent,en de rest laat zitten, dan moet je later nog een keer komen om nog een onteigeningsprocedure te starten.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1986 | | pagina 187