Maar di geeft in de verdere procesgang ten opzichte van de bouwgrondbelasting problemen. Deze verordemng is er dan ook niet een, die de burgers bindt. Als je het niet doet zit er geen sanctie op. Maar het heeft consequenties ten opzichte van eventuele bouwgrondbelasting, die op een perceel crond dan geLeqd kan worden. Het klinkt stoer voor een gemeente als Putte, om met zo'n verordening te gaan werken, maar je kunt hem niet kleiner maken. De gemeente is in verband met zijn kostprijs- bepaling gebonden aan deze verordening. Hij verwacht in de volgende raadsvergadering de bouwgrondbelasting aan de orde te zullen stellen. De bouwgrondbelasting en de bouwexploitatieverordening horen bij elkaar. Het raadslid Seen vraagt welke garantie nu gegeven wordt, dat particulieren hiermee niet worden afgestraft. Hij geeft zelf al aan dat dat geen enkele zal zijn. Als iemand socialistische stokpaardjes gaat zitten berijden van alles moet door de overheid geregeld worden, dan kunnen we hier niets meer doen. De voorzitter gelooft niet dat het specifiek socialistisch is. Hij zegt dat dit door de Tweede Kamer met algemene stemmen in de Wet op de Ruimtelijke Ordeningis gesteld. Het is zelfs bij de belangrijke wetswijziging van 1 juli 1986 onaangetast gebleven. Het raadslid Seen begrijpt niet dat deze bouwexploitatieverordening nodig is als er een bouwgrondbelasting ingevoerd wordt. De voorzitter zegt dat er eerst een overeenkomst moet zijn. En deze overeenkomst moet stoelen op de algehele regels, die gelden voor de overheid. De overheid moet ook zorgen, dat de spelregels die in deze verordening staan, worden qehanteerd. Want de particulier heeft zijn rechtsgang. En die is tegenwoordig niet mis te noemen. Kom je niet bij de belastingrechter terecht dan heb je altijd nog de mogelijkheid om via de Wet AROB een of andere procedure aan te gaan. Heb je hem niet, dan zou het in eerste instantie makkelijk zijn om via de AROB een belas tingheffing aante vallen, omdat er geen algemene spelregels zijn. Je moet gewoon genormeerd werken. Dat staat het college met deze verordening voor ogen. Het raadslid Seen vraagt wat er gebeurt met mensen die aan het bouwen zijn. Laatst belde er iemand en die zei dat hem een claim boven het hoofd hing van 35.000, De voorzitter zegt dat in één geval cijfers genoemd zijn, maar dat is bekend. Hij zegt dat andere cijfers niet genoemd zijn. Die moeten allemaal nog naar voren treden. Het raadslid Seen zegt het allemaal doodgriezelig te vinden. De voorzitter zegt zich dat voor te kunnen stellen. Hij zegt het hem niet kwalijk te kunnen nemen; Hij zegt, antwoordend op de vraag van de heer Buijs m.b.t. de 8 perceeltjes grond in het bestemmingsplan "Centrum Zuid-Oost", dat als de gemeente daar geen bemoeiingen heeft met de grondexploitatie, de verordening er uiteraard wel van toepassing is, maar dat hij dan niet wordt gehanteerd. Het raadslid Buijs zeqt dat als die verordening van kracht is, dat dan die mensen zijn overgeleverd aan het college. De voorzitter zegt dat ze inderdaad toestemming moeten hebben. Het college moet inderdaad bekijken in hoeverre deze verordening van toepassing is. Die vrijheid ben je ten opzichte van iedereen kwijt. Maar de gemeente is die vrijheid ook kwijt. Het raadslid Buijs vindt dat voor die gebieden die niet in exploitatie worden genomen, de verordening niet opgelegd moet worden. De voorzitter zegt dat de heer Buijs bang is voor algemene regels. Hij zegt dat er algemene regels voor heel de gemeente moeten zijn. Deze moet je o.n noi cvnnen hanteren. Het raadslid Seen zegt ook een stukje willekeur te bespeuren. De voorzitter zegt dat dit niet waar is. Het bevordert juist de rechtsgelijkheid. Het raadslid Adams zegt met betrekking tot de inhoud van deze verordening, dat deze niet te lezen is. Hij haalt de eerste regel van de eerste alinea, artikel 1 lid 1, artikel 1 lid 2, artikel 2 lid 1, artikel 4 lid 2, artikel 6, artikel 9 lid 1 sub c, artikel 9 lid 2, en artikel 10 lid 2 aan om dit duidelijk te maken. Hij vindt dat deze verordening, in ieder geval zo,niet goedgekeurd kan worden. Het zegt dat het in dit verband wederom, verstandig was geweest om toch meer informatie te verschaffen en het model van de V.N.G. ook ter inzage te leggen. Dan hadden we, door vergelijking, misschien wel kunnen begrijpen wat er stond, zo stelt hij. De voorzitter zegt dat de heer Adams bepaalde fouten naar voren brengt. Over deze fouten zegt hij op dit moment weinig duidelijkheid te kunnen geven. Hij denkt dat er veel typfouten bij zullen zijn. - Z<4 -

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1986 | | pagina 138