- 4 - van het bos gestookt wordt, en daar gebeurt nooit iets. Het zijn wel deskundigen die het daar doen. Hij vraagt waar deze mensen anders nog kunnen stoken. Het raadslid Buijs zegt het met de heer Schoonen eens te zijn: als je die regel exact toepast kun je in heel Putte niet stoken. Hij wijst op lid 2 van datzelfde artikel dat bepaalt dat burgemeester en wethouders altijd nog gemachtigd zijn om individueel ontheffing te verlenen, als men daarom vraagt. Hij neemt aan dat het college wat dat betreft ook een ruim beleid zal voeren. Er zal gekeken worden naar het jaargetijde, de stookplaats, de windrichting, en niet de man. De voorzitter zegt dat dit laatste ook belangrijk kan zijn. Het raadslid Meijer Prees zegt dat in de commissievergadering door een afgevaardigde van de fractie van de V.V.D. gevraagd om in artikel 3 van het meldingsformulier, achter de woorden "de afstand tot een bos", de woorden "bunt en heide" toe te voegen. Hij dacht dat dat ook door de voorzitter positief was benaderd. Helaas mist hij het. De voorzitter zegt dat deze woorden toegevoegd zullen worden. Hij zegt voorts dat die 5 dagen waar mevrouw van Wees het over had, ook in de commissievergadering aan de orde is geweest. Hij zegt toen de vertegenwoordiger van de C.D.A. fractie ervan te hebben kunnen overtuigen, dat het goed is om het 5 dagen van tevoren te weten. Tegenwoordig kan ms"i het weer een week van tevoren voorspellen. Er zijn bepaalde perioden, waarin duideljk in deze richting gewerkt moet worden, zo stelt hij. Hij acht het een goede zaak, dat het college van tevoren weet dat er gestookt wordt, en niet een dag van tevoren. De melding komt tegenwoordig veel te laat. Ze vragen om 11.00 uur om om 10.00 uur te mogen gaan stoken.' Hij zegt tenslotte dat aan het meldingsformulier de woorden "bunt en heide" zullen worden toegevoegd. Aangezien niemand meer het woord verlangt of stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeeser en wethouders besloten. 6. Voorstel met betrekking tot vertegenwoordiging bij de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State. Zonder dat iemand het woord verlangt of stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 7. Voorstel tot onteigening van een tweetal percelen grond. Het raadslid Mevrouw van Wees spreekt de volgende woorden uit: Mijnheer de voorzitter, de C.D.A.-fractie was altijd van mening en nog, dat ont eigenen het laatste middel moet zijn om gronden te verwerven, die voor volkshuisves ting van uiterst belang zijn. Keer op keer moeten de bevoegde mensen proberen de percelen die nodig zijn te kopen. Naar aanleiding van het ingekomen stuk nr. 3 in de raadsvergadering van 9 september 1986 vroeg ik wat concreet de activiteiten van dit college na 13 maart waren om deze grond te verwerven. Wethouder Looijen antwoordde hierop dat er contacten zijn met de eigenaren. Zij hebben een taxateur uit Bergen op Zoom benaderd om hun belangen tegenover de gemeente te behartigen. Het college heeft aan deze taxateur verzocht de vraagprijs op te geven en de voorwaarden waaronder men de grond wenst te verkopen. Hij verwacht binnen zeer afzienbare tijd antwoord. Mijnheer de voorzitter, niets van dit alles blijkt uit de stukken die ter inzage lagen. Het laatste verzoek om verkoop dateert van 13 maart en dat was nog in de tijd van het vroegere college. Verder wil ik weten of de 2 percelen de enige gronden zijn die nodig zijn om"Hoge Berg II" te realiseren. Het raadslid Gelten zegt met pijn in het hart dat de fractie van Putse Belangen toch kan intemmen met dit voorstel. Steeds is volgehouden dat men respect moet opbrengen voor iemand's eigendommen, op wat voor manier dan ook verworven, maar die toch grote emotionele waarden kunnen hebben. In ieder geval is dat een standpunt dat steeds ter overweging, bij dergelijke punten, in acht wordt genomen. Desalniettemin kan hij toch, omdat een en ander doorgang moet vinden, instemmen met het voorstel. Het raadslid Seen zegt uitermate ongelukkig te zijn met dit voorstel. Hij betreurt het dat stukjes grond, die soms al generaties lang in het bezit van een familie zijn, op deze manier een andere bestemming krijgen. Hij begrijpt ook goed dat men nu in de eindfase van een schaakspel zit, waarbij nu al duidelijk is wie er gaat winnen. Bij het maken van het bestemmingsplan "Hoge Berg II" had men veel meer rekening moeten houden met de gevestigde belangen.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1986 | | pagina 186