- 11 - bij gebreke aan informatie, op dit moment geen verantwoorde afweging kan maken, en dus ook geen verantwoord besluit kan nemen. De voorzitter zegt dat de heer Buijs geacht wordt tegen te hebben gestemd. Het raadslid Seen wenst het voordeel van de twijfel bij het college te laten liggen. Hij zegt dus wel voor het voorstel te stemmen. Aangezien niemand meer het woord verlangt of stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 15. Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet voor de huur van vuilcontainers (beslissing vorige vergadering aangehouden Het raadslid Meiier Drees zegt dat in de vorige vergadering toegezegd was, dat het bedrag van 17.000,teruggebracht zou worden tot 6.000,Hij ziet echter dat die 17.000,— er nog steeds staan. De voorzitter antwoordt hierop dat er wettelijk niets mag veranderd worden aan een voorstel waarover in de vorige vergadering de stemmen staakten. Het raadslid Meijer Prees constateert dat het dan toch vreemd is dat je dan een fout moet laten staan. Wethouder Looijen zegt dat het geen fout is. Het raadslid Meijer Prees zegt dat de voorzitter eveneens heeft toegezegd in de vorige raadsvergadering de nodige aandacht te zullen besteden aan de verordening die de heer Buijs naar voren haalde, nl. dat afgeven van vuil betaald moet worden. Hij zegt nerqens die aandacht bespeurd te hebben. Hij citeert vervolgens een zin uit de notulen, uit- oesproken door wethouder Looijen: "Ik vind het jammer dat de heer Buijs niet akkoord oaat, terwijl het coedkoper is. Alleen omdat het voorstel niet goed in elkaar steekt." Het raadslid Meijer Drees constateert dat wethouder Looijen zelf toegeeft dat het voorstel niet goed in elkaar steekt. Hij vraagt hoe het dan toch mogelijk is dat een wethouder voor de tweede maal met een dergelijk voorstel aankomt. Het college heeft de afgelopen twee maanden geen zichtbare poging gedaan dit voorstel te verbeteren. Ook deproeftijd van 2,maanden, die hij had aangevraagd, is nergens terug te vinden. De voorzitter zegt hierover wel degelijk gepraat is, maar hij herhaalt nogmaals hetgeen hij eerder zei: het voorstel moest in een ongewijzigde vorm terug in de rapd gebracht worden bij staken van stemmen. Een discussie die nu kan plaatsvinden, moet er een zijn die een nieuwe achtergrond heeft. Wethouder Looijen zegt dat het college in de vorige verqadering waarschijnlijk overrompeld was door de woorden van de heer Buijs, waardoor zij meende dat het voorstel niet goed in elkaar stak. Bij nader inzien is het college tot de conclusie gekomen, dat het wel degelijk juist is voorgesteld. Het moet altijd op jaarbasis voorgesteld worden, omdat de begroting loopt over een heel jaar. Vandaar dat het zo in het voorstel is blijven staan. Hij zegt voorts dat het college van mening is dat voor deze proefperiode geen stortings rechten betaald moeten worden. Voor de periode erna, zal opnieuw overwogen worden of er stortingsrechten betaald moeten worden. Waarschijnlijk zal het zo zijn, dat als er dan stortingsrechten betaald moeten gaan worden, dat de mensen hun vuil weer op de oude plaatsen gaan terugwerpen. Althans, die mogelijkheid zit erin. Hij vindt voorts dat het een goed voorstel is, waarover reeds uitvoerig genoeg in de vorige vergadering is gesproken. Het raadslid Seen constateert dat er een foutief besluit wordt voorgelegd, met het ver zoek het goed te keuren. Hij vindt dit vreemd. Het raadslid Buijs zegt dat de heer Looijen toegeeft dat hij overrompeld was. Hij vraagt hoe een wethouder van financiën nu overrompeld kan worden. Hij geeft daarmee tegelijk te kennen dat hij niet goed was voorbereid. Het raadslid Buijs zegt dat de voorzitter daarnet het woord gaf aan wethouder Looijen, terwijl dit duidelijk een punt is van openbare werken. Hij vraagt of die wethouder niet kan praten. Hij zegt voorts dat hij uit de woorden van wethouder Looijen begrijpt, dat als je maar iets een proefperiode noemt, er geen enkele verordening meer geldt. Dan kun je alles wel een proefperiode noemen. Dan geldt er geen enkele verordening.Hij zegt zeker te weten dat het college met dit voorstel geen beste beurt maakt bij gedeputeerde staten. Dit besluit zal nooit goedgekeurd worden. Gedeputeerde staten zal immers het besluit toetsen aan de regels die in de gemeente Putte gelden. Het doet er niet toe of de raad het een proefperiode noemt of niet. Voorts wijst hij erop dat de heer Looijen zegt, dat het voorstel goed was, terwijl de voorzitter zegt, dat het voorstel ingevolge de wet niet gewijzigd mag worden. Dit laatste is een waarheid als een koe.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1986 | | pagina 125