Het is helaas niet de verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur om dit zaakje op te knappen, maar van het Stichtingsbestuur van de Berk. Hij zegt van een mogelijke claim graag af te willen, zo te begrijpen is. Het raadslid Gelten zegt zich alleen niet voor te kunnen stellen dat de bestemming van de Berk duidelijk gaat veranderen. Uit zijn informatie blijkt dat de Berk destijds als gemeenschapshuis is opgezet met een sportaccommodatie, die vooral voor de school in gebruik zou worden genomen. Hij zegt dat als er tekenen zijn dat voor het binnensportgebeuren een andere accommodatie wordt neergezet, dat dan toch niet wil zeggen, dat de rest van het hele gemeenschapshuis van bestemming verandert. Integendeel, er is zelfs een mogelijkheid om duidelijker aan die bestemming te voldoen. Daarom vindt hij het jammer dat de heer Seen, zijns inziens, nogal voorbarig heeft gehandeld. In ieder geval staat in het voorstel, dat het college verder contact met W.V.C. zal opnemen. Hij denkt dat dan toch wel tot een andere conclusie gekomen zal kunnen worden. Het raadslid Seen zegt dit van harte te hopen. Maar om even te onderstrepen hoe belang rijk die sport is voor de Berk, wijst hij erop dat de huurinkomsten met circa 80?ó terug zullen lopen. Hiermee heeft hij tevens antwoord gegeven op de vraag van de heer Schoonen. Ook hetgeen geconsumeerd wordt in de Berk heeft te maken met sport. Er zullen dus verschillende grote gaten vallen, zo stelt hij. Hij hoopt van harte dat de heer Gelten met hetgeen hij naar voren brengt gelijk krijgt, hij ziet het echter nog niet zo zitten. V/andaar dat het stichtingsbestuur bij het college is geweest, en op.verzoek van hét college ook contact heeft opgenomen met het ministerie van W.V.C. Hij zegt dat hij dus omgeven is met tal van onzekerheden. Eerstens dat bedrag van 180.000,waarvan hij hoopt dat het niet betaald moet worden, dan een bedrag van 72.000,voor Lammers en V/ereiken, 300.000,B.T.W.. Dat is samen 550.000,die je meer zou kunnen moeten investeren om een sporthal te realiseren. Hij zou hierover toch graag eerst meer zekerheid willen hebben. Ten tweede: In het convenant is ook gezegd: we zijn voor de bouw van een sporthal, mits de exploitatie, vermeerderd met de kosten die de Berk meer gaat kosten, vermeer derd met de meer-subsidies aan de verenigingen, niet meer bedraagt dan 100.000, In de commissie algemene zaken is toen gevraagd of jullie daar nog steeds achter stonden. Deze vraag werd toen bevestigend beantwoord. Hoe hij het nu ook becijfert, hij komt boven die 100.000,uit. Minimaal 120.000,en maximaal zo'n 150.000, Vandaar dat hij zich afvraagt of de coalitie zich aan zijn eigen afspraken houdt. Die onzekerheden die er zijn, zou hij graag eerst opgelost zien voordat er een beslissing genomen wordt. Daarom is hij nog steeds van mening dat de beslissing aangehouden moet worden tot de volgende vergadering. Ondertussen moet er dan antwoord gegeven worden op de vragen die er nog liggen. Het raadslid Adams zegt dat hij er verheugd over is dat de Putse Dorpspartij nu toch wel voor de sporthal is. Dit, in tegenstelling tot wat in het partijprogramma staat. Wederom bleek echter, dat het programma van de Putse Dorpspartij niet zo relevant is. De financiële toestand van de gemeente haalt de heer Schoonen aan om zijn ommezwaai, die hij overigens toejuicht, te rechtvaardigen. Die financiële toestand was echter al jaren bekend. Hij wijst er verder op, dat die financiële toestand zo goed is ten gevolge van een door een C.D.A. wethouder gevoerd financieel beleid gedurende de afgelopen 12 jaar. Het raadslid Schoonen zegt hetgeen de hear Adams opmerkt, leuk te vinden. Het streelt hem ergens wel een beetje. Maar het is geen ommezwaai. Hij zegt duidelijk aangetoond te hebben waarom er een ander besluit is genomen als in het verkiezingsprogramma staat aangegeven. De heer Adams zegt dat het verkiezingsprogramma dan niet meer relevant is. Hij antwoordt hierop dat er zoveel programma's in het leven worden opgezet. Hij weet niet welke wel relevant zijn. We moeten allemaal wel eens een keer iets anders doen en denken. Dat is dus bij de Putse Dorpspartij gebeurd met de sporthal. Hij zegt de sporthallen ook naast elkaar te hebben gelegd. Hij stelt dat er verschillen inzaten, maar hij vond dat dan het ene plan dan het andere plan weer voordelen bood Hij zegt dat bij voorbeeld in de sporthal van Vereiken geen vloer ligt, alleen maar een cementen vloer. Hij zegt zich gericht te hebben naar het goede werk van de commissie. Hij stelt voor om het plan Vaessen toch maar aan te nemen. De voorzitter stelt dat Vereiken toch wel een vloer in het bestek zal hebben opgenomen. Het raadslid Buijs zegt dat het precies dezelfde vloer is als bij het plan Vaessen.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1986 | | pagina 135