Voorzitter, naast het kennelijk niet willen uitvoeren van een raads besluit weigert wethouder looijen, zonder genoegzame gronden, informa tie te verstrekken op onze interpellaties. Hij weigert dus gevolg te geven aan de in artikel 129 opgenoemde ver plichting om verantwoording af te leggen terwijl er geen sprake is van verschoningsrecht De fracties van het C.D.A. en V.V.D. zijn daarom van mening, dat de raad de wethouder uit zijn functie vervallen dient te verklaren. Op grond van de weigering door wethouder looijen aan de in artikel 129, eerste lid, der gemeentewet bedoelde verplichting te voldoen dragen wij wethouder Looijen voor hem uit zijn functie vervallen te verklaren. Wij verzoeken U onze voordracht in stemming te brengen. Wij wijzen, wellicht ten overvloede, op het gestelde in artikel 52 waar staat, dat betrokkene zich dient te onthouden van medestemmen. De voorzitter schorst hierna de vergadering. Nadat de vergadering heropend is volgt een discussie over de wijze waarop over het voorstel gestemd moet worden. Uit de hierna mondeling gehouden stemming blijkt, dat de leden Buijs, Adams, van Wees, Seen en Meijer-Drees vóór het voorstel hebben gestemd en de leden Gelten, Quireijns, Pasteuning, Schoonen en Schouteten tégen. Aangezien de stemmen staken wordt besloten om deze zaak tijdens een volgende vergadering opnieuw aan de orde te stellen. De voorzitter sluit hierna de vergadering met het gebed. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 4 november 1986. de wethouder^? de voorzitter,

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1986 | | pagina 176