- 4 - Hij wil omtrent dit punt en deze gang van zaken graag opheldering. De voorzitter zegt naar aanleiding van hetgeen mevrouw van Wees heeft gezegd, dat in de afgelopen periode duidelijk is gebleken, dat er toch erg veel moeilijkheden ontstonden met het afdekken van de zoutopslag door een groot zeil. Het is een ver schrikkelijke klus als het zeil, midden in de nacht als het heel koud en akelig weer is, door enkele mensen moet worden teruggeslagen. Hij zegt ervan overtuigd te zijn dat deze overkapping zich voor het merendeel zelf zal betalen: Er kan veel sneller gewerkt worden. Er zal een besparino plaatsvinden van arbeidsuren. In de weekenden scheelt dat helemaal veel, als de mensen 200% uitbetaald krijgen. De uren wegens ziekteveriet spelen ook nog mee. Menselijk gezien is het inderdaad,zoals de heer Pasteuning al zei, een goede zaak dat bij sneeuwstorm,regen,of ijzel,men op deze wijze kan werken. Ten aanzien van de begrotingswijzigingen waar deheer Buijs het over had, zegt hij, dat de afdeling financiën separaat de begrotingswijzigingen en de raadsvoorstellen heeft gemaakt. De raadsvoorstellen met de afschrijvingen-bedragen zijn correct. De bijbehorende begrotingswijzigingen in de mappen corresponderen met de raadsvoor stellen. Alleen de volgorde in nummering klopt niet, zodat de 14e in feite de laatste is, en in de plaats moet komen van de 21e. De 21 e begrotingswijziging geeft dus in de post onvoorzien een bedrag aan van 16.000,terwijl het bedrag op de post on voorzien bij de 14e beqrotingswijzioing 81.000,is. De 13e is de begrotingswijziging geweest bij de opzet van de sporthal. Bij de sport- halcalculatie is 75.000,op de post onvoorzien afgetrokken, wat niet juist was, zijnde de kosten die zowel in als uit werden geraamd en daardoor werd depost onvoorzien beinvloed. De begrotingswijziging is ook niet door de raad vastgesteld, want die begrotingswij ziging is later gecorrigeerd en ook goed vastgesteld in de vorige raadsvergadering. Daardoor is de heer Buijs helaas op het verkeerde spoor gebracht. Dat vervolgt zich nu met een doolhof van nummering. Maar de voorstellen met de begrotingswijzigingen die daar bij liggen zijn goed,alleen de post onvoorzien is na afloop van deze vergadering het bedrag wat bij de 21e begrotinswijziging naar voren komt. Zo zit het in elkaar. Het raadslid Buijs zegt samenvattend, dat het college dus het nadelig saldo v.d.soorthal wat de raad heeft vastgesteld, nl. 75.000,—, niet heeft laten drukken op dit dienstjaar. De voorzitter zegt dat in ieder geval de begrotingswijziging die is vastgesteld, goed is Die begrotinswijziging kan nog een keer ingezien worden. Dat is ook nu niet ter zake. Het is gewoon een kwestie van overzien. Hij kan de heer Buijs gerust stellen, dat de begrotinswijzigingen zoals die nu verlopen, juist zijn, en ook de post onvoorzien. Het raadslid Buijs zegt het hier helemaal mee eens te zijn. Hetgeen nu aan de orde is, klopt als een bus. Maar, er wordt begonnen, aan het eind van de 13e begrotingswijziging, met een batig saldo van 9.000, De voorzitter interrumpeert hem en zegt dat bij dit bedraq 75.000,bijgeteld moest worden Het raadslid Buijs zegt dat het dan wel kloot, alleen is hij het niet eens met het feit dat de voorzitter zegt, dat er 75.000,wordt geraamd, en dat er geen begrotings wijziging wordt gemaakt. Dan blijft het college een batig saldo van 75.CC0, 9.000,— 34.000,— houden, en daar qaathet college mee door met kapitaalslasten te dekken. Dat is een foute zaak. De voorzitter zegt dat het bedrag van 75.000,niet aanwezig was. Hij zegt nu in de structuur van de vorige vergadering te komen. Hij zegt dit niet te moeten doen, omdat dat voor velen abakadabra is. Hij stelt dat de volledige lasten van de soorthal niet drukken op 1986, en ook niet drukken op 1987. Het college raamt wel voor 100%, maar het bedraq wat niet op dat jaar drukt, wordt als een reserve geactiveerd. Het raadslid Buijs zegt dat de voorzitter zichzelf tegenspreekt t.o.v. de vorige ver gadering. Toen is er door de oppositie meerdere keren gezegd: U raamt 17.000,voor die vuilcontainers, ter wijl het een gfedeelte van 17.000,moet zijn. Toen is tot drie keer toe door de voorzitter gezegd: ja, maar we moeten ramen op jaarbasis, en dat wordt in mindering gebracht op het batig saldo. Dus dat rijmt niet met deze handels wijze. De voorzitter zegt dat als je in grotere bedragen moet ramen, dat je dan anders gaat denken. Het raadslid Bui is zegt dat dit natuurlijk nergens op slaat. Hij wijst erop bezia te zijn met de gemeente te besturen. Het is geen Carnaval. Hij zegt graag inzage te krijgen. Hij komt er straks in de rondvraag op terug. 4»

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1986 | | pagina 147