Het raadslid Seen merkt op: U geeft dus een eigen interpretatie,
die anders is dan die van onze juristen en adviseurs.
Wethouder Looijen antwoordt daar niet op in te gaan.
Het raadslid Seen concludeert daarop dat wethouder Looijen weigert
te antwoorden.
Wethouder Looijen antwoordt daarop: "Zo simpel is dat, ik ga daar niet
op in".
Het raadslid van Wees verklaart enige misverstanden uit de wereld te
willen helpen.
Na de laatste raadsvergadering was er geen besloten vergadering maar
een informele bijeenkomst, waarbij geen zwijgplicht kan worden opgelegd
aan de aanwezigen.
Daarnaast is hier geen sprake van een politieke maar duidelijk van een
bestuurlijke kwestie; er ligt een raadsbesluit, dat door burgemeester
en wethouders moet worden uitgevoerd of men het daar mee eens is of
niet.
Dit is geregeld in de gemeentewet. Een lid van het college kan geen
eigen wetten maken.
De voorzitter sluit zich hierbij aan: in een informele bijeenkomst kan
geen geheimhouding worden opgelegd.
Het raadslid Buijs vraagt de vergadering te schorsen opdat zijn fractie
zich kan beraden over de wel en niet gegeven antwoorden, zodat de
fractie mogelijk een voordracht kan formuleren.
De raad gaat met dit verzoek akkoord, waarna de voorzitter de verga
dering schorst.
Nadat de voorzitter de vergadering heropend heeft legt het raadslid
Adams de volgende verklaring af.
De fractie van de V.V.D. en uiteraard van het C.D.A. zijn van mening, dat
op grond van het gestelde in de artikelen 221 en 76 van de gemeentewet,
de burgemeester, in casu van openbare orde, bevoegd is zelfstandig een
besluit te nemen en het ten uitvoer te brengen, bijvoorbeeld het slui
ten van een peepshow.
Dat de burgemeester er de voorkeur aan gaf dat in goed overleg met de
wethouders te willen doen en er een besluit van te maken van burge
meester en wethouders vinden wij een weg, die in de praktijk, normaal
gesproken, te verkiezen is.
In artikel 109 van de gemeentewet wordt geregeld wie de raadsbesluiten
en de besluiten van burgemeester en wethouders ondertekenen. In Putte
zijn dat de burgemeester/secretaris en één van de wethouders.
De ondertekening van besluiten betekent niet meer dan dat de inhoud
ervan overeenkomstig de eraan ten grondslag liggende beslissingen is.
De ondertekenaars nemen dus door hun ondertekening geen verantwoorde
lijkheid op zich voor de inhoud van die beslissingen.
De V.V.D.- en C.D.A.-fracties zijn van mening, dat een genomen besluit
ten uitvoer kan worden gebracht, ook al ontbreekt er ten onrechte een
handtekening van één der wethouders.
Bij een eventuele beroepszaak zal dan echter het bewijs, dat het stuk de
inhoud van het besluit weergeeft, alsnog geleverd moeten worden. Dat
lijkt ons echter geen enkel bezwaar omdat het afleggen van een eed
daar eenvoudig in voorziet.
Een stuk dient dus door één van de wethouders te worden ondertekend.
Het getuigt niet van kennis, noch van realiteitszin, om te veronder
stellen, dat het weigeren door de beide wethouders om te ondertekenen
een schorsende werking heeft.
Beide wethouders en de fractie van Putse Belangen sloegen daar de
plank gevoelig mis.
Op het weigeren een besluit te ondertekenen staat niet rechtstreeks
een sanctie.