Hij zegt deze verordening terug te nemen, en zegt hiermee, tegelijk met de bouwgrond- belasting, in de volgende vergadering terug te komen. Het raadslid Buijs zegt dan ook graag een kaart, waarop het exploitatiegebied is aangegeven, erbij gevoegd te willen zien. Dan ondervang je ook meteen dat onduidelijke artikel, dat spreekt over exploitatiegebied, terwijl niemand kan lezen in de verordening wat dat nu precies is. Aangezien niemand meer het woord verlangt of stemming wordt besloten het voorstel terug te nemen en in de volgende vergadering opnieuw aan de orde te stellen. 21. Voorstel tot benoeming van een lid van de commissie openbare werken. Zonder dat iemand het woord verlangt of stemming wordt de heer C.E. Jedeloo bij acclamatie benoemd tot lid van de commissie openbare werken. 22. Voorstel inzake vertegenwoordiging bij de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State. De voorzitter zegt, dat dit voorstel, zoals in de brief te lezen was, is vervallen. 23. Rondvraag. Het raadslid Schoonen vraagt waar de beloofde rood-witte borden blijven op de T-kruising Postbaan-Herenbaan. Verder zegt hij in de vorige raadsvergadering vragen te hebben gesteld betreffende het bezoek aan het Europees Parlement te Straatsburg. Hij vraagt hoe het hiermee zit. Het raadslid Quireyns zegt dat hem een vraag is gesteld door een inwoner van de Grens- straat. Deze man heeft een viertal maanden geleden een schadeclaim ingediend in verband met vernielingen die aangericht zijn bij het maken van de bergingskelder. Deze man zegt nooit meer iets van het college gehoord te hebben. Hij vraagt of dit is doorgespeeld naar de aannemer. De voorzitter zegt dit na te zullen kijken. Het raadslid Quireyns vraagt om een exemplaar van de gemeentewet. Deze was toegezegd. De voorzitter vin± dat dit soort zaken uit de vergoeding die een raadslid voor zijn werk krijgt, betaald moeten worden. Het raadslid Quireyns zegt dat hij dan zelf een exemplaar van de gemeentewet zal aanschaffen. Maar hij vroeg het, omdat het was toegezegd. De voorzitter zegt dat in "zijn" tijd nooit aan iemand een gemeentewet is gegeven. In de tijd van de presentiegelden schijnt het wel gebeurd te zijn. Het raadslid Meijer Prees stelt dat op de Bosweg met vergif is gespoten. Na een telefo nische klacht van een bewoner is dat spuiten gestaakt. Hij vraagt wie er opdracht tot dat spuiten heeft gegeven, waarmee er is gespoten, en waartoe. Hij denkt hierbij aan het gevaag^voor bramenplukkers. Zijn twee vraag gaat over de beplanting van de eenden-vijver. Verleden jaar kwam er plotselingiemand met grote kaplaarzen de planten erin zetten, die na een maand allemaal weer verdwenen waren. Deze zomer kwam er weer iemand, en die gooide met bakstenen planten in de vijver. Deze zijn ook weer verdwenen, want met 50 eenden in de buurt is'dat niet zo'n probleem. Hij vraagt wie^dit heeft georganiseerd en wie dit betaalt. Het raadslid Seen vraagt wederom of het mogelijk is om het reglement zo te wijzigen dat de oproepen voor de raads- en commissievergaderingen twee dagen eerder naar de raads- en commissieleden gestuurd worden. In plaats van 5 x 24 uur, zou er dan 5 werkdagen moeten komen te staan. De voorzitter zegt dat dit.moeilijk is. De stukken voor de commissievergaderingen zijn een dag eerder als de stukken voor de raadsvergadering beschikbaar. Na de commissie vergaderingen moeten de stukken administratief verwerkt worden, ze moeten nog eens doorgesproken worden in het college van b. en w.. Dan kom je wel in een bijzonder nauw corset te zitten binnen dit huis. Hij begrijpt wel, dat de raads- en commissieleden graag de stukken een week van tevoren willen hebben. Dat zou het mooist zijn. Hij zegt dit echter de raads- en commissielden niet te kunnen beloven. Het college zal het nog weieens duidelijker bekijken. In de eerste plaats is het college bezig de commissievergaderingen zo veel mogelijk vooruit te schuiven.Soms liggen ze dan vlak achter de gehouden raadsvergadering. Dat is ook weer een punt. Het raadslid Meijer Prees denkt dat het college vaak zaken, waar ze net mee bezig is, mee wil nemen naar raadsvergaderingen. Ze moeten rustig de tijd nemen, en sommioe stukken maar even laten liggen.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1986 | | pagina 139